VN onderzoeken betrokkenheid bij moord op Haïtiaanse burgers

De VN-vredesmissie op Haïti gaf maandag voor het eerst toe dat er misschien burgers gewond of gedood werden tijdens de raid. De Minustah had de beschuldigingen eerder altijd categoriek ontkend. Nu klinkt het dat er nooit burgers werden geviseerd maar dat de missie eventuele gewonden of doden diep betreurt.

De operatie van 6 juli was bedoeld om gewapende bendes uit te schakelen die volgens de VN de inwoners van de hoofdstad terroriseren. Er namen 400 blauwhelmen en leden van de Haïtiaanse politie aan deel.

Volgens sommige mensenrechtengroepen werd er ook met scherp geschoten op burgers. Op basis van getuigenissen en videobeelden maakte de Amerikaanse mensenrechtengroep San Francisco Labour Council gewag van minstens 23 burgerdoden, waaronder ook vrouwen en kinderen. Een video-opname toont onder meer Sonia Romelus, een 22-jarige moeder, die gedood werd door dezelfde kogel als haar eenjarig kind. Dat ligt levenloos naast haar, samen met het lichaam van haar 4-jarige zoon Stanley, die een kogel in het hoofd kreeg.

Critici van de VN-vredesmissie betreuren dat de Minustah volledig de kant kiest van de Haïtiaanse politie. Die handhaaft niet enkel de orde, maar treedt ook repressief op tegen vermeende aanhangers van de afgezette president Jean-Bertrand Aristide. In arme wijken als Cité Soleil zou de politie standrechtelijke executies uitvoeren. In plaats van de moordpartijen te stoppen, stimuleert de VN de slachtingen, zegt Pierre Labossiere van het Haiti Action Committee, een groep met basis in de VS. De internationale gemeenschap mag dat niet accepteren. (MM/PD)