Viswoestijn

Darwin’s Nightmare, de succesvolle documentaire van Hubert Sauper, stelt dat de introductie van de nijlbaars in het Victoriameer een destructieve spiraal van dalende diversiteit en toenemende verarming teweeggebracht heeft. Maar viswoestijnen hebben vele oorzaken.

Vissen in troebel water


Hubert Sauper toont in Darwin’s Nightmare een beeld van het gebied rond het Victoriameer als een infernale regio met slechte werkomstandigheden, uitbuiting, ziekte, hongersnood, criminaliteit, ecologische achteruitgang en dood. Ook al wordt het niet met zoveel woorden gezegd, als kijker concludeer je dat de hele keten van miserie te wijten is aan de introductie van de roofzuchtige nijlbaars, die in onze supermarkten vandaag te vinden is onder de naam Victoriabaars.
De nijlbaars werd in het begin van de jaren vijftig voor de eerste keer op het Victoriameer gezet door een onbekende Oegandese ambtenaar die hoopte op die manier de plaatselijke bevolking meer voedsel te geven. In 1963 deed een groep visserijbiologen die introductie nog eens over, opdat de Nijlbaars een bron zou worden van eiwitten, handel en visserij. Kortom: de nijlbaars zou het fundament worden van een nieuwe economische sector, de commerciële visserij. De eerste jaren was er van het experiment niets te merken. De honderden verschillende soorten bonte baarzen of cichliden overleefden de nijlbaars blijkbaar zonder problemen en bleven een belangrijke bron van voedsel voor de lokale bevolking. In 1973 toonde een onderzoek dat ongeveer 80 procent van de visbiomassa in het meer bestond uit cichliden, tegenover 1 procent nijlbaars. Tien jaar later waren deze verhoudingen radicaal omgekeerd: cichliden maakten in 1985 nog nauwelijks 3 procent uit van de biomassa tegenover 80 procent nijlbaars.
De ommekeer is niet alleen te wijten aan de vraatzucht van de nijlbaars. Een aantal factoren, waaronder een snelle bevolkingsaangroei, zorgden er vanaf de jaren zeventig voor dat het Victoriameer snel vervuild raakte. De nijlbaars kon niet, zoals de kleinere cichliden, gedroogd worden, maar moest worden gerookt, met ontbossing, erosie en uiteindelijk vertroebeling van het water tot gevolg: de zichtbaarheid onder water daalde van 8 meter naar 1,5 meter. Het afvalwater met al zijn voedingsstoffen zorgde dan weer voor de verdubbeling van de hoeveelheid algen, waardoor het zuurstofgehalte in het water daalde. Wellicht heeft de nijlbaars zich beter en sneller aangepast aan de gewijzigde milieucondities dan de cichliden. Van de oorspronkelijke 2500 verschillende vissoorten zijn er vandaag hoogstens een paar honderd over. De spectaculaire vermindering van het aantal bonte baarzen deed de garnaalpopulatie even explosief stijgen. De nijlbaars ruimt echter ook dat bestand snel op. De gulzige nijlbaars begint honger te krijgen. Er komt zelfs kannibalisme voor onder de waterspiegel.
Frans Witte van de Universiteit van Leiden onderzocht de huidige toestand van het visbestand in het Victoriameer. Hij komt tot de verrassend “geruststellende” conclusie dat de huidige overbevissing zorgt voor een zeker herstel van het evenwicht en dat er al enkele soorten cichliden zijn teruggekeerd. Er is ook al een cichlidensoort ontdekt met grotere kieuwen, aangepast aan de troebele en zuurstofarme omstandigheden. (jdb)

De hoorn des overvloeds


De regering van Tanzania is niet gelukkig met Darwin’s Nightmare. Alleen al de titel ‘past in de stereotiepe beeldvorming over Afrika, terwijl er ook een ander Afrika is, een Afrika dat vooruit wil’, schrijft het ministerie van Natuurlijke Rijkdommen in een brief van 24 februari 2006. In diezelfde brief, gericht aan de Wereldbank, zegt de Permanente Secretaris nog dat er zelfs ruimte is voor méér visvangst. Volgens het schrijven wordt er jaarlijks 475.000 ton vis uit het Victoriameer gehaald, waarvan 125.000 ton nijlbaars, die grotendeels bestemd is voor de Europese markt. De visindustrie zorgt voor een enorme directe en indirecte tewerkstelling, die volgens het ministerie oploopt tot 2 miljoen banen. De 124.000 vissers, de verwerkers, de transporteurs, de winkeliers, de botenbouwers en de andere handenarbeiders zien natuurlijk niet veel van de echte winsten, die naar de bedrijven gaan, maar volgens het Tanzaniaanse ministerie is er in het hele land geen andere sector die zo veel bijdraagt tot de economische groei en inkomensspreiding als de nijlbaarsindustrie.
Richard Abila van het Kenya Marine and Fisheries Research Institute, die een studie maakte van de situatie van het Victoriameer, pleit zelfs voor een herintroductie van de Victoriabaars als de soort door overbevissing zou verdwijnen. Hij vindt immers, net als de Tanzaniaanse regering, dat de vis een potentiële zegen is voor de lokale bevolking. Alleen heeft de kweek ervan nu het effect gehad van een goldrush, waarbij enkel de eerste investeerders rijk geworden zijn, terwijl de meerderheid van de bewoners -die alles achterlieten om zich op de beloftevolle visindustrie te storten-extreme armoede en honger lijden. (jdb)

Overbevissing in Europa


De Europese visvangst gebeurt meestal met een boomkorkotter, die zijn vangnet over de bodem sleept en de vissen opschrikt met een ketting, zodat ze in het net belanden. De nieuwe generatie boomkorkotters zijn bovendien uitgerust met sonar en gps. Ze vissen de zeeën leeg en dreigen daarmee hun eigen doodvonnis te tekenen. De EU heeft de voorbije jaren al veel maatregelen getroffen om de overbevissing tegen te gaan, maar de regels worden vaak niet afgedwongen, waardoor de overtreders kunnen begaan.
Jan Mees, directeur van het Vlaams Instituut voor de Zee en docent visserij aan de Universiteit Gent : ‘Het advies dat biologen geven voor het vastleggen van de quota verandert in een koehandel als het door de beleidsmakers besproken wordt.’ Als er dan vangstquota voor bepaalde vissoorten afgesproken worden, blijken die later niet gerespecteerd te worden. Erger nog is de blijvende illegale, niet-aangegeven en niet-gereglementeerde visvangst. Op de lange lijst van overtreders staan Spanje en Ierland al jaren bovenaan.
Jan Mees: ‘De kaalslag neemt dramatische proporties aan, omdat er na overbevissing van de continentale hellingen op zoek wordt gegaan naar nieuwe visgronden. De vissers trekken dan naar de kusten van Afrika of naar de diepzee. De vissen die ze daar “oogsten” planten zich trager voort en leven in een besloten ecosysteem. Die soorten herstellen moeilijk van overbevissing.’ Biologen denken dat het mondiale visbestand vandaag nog amper twintig procent van de oorspronkelijke biomassa bedraagt.
De enige pragmatische oplossing is het afsluiten van grote delen oceaan voor de visserij. Voor de kust van Nieuw-Zeeland is er zo’n gebied. Of er moeten ten minste alternatieven komen voor de boomkorvisserij. Die alternatieven bestaan: vissen met netten die niet over de grond slepen, of het vervangen van de zware kettingen door een systeem van elektroshocks die aangepast worden aan de beoogde vissoort. (jd)
Reageer op dit artikel via info@mo.be


Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2793   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2793  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.