Voedseltop levert vooral beloften op

Vertegenwoordigers van nationale overheden, hulporganisaties, vakbonden, bedrijven en universiteiten uit een honderdtal landen waren in Madrid bijeen om oplossingen te zoeken voor de bijna één miljard mensen die wereldwijd honger lijden. Er werd ook nagegaan welke vooruitgang er geboekt is sinds de top in juni 2008 in Rome. De bijeenkomst in Madrid was georganiseerd door de Verenigde Naties en de Spaanse regering.
 
Op de top werden geen concrete stappen afgesproken, maar de deelnemers legden wel sterke verklaringen af over de noodzaak om iets te ondernemen. De slotverklaring roept regeringen en internationale instellingen op om hun beloftes na te komen.
De deelnemers drukten ook de “dringende nood” uit “om nog harder te proberen de internationale beloften na te komen om de financiële steun drastisch te verhogen, met name wat voedselhulp en landbouwontwikkeling betreft.”
Niet-gouvernementele organisaties waren ook blij met de oproep van de deelnemers om “alle vormen van concurrentievervalsende subsidies af te schaffen, om zo een eerlijke handel in landbouwproducten te stimuleren.”

Crisis nog niet voorbij

Jacques Diouf, baas van de Voedsel- en Landbouworganisatie FAO, zei dat de “crisis nog steeds woedt en nog altijd erger kan worden.” Hij stelde de Amerikaanse president Barack Obama voor om “een wereldtop rond Voedselveiligheid bijeen te roepen met staatshoofden van over de hele wereld, om een brede consensus te smeden en honger snel en voor al altijd uit de wereld te helpen.”
De Spaanse minister van Buitenlandse zaken Ángel Moratinos riep alle regeringen van rijke landen op om hun belofte na te komen en 0,7 procent van hun bruto binnenlands product tegen 2012 voor ontwikkelingshulp te voorzien. Spanje heeft zich alvast voorgenomen om dat te doen, zei hij. “De landen in het Noorden hebben het geld en de middelen, we kennen de oplossingen en we kunnen en moeten ze toepassen”, zei Moratinos.
Op één van de werkgroepen zei de vertegenwoordiger van de Wereldvakbondsfederatie (WFTU), die wereldwijd 65 miljoen werknemers verenigt, dat de oplossing eenvoudig is. Als het budget van de Navo met amper 10 procent verminderd wordt, kan de officiële ontwikkelingshulp met 100 miljard dollar verhoogd worden.