Vlaamse regering beslist over subsidiedossiers MO* en IPS-Vlaanderen

Vanmorgen (16 oktober) verscheen in De Standaard een artikel waarin verslag gedaan wordt van de moeilijkheden rond de Vlaamse subsidiedossiers voor Wereldmediahuis (MO* en MO.be) en IPS-Vlaanderen.  Met dit artikel proberen we het dossier van onze kant verder te verduidelijken.

  • De Standaard Het artikel dat deze morgen (16/10) in De Standaard verscheen. De Standaard

1. De Standaard meldt dat het om een subsidiedossier van ruim één miljoen gaat. Op het einde van het artikel wordt vermeld dat dat bedrag de opgetelde subsidies van drie jaar voor twee organisaties bevat. Het gaat dus duidelijk niet om een subsidie-aanvraag voor 2013 alleen, maar om werkingssubsidies voor de jaren 2013, 2014 en 2015. Voor IPS betreft het een bedrag van 150.000 euro per jaar, voor MO* dit jaar ook. Vanaf volgend jaar worden de subsidies van MO* en MO.be in principe samengevoegd, dan gaat het over 240.000 euro voor Wereldmediahuis (uitgever MO* en MO.be).

2. Het is inderdaad verontrustend dat half oktober nog beslist moet worden over subsidies van het lopende jaar, waarin uiteraard de prestaties geleverd moesten worden om die subsidies achteraf te verantwoorden, maar zonder zekerheid dat de nodige middelen daarvoor ook voorhanden zouden zijn. Het werkjaar was dan ook ingezet met de belofte dat de voorgaande vijfjarenovereenkomst met een jaar verlengd zou worden. Daar werd nadien op teruggekomen en kregen we de vraag om een subsidiedossier voor drie jaar in te dienen, wat ook binnen de vooropgestelde timing en kaders gebeurde.

In dat verband is het ook belangrijk erop te wijzen dat Wereldmediahuis en IPS-Vlaanderen twee verschillende organisaties zijn die elk ook echt andere activiteiten ontplooien. Het feit dat onze subsidiedossiers samen behandeld worden door de Vlaamse regering gebeurt op hun vraag en heeft te maken met een inhoudelijke verwantschap (nieuws en achtergrond over mondiale tendensen en ontwikkelingssamenwerking).

3. Het negatief advies van de Inspectie Financiën baseert zich niet op het evaluatieverslag van de beheersovereenkomst 2008-2012, het gebruikt één paragraaf uit dat verslag en dat op een oneigenlijke manier. De auteur van dat verslag, prof. Stijn Joye van de UGent, heeft dat in een brief ook bevestigd. Joye schrijft zelfs dat de manier waarop met die ene paragraaf omgegaan wordt in het advies ‘botst met principes van wetenschappelijke eerlijkheid en integriteit’. We geven hieronder uitgebreider weer waarover die discussie gaat, omdat ze het wezen van het debat over de dossiers raakt. De Inspectie Financiën beweert dat de aangehaalde paragraaf bewijst dat de subsidies niet effectief zijn gezien het geringe bereik, wat wordt weerlegd door zowel het door hem aangehaalde evaluatieverslag als door onze eigen jaarverslagen.

4. Vanuit de Vlaamse regering hebben wij tot nu toe geen enkel signaal opgevangen dat wijst in de richting van het afkeuren van de dossiers. Integendeel, iedereen die wij horen bevestigt de kwaliteit van de berichtgeving en het belang van zowel MO* als IPS voor de sensibilisering en het informeren van de Vlaamse bevolking voor mondiale verhoudingen en voor het creëren van een onderbouwde betrokkenheid bij het Zuiden. Wij begrijpen alleen niet waarom de besluitvorming er dan toch zo lang over doet. En we hopen dat de bespreking van de dossiers nu spoedig en met bevestiging van de positieve appreciatie zal gebeuren.

Uitgebreidere toelichting bij de tweede (van twee) opmerkingen van de Inspectie Financiën (IF)

De inspecteur Financiën stelt dat de impact (output) van de subsidiedossiers ‘eerder marginaal is: 13 artikels waarvan 5 opiniestukken. Aldus dient de vraag gesteld naar zowel de efficiëntie als de effectiviteit van de substantiële subsidiëring.’

De opmerking van de inspecteur is gebaseerd op  een paragraaf op blz. 15 van het evaluatieverslag van Stijn Joye. Voorafgaand aan de bewuste paragraaf noteert Joye echter dat het hier enkel een poging betreft om te kijken (uitsluitend via een zoekopdracht in Mediargus) hoe vaak artikels overgenomen worden door de mainstream media. Hij stelt daarbij vast dat populaire kranten heel weinig aan bronvermelding doen, en dat dit steeds vaker ook geldt voor kwaliteitskranten. Door die opmerking  weg te laten, suggereert de inspecteur echter dat de zeer lage score in het rapport van Joye overeenstemt met de werkelijke waarde. Indien u de meer uitgebreide reactie van prof. Joye op het gebruik door de IF van het evaluatierapport wenst, kunnen wij u dat bezorgen.

Output IPS

Om te beginnen zijn de realiteiten van MO* en van IPS daarin zeer verschillend. IPS is op de eerste plaats gericht op publicatie in andere media, en realiseert die doelstelling in toenemende mate online (91 procent van de 4.002 publicaties in 2012 waren online).Die verschuiving naar online is in fase met het mediagebruik, maar niet terug te vinden in Mediargus. Bovendien duiken de referentievermeldingen naar persagentschappen (zoals Belga, maar ook IPS) zelden in Mediargus op. Een samenvatting van de realisaties van de voorbije vijf jaar geeft duidelijk aan dat IPS elk jaar alle doelstellingen die vastgelegd worden in de beheersovereenkomst heeft gehaald. In 2012 stonden tegenover elk bericht 2,11 publicaties. Ruim 4.000 overnames van de berichten werden geteld. IPS-berichten komen op meer dan 25 titels terecht. De Vlaamse en Nederlandse klanten van IPS hebben een gecumuleerd bereik van 5 miljoen lezers. In het verslag van IF wordt de indruk gewekt dat IPS in een jaar (2012) werking slechts 13 keer een publicatie in Vlaamse kranten gehad heeft. Wij hebben de bovenstaande cijfers ter verdediging bezorgd na het eerste advies, maar de IF blijft bij zijn eenzijdige lezing van de uit zijn context gehaalde paragraaf in het evaluatieverslag van prof. Joye.

IPS Vlaanderen heeft een breed, mainstream publiek. Dankzij klanten als Roularta (Knack.be), De Persgroep (HLN.be, DeMorgen.be) en Concentra (GvA.be, HBvL.be, Vandaag.be, Zita.be) bereikt IPS Vlaanderen een publiek dat zelden in aanraking komt met berichten uit en over het Zuiden; wat een plus is inzake ontwikkelingseducatie. Het overnamecijfer van 2,5 per gemaakt bericht geeft weer dat IPS Vlaanderen een vraag uit de mediamarkt beantwoordt. Gezien die gerealiseerde publicaties, is de kostprijs in feite beperkt voor de Vlaamse overheid. IPS Vlaanderen past de dienstverlening flexibel aan de wijzigende mediamarkt aan (keuze voor online; nieuwe thema’s).

Output Wereldmediahuis / MO*

MO* is op de eerste plaats gericht op publicatie via de eigen platformen (maandblad, website, nieuwsbrief, papers). De doelstellingen die vastgelegd werden in de beheersovereenkomst en de doelstellingen die overeengekomen werden voor de ingediende werkingssubsidies 2013-15 zijn daarover duidelijk. De kritiek van de IF dat MO*magazine slechts 14 keer vermeld werd in de Vlaamse kranten is dan ook niet gebaseerd op opgelegde doelstellingen, maar op persoonlijke verwachtingen.

De werkelijke output van Wereldmediahuis is uiteraard veel groter dan de gesuggereerde 14 vermeldingen. Op MO.be werden in 2012 bijvoorbeeld 2618 artikels gepubliceerd. In 2012 haalden we een gemiddeld bezoekersaantal van 49.218 unieke bezoekers per maand, de voorbije maanden lag dat aantal al rond 65.000. Daar bovenop streeft MO* ernaar via andere media de inhoud van zijn onderzoek en reportages te verspreiden bij een nog ruimer publiek. In onze eigen pige-tabellen (die gepubliceerd worden in het jaarverslag 2012) tellen we voor 2012 niet minder dan 260 keren dat MO*redacteurs geciteerd, geïnterviewd of geherpubliceerd werden in andere media (48 maal op radio, 11 maal op tv, 32 maal in kranten, 18 maal in week- en maandbladen, 145 maal online en 7 andere), naast 25 verwijzingen in parlementaire vragen of maatschappelijk impactvolle debatten.

Flanders Today?

De opmerking van de inspecteur-generaal dat Flanders Today een voorbeeld a contrario is (veel meer impact realiseert dan WMH en IPS), lijkt niet echt te kloppen als we voorgaande cijfers vergelijken met de gegevens die we vinden in een antwoord dat minister-president Kris Peeters gaf op parlementaire vragen op 11.01.11. Peeters verwijst naar een evaluatierapport waaruit blijkt dat de oplage van FT in print 28.000 exemplaren was, met een geschat bereik van 75.000, op basis van lezersonderzoek dat aangeeft dat elk exemplaar door drie mensen gelezen wordt. Die cijfers zijn dus, contrario de opinie van de inspecteur-generaal, niet indrukwekkender dan de oplage van 110.000 van MO* en een CIM geattesteerd lezersbereik van 164.100 op het laatst onderzochte nummer en een jaarbereik van 321.000 lezers. Het verbaast trouwens dat ondanks het feit dat we deze cijfers in reactie op het eerste advies aan de IF bezorgden, de IF in zijn tweede advies over dat lezersbereik (164.100) toch nog de opmerking maakt: ‘Hoeveel van die gratis exemplaren worden effectief gelezen? Of, a contrario, hoeveel gaan er vertikaal naar de papierbak?’ Ten overvloede dus: de CIM-cijfers geven niet de oplage aan, maar het wetenschappelijk onderzochte aantal volwassen Vlamingen dat een bepaald nummer effectief ter hand genomen heeft en erin gelezen heeft. De methode die voor MO* toegepast wordt is niet anders dan de methode die voor andere kranten en weekbladen toegepast wordt.

Gezien de hiervoor samengevatte gegevens, is niet verwonderlijk dat Stijn Joye in zijn evaluatierapport tot volkomen andere conclusies komt dan de inspecteur Financiën, en vaststelt dat IPS op het vlak van bereik ‘positieve resultaten kan voorleggen’ en dat ‘MO* magazine nog steeds een groot publiek van 164.100 Vlaamse lezers’ bereikt, ‘wat voor een gedrukt alternatief medium uitzonderlijk goede cijfers zijn.’

In verband met de andere opmerking van IF, namelijk dat er onvoldoende beleidskader is voor het toekennen van de subsidie, beperken we ons tot onderstaande bemerkingen:

Het is belangrijk om te verwijzen naar de Beleidsverklaring Buitenlands Beleid, Internationaal Ondernemen en Ontwikkelingssamenwerking 2009-2014 waarin de minister-president onder punt 8.7 Versterking van het draagvlak voor ontwikkeling duidelijk stelt dat: ‘Een voluntaristische agenda voor ontwikkeling maar tot stand kan komen mits deze ook door de bevolking gedragen wordt. Een beter inzicht in de ontwikkelingsproblematiek en een betere kennis van de hedendaagse vraagstukken inzake internationale samenwerking bij brede lagen van de bevolking zijn dan ook noodzakelijke fundamenten van een Vlaams ontwikkelingsbeleid. De financieel-economische crisis, met haar mogelijke negatieve impact op de solidariteit met het Zuiden, versterkt de noodzaak om blijvend in te zetten op draagvlakverruiming.’ (Die laatste opmerking verwijst in voetnoot naar een artikel van Thalif Deen, gepubliceerd door IPS Vlaanderen).

De doelmatigheid van de subsidie aan beide organisaties wordt verder uitdrukkelijk bevestigd door het Vlaams Parlement in zijn Resolutie Betreffende de opwaardering van de buitenlandberichtgeving in de Vlaamse media, ingediend door Vlaamse volksvertegenwoordigers van CD&V, N-VA en sp.a, en in plenaire zitting op 6 juli 2011 goedgekeurd met steun van Groen, LDD en Open VLD (Vlaams Belang onthield zich). Als eerste punt in een lijst van vier grote acties die het Vlaams Parlement in de Resolutie aan de regering vraagt, lezen we: ’Het Vlaams Parlement vraagt aan de Vlaamse Regering om, rekening houdend met de budgettaire beperkingen, te stimuleren dat er meer aandacht komt voor kwaliteitsvolle berichtgeving en duiding omtrent het buitenland in de Vlaamse media door:  1° Vlaamse informatieknooppunten, zoals bijvoorbeeld IPS en MO*, met expertise omtrent (een aspect) van het buitenland verder te versterken.’

Bijkomende informatie is te verkrijgen bij MO*hoofdredacteur Gie Goris (02.536 19 64 of 0478.56 67 21 of gie.goris@mo.be)

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.