Vrouwen zijn daders en slachtoffers in onderschatte mensenhandel
Mensenhandel wordt door veel regeringen onvoldoende ernstig genomen, zegt het VN-Agentschap voor Drugs en Misdaad in een nieuw rapport.
Chaima Haskal . 14 februari 2009
Volgens een rapport dat donderdag door de VN-Agentschap voor Drugs en Misdaad (UNODC) werd gepubliceerd, blijkt dat vrouwen het meest betrokken zijn bij ‘de handel in personen’. Het rapport, bestaande uit 292 pagina’s, is de eerste studie die een grootschalige kijk geeft op de 155 landen die akkoorden met de VN hebben ondertekend waarmee ze zich engageren om wetten of overeenkomsten tegen mensenhandel te verwezenlijken. Slechts 61 landen hebben concrete gegevens aan de VN overgemaakt.
Onderzoekers beschikken nog steeds over te weinig data om een duidelijk overzicht te krijgen van de omvang van het probleem. Landen als China, Iran en Saoedi-Arabië bezorgden geen bruikbare gegevens. Experts vrezen dat de gedwongen arbeidsexploitatie zal toenemen door de vraag naar goedkopere goederen en diensten, en het instorten van de wereldeconomie.
In Oost-Europa en Centraal-Azië zijn 60 procent van de mensenhandelaars vrouwen, veel van hen waren vroeger zelf slachtoffer. In 71 landen is het aantal geïdentificeerde slachtoffers tussen 2003 en 2006 gestegen van 11.700 naar 14.900. Seksuele uitbuiting telt voor 79 procent van alle mensenhandel en de meeste slachtoffers zijn vrouwen en meisjes. Gedwongen arbeiders komen op de tweede plaats en zijn moeilijker te identificeren. Ze werken in mijnen, fabrieken en privéhuizen. De handel in organen, gedwongen huwelijken en de kindsoldaten vormen ook een grote problemen.
De inspanningen om de slavenhandelaars te vervolgen, op te sporen en aan te geven worden sterk gehinderd door het gebrek aan bruikbare wettelijke middelen. De VN signaleren de nood aan meer gesofisticeerde middelen om de slachtoffers op te sporen en het probleem van mensenhandel te bestrijden.
Onduidelijkheid
Onderzoekers beschikken nog steeds over te weinig data om een duidelijk overzicht te krijgen van de omvang van het probleem. Landen als China, Iran en Saoedi-Arabië bezorgden geen bruikbare gegevens. Experts vrezen dat de gedwongen arbeidsexploitatie zal toenemen door de vraag naar goedkopere goederen en diensten, en het instorten van de wereldeconomie.
In Oost-Europa en Centraal-Azië zijn 60 procent van de mensenhandelaars vrouwen, veel van hen waren vroeger zelf slachtoffer. In 71 landen is het aantal geïdentificeerde slachtoffers tussen 2003 en 2006 gestegen van 11.700 naar 14.900. Seksuele uitbuiting telt voor 79 procent van alle mensenhandel en de meeste slachtoffers zijn vrouwen en meisjes. Gedwongen arbeiders komen op de tweede plaats en zijn moeilijker te identificeren. Ze werken in mijnen, fabrieken en privéhuizen. De handel in organen, gedwongen huwelijken en de kindsoldaten vormen ook een grote problemen.
De inspanningen om de slavenhandelaars te vervolgen, op te sporen en aan te geven worden sterk gehinderd door het gebrek aan bruikbare wettelijke middelen. De VN signaleren de nood aan meer gesofisticeerde middelen om de slachtoffers op te sporen en het probleem van mensenhandel te bestrijden.
Maak MO* mee mogelijk.
Word proMO* net als 2790 andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.
Meer verhalen
-
Reportage
-
Nieuws
-
Nieuws
-
Nieuws
-
Nieuws
-
Nieuws