Vredesinitiatieven van de 'société civile' in Congo

De ‘Société Civile’, het georganiseerde verenigingsleven, staat centraal in het nationaal debat over democratie en ontwikkeling in Congo-Kinshasa. De strijd tegen de dictatuur, de voorbereiding van vrije en transparante verkiezingen, de mobilisering van nationale en internationale publieke opinie rond de huidige oorlog, het zijn allemaal problemen waarrond op het Congolese politieke toneel een ruime waaier van groepen en organisaties een reveil meemaakt. Het zijn die groeperingen die aangeduid worden onder de gemeenschappelijke benaming Société Civile.
Wanneer je de huidige gebeurtenissen bekijkt, dan zie je dat de activiteiten van die organisaties in ruime mate beheerst worden door diverse vredesinitiatieven. Enkele jaren geleden waren het vooral de projecten rond opvoeding en democratie die de aandacht trokken. Die initiatieven vormen het contactpunt tussen de niet-gouvernementele organisaties van het Noorden en die van het Zuiden. Vraag is: in hoeverre kunnen die initiatieven werkelijk bijdragen tot de vrede?

1. DE SOCIÉTÉ CIVILE

De term société civile slaat in Congo op een hele reeks organisaties en initiatieven die gaan van de niet-gouvernementele ontwikkelingsorganisaties en de religieuze orden tot diverse vakbonden en beroepsorganisaties (arbeidersvakbonden, patroonsorganisaties, vrouwenverenigingen, orde van advocaten, orde van geneesheren…) , over allerlei particuliere initiatieven en verenigingen (mensenrechtenorganisaties, culturele en sportieve groeperingen, vrouwen- en jongerenverenigingen, mutualiteiten met een tribale inslag, enzovoort) en een rits groepen die allemaal samen de onderdelen uitmaken van de société civile. Eén van de kenmerken van de Congolese société civile is dat er geen coördinatie bestaat op het nationale vlak. Alle pogingen om een nationaal coördinatie-orgaan op te richten zijn mislukt.

In tegenstelling tot de politieke partijen streven de organisaties van de société civile niet naar het verwerven van de macht. Ze houden zich bezig met de bevolking, met de achtergestelden en de verwaarloosden, met het algemeen welzijn en de basisnoden. De société civile is een netwerk dat de diepste verlangens van de bevolking vertolkt: het verlangen naar vrede, het verlangen naar waardigheid en welzijn. In de mate waarin de tegemoetkoming aan die verlangens de bestaansreden is van de staat, rijst met de opkomst van de société civile het probleem van de band tussen staat en volk. De heropleving van de société civile in Congo heeft de volkse dimensie van de sociale dynamiek duidelijker gemaakt, omdat wat wij société civile noemen aardig lijkt op wat doorgaans ‘het volk’ wordt genoemd. Wanneer je haar in die staatscontext plaatst, staat ze niet los van de politiek. De strijd die ze voert is ondubbelzinnig politiek. Dat blijkt overigens uit de etymologie: het begrip ‘civitas’ verwijst immers naar de ‘polis’, zeg maar de politiek. De drijvende krachten van de société civile zijn dezelfde als die van de staat: het burgerschap, de economische en politieke structuren van de maatschappij. Haar huidige opbloei is gebonden aan de mobilisatie van de armen, van de achtergestelden. Ze slaat evenzeer op de democratisering en de participatie van de burgers aan het beheer van het openbare leven. Haar doelwitten zijn: de macht, de staat, de patroons die het volk uitbuiten, het tribalisme, het verwaarlozen van of het tekort aan infrastructuur, de jeugd en allerlei wantoestanden en schendingen van mensenrechten. Maar wanneer de mensen zich als société civile identificeren, dan verwijzen ze naar een autonome organisatie- en actiestructuur, waarbinnen ze op een ruimere en radicalere manier hun politieke en economische vragen kunnen formuleren.

Vanzelfsprekend hebben heel wat thema’s die momenteel hoog op de agenda staan van de organisaties van de société civile een lange voorgeschiedenis in het bestaan van de Republiek: de aanpak van ondervoeding, analfabetisme, armoede, straatkinderen, van gezondheid en onderwijs, het stond allemaal in het programma van de achtereenvolgende regeringen. Andere onderwerpen daarentegen zijn volkomen nieuw, ze vloeien voort uit de recente politieke en economische ontwikkelingen op het nationale en het internationale vlak. Dat is bijvoorbeeld het geval voor milieu, mensenrechten en democratie. Bovendien worden sommige traditionele thema’s vandaag anders bekeken: ze vertonen facetten en dimensies die totnogtoe onbekend waren. Dat geldt bijvoorbeeld voor vrouwendiscriminatie of etnische identiteit. De huidige société civile vertoont een complex samenspel van breuk en continuïteit tegenover de taken die behoren tot de klassieke rol van de staat.

Sedert de aanvang van de strijd tegen de militaire dictatuur van president Mobutu heeft de Congolese société civile altijd de voorkeur gegeven aan de geweldloze strijd. Geweldloosheid is tegelijk haar filosofie en haar strijdmethode. Die bestaat erin het kwaad - zoals onrechtvaardigheid, armoede, discriminatie - te bestrijden met specifieke ‘wapens’ die niets te maken hebben met de wapens van dood en vernietiging die doorgaans worden gebruikt door de machthebbers: willekeurige arrestaties, ontvoeringen, leugens en manipulatie, brutaal optreden van het leger.

De eigen wapens van de geweldloosheid zijn onder andere: dialoog en onderhandeling, audiënties, open brieven en petities (dat zijn de lichte wapens), of ook nog betogingen, optochten, sit-ins (het zwaardere geschut). Geweldloosheid gebruikt rechtvaardigheid om de onrechtvaardigheid te bestrijden, liefde tegen de haat, waarheid tegen de leugen. Geweldloosheid is iets heel anders dan onverschilligheid en passiviteit. Jean Goss ziet de geweldloze strijd als een actieve en positieve vorm van strijd. Geweldloosheid heeft spectaculaire resultaten opgeleverd in talrijke landen: in India met Gandhi, in de Verenigde Staten met Martin Luther King, in El Salvador met Mgr Romero, in Brazilië met Mgr Helder Camara. Met de ervaring voor ogen van deze voorbeelden is de Congolese société civile er destijds in geslaagd de werkzaamheden van de Nationale Conferentie te doen hervatten toen die eenzijdig waren stopgezet door het bewind. Daardoor is uiteindelijk één van de hatelijkste dictaturen van deze tijd, de Mobutu-dictatuur, door de knieën gegaan.

2. DE VREDESINITIATIEVEN VAN DE CONGOLESE SOCIÉTÉ CIVILE

De militanten van de Congolese société civile halen hun inspiratie voor hun opstelling tegenover de nieuwe situatie in Congo, tegenover de oorlog, uit dezelfd bron. Maar de toestand is volkomen veranderd, de inzet is nu veel groter, de strijd is niet meer dezelfde. Het is belangrijk te weten wie de nieuwe protagonisten zijn van het Congolese drama en te onderzoeken welke hun diepere drijfveren zijn. De oorlogen die Congo verwoesten sinds 1996 mogen niet worden beschouwd als louter Congolese aangelegenheden, zelfs al hebben de organisatoren en de geldschieters ervan - wellicht om strategische en politieke redenen - Congolezen betrokken bij hun macabere plannen. Er zijn momenteel twee dimensies in de Congolese puzzel. Eerst en vooral het intern Congolese niveau, met zijn contradicties, zijn dictaturen, zijn onbekwaamheden, zijn onverantwoordelijkheden. Daarnaast is er het regionale niveau: de buurlanden Rwanda, Uganda en Burundi die - wellicht ook voor rekening van hun broodheren in andere Afrikaanse landen - in Congo zijn binnengevallen. Zij hebben de Congolezen niet om hun mening gevraagd. De Rwandese vice-president en minister van defensie Kagame heeft het in een interview met ‘La Libre Belgique’, in 1999, zo gezegd: ‘Wij zijn in Congo niet uitgenodigd door de Congolezen, maar door onze veiligheidsproblemen. We moeten er nog blijven’. De vredesinitiatieven van de diverse groepen in de société civile richten zich uiteraard uitsluitend op het louter intern Congolees aspect.

Onder de verschillende onderdelen van de société civile hebben de religieuze orden altijd een vooraanstaande rol gespeeld. De voorzitter van de Nationale Conferentie, Mgr Monsengwo, komt uit die groep. Momenteel staan de religieuze orden nog altijd op de eerste rij in het gevecht voor de vrede. Dat blijkt onder meer door het grote aantal documenten in initiatieven van die groep. De leden van die groep zijn dan ook het geliefkoosde doelwit van de nieuwe heersers die pogen hun macht te consolideren. Uit een verslag van een mensenrechtenorganisatie van Kivu blijkt de slechte verhouding tussen de rebellenleiders en de religieuze oversten, vooral van katholieke signatuur. Sinds de dood van Mgr Munzihirwa in 1996 is de lijst van vermoorde kerkmensen almaar langer geworden: vijf priesters in het bisdom Bukavu en in Kasika, één diaken, drie nonnen van Uvira, drie in Bukavu, twee in Goma, acht priesters en drie nonnen uit Rwanda in Maniema. En dan beperken we ons nog tot gevallen die in Kivu zijn geregistreerd.

Ook de lekenorganisaties zitten niet stil. Vredesontmoetingen en -verklaringen zijn er zowat overal ter wereld. We citeren hier slechts de initiatieven die de grootste mediabelangstelling hebben gekregen, maar er zijn er veel meer, zoals bijvoorbeeld het vredesplan dat de Société Civile van Zuid-Kivu in november 1998 publiceerde, een tekst die de ondertekenaars flink wat problemen opleverde. De ontmoeting van Antwerpen (januari 1999), die van Bonn (februari 1999), de bijeenkomst van Nairobi (april 1999), die van Johannesburg (mei 1999) en vooral de nationale workshop van de kerken en de société civile in de elf provincies van de Democratische Republiek Congo (Kinshasa, 4 tot 9 oktober 1999). Die laatste ontmoeting leek me erg belangrijk wegens het onderwerp ‘Vrede, onschendbaarheid van het grondgebied en verzoening’ en door het streefdoel, ‘een gezamenlijke interpretatie geven van het akkoord van Lusaka over een staakt-het-vuren, en de rol bepalen die de Société Civile en de kerken moeten spelen om de vrede te consolideren, om strategieën uit te werken die het mogelijk moeten maken voor de Société Civile en de kerken om bij de dialoog onder Congolezen uit één mond te spreken. ..’ Overal is de kreet dezelfde: Neen aan de oorlog. Neen aan de ‘balkanisering’ van Congo.

Er moet worden bijgezegd dat al die initiatieven niet altijd goed zijn onvangen door de politici aan de macht. Zo zijn de afgevaardigden die aanwezig waren op de bijeenkomst van Johannesburg bij hun terugkeer in Kinshasa ernstig lastiggevallen. Net als de afgevaardigden van de Société Civile in Goma en Bukavu, zowel bij hun vertrek als bij hun terugkeer.

3. DE UITWEG UIT DE CRISIS

De deelnemers aan de ontmoeting van Antwerpen hebben twee oplossingen voor de crisis gesuggereerd, die al vaker zijn aangebracht. Versterking van de Congolese staat en aanmoediging van de democratie in de regio. De versterking van de staat moet zorgen voor verantwoordelijke en gewetensvolle leiders die begaan zijn met het algemeen belang, voor een sterk en gedisciplineerd nationaal leger en voor een strenge en efficiënte administratie. Het heropstarten van het democratiseringsproces moet in alle landen van de regio gebeuren, anders dreigt één van die landen een toevluchtsoord te worden voor vluchtelingen uit ondemocratische buurlanden. Maar daarvoor moet er onmiddellijk een einde komen aan de oorlog. En daarvoor moeten de akkoorden van Lusaka rigoureus worden nageleefd.

Blijft de vraag: Wie moet er zorgen voor de versterking van de staat, voor verantwoordelijke leiders en voor een sterk leger? Wie gaat er democratische regimes oprichten in de landen rond de Grote Meren? ‘That’s the question’.

Modeste Wasso Mbilizi is voormalig voorzitter van de Société Civile in Zuid-Kivu en van de ‘Association pour la Promotion des Droits de l’Homme au Sud-Kivu’ (APDH). Hij is ook lid van de ‘Groupe de Réflexion et d’Analyse Politique, Economique et Sociale’ (GRAPES), van het aartsbisdom Bukavu.

BIBLIOGRAFIE

BRAECKMAN, Colette, La nouvelle société civile est déjà là…

In Le Monde Diplomatique, n° 470, mei 1993, pp. 18

GOSS-MAYR, Jean et Hildegarde, Evangile et luttes pour la paix, Séminaire d’entraînement à la non-violence évangélique et ses méthodes d’engagement, Editions Labor et Fides, Genève, 1989

RYCKMANS, Geneviève, Les organisations non-gouvernementales et la société civile, Cahiers africains/Afrika Studies, n° 9-10-11, september 1994, pp. 235-239.

WILLAME, Jean-Claude, Gestion verticale et horizontale des crises identitaires. La gestion “par le bas”: la montée en phase de la société civile, Cahiers africains/Afrika Studies, n° 25, maart 1997, pp. 120-131

ID., L’odyssée Kabila. Trajectoire d’un Congo nouveau, Editions Karthala, Paris, 1999.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2793   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2793  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.