VS gaan door met wapenverkoop aan Irak

De Obama-administratie wil de verkoop van zware wapens aan het Iraakse leger voorzetten. Daarbij wordt weinig rekening gehouden met de oplaaiende machtstrijd in Irak en de groeiende bezorgdheid dat de sjiitische eerste minister Nouri al-Maliki alle macht naar zich toe wil trekken.

  • Army Medicine Twee Amerikaanse soldaten plannen samen met een Iraakse soldaat een route door de stad Abu Ghraib. De laatste Amerikaanse troepen hebben Irak verlaten, maar de VS blijven het Iraakse leger wel wapens leveren. Army Medicine

De Amerikaanse wapenleveringen aan Irak bevatten onder meer moderne straaljagers en gevechtstanks. Ook militaire trainingen maken deel uit van de steun uit Washington aan het Iraakse leger. Het totale kostenplaatje van de wapenverkoop zou oplopen tot elf miljard dollar.

‘Het doel van deze “arrangementen” is steun aan de Irakezen zodat ze een veiligheidsbeleid kunnen opbouwen en zich kunnen verdedigen tegen externe dreigingen’, verduidelijkte John Kirby, een woordvoerder van het Pentagon.

Met het vertrek van de laatste Amerikaanse troepen uit Irak een tiental dagen geleden, werd de volledige verantwoordelijkheid voor de veiligheid in het land aan de Iraakse autoriteiten overgedragen. Het Iraakse leger, dat voor de Perzische Golfoorlog van 1991 een aanzienlijke slagkracht had, werd in 2003 echter ontbonden door de Amerikanen. Ook de Iraakse politiediensten werden toen ontmanteld. Het doel van de VS was om een nieuw veiligheidsapparaat op te richten die de sektarische en etnische diversiteit van het land weerspiegelt.

Dit nationale leger is vandaag echter nog niet sterk genoeg om op eigen benen te staan. Zo stond onlangs in een rapport van de Speciale Inspecteur-Generaal voor de Wederopbouw van Irak te lezen dat de Iraakse legerleider Babaker Zebari waarschuwt dat de Iraakse strijdkrachten vóór 2020 niet in staat zullen zijn om het land adequaat te verdedigen.

Oplaaiende machtsstrijd

Het nieuws dat de VS hun wapenleveringen aan Irak voortzetten, komt er ondanks de verbeten machtsstrijd die zich sinds het vertrek van de Amerikanen op het hoogste politieke niveau van het land ontketend heeft. Terwijl Barack Obama volhoudt dat de Irak-oorlog meer democratie en stabiliteit gebracht heeft, duikt het spook van een nieuw sektarisch conflict tussen soennieten en sjiieten steeds meer op.

Amper een dag na de terugtrekking van de laatste Amerikaanse troepen, vaardigde de sjiitische eerste minister al-Maliki een arrestatiebevel uit tegen de soennitische vice-premier Tariq al-Hashemi. De premier beschuldigt al-Hashemi ervan de leider te zijn van een doodseskader dat het gemunt heeft op Iraakse functionarissen. Al-Maliki beweert hiervoor over bewijzen te beschikken en heeft de Koerdische autoriteiten in het noorden van het land, waar al-Hashemi momenteel vertroeft, gevraagd om de vice-premier uit te leveren.

Als reactie op het arrestatiebevel voor al-Hashemi, willen de soennitische regeringspartijen de Iraakse regering boycotten. Zij gaan niet akkoord met de autoritaire manier waarop al-Maliki het land bestuurt. Laatstgenoemde liet op de Iraakse televisie echter al weten dat alle soennitische ministers uit hun functie ontheven zullen worden als ze hun boycot tegen het bewind voortzetten.

Ook onder de Iraakse bevolking is het sinds het vertrek van de Amerikaanse troepen behoorlijk onrustig. Zo werd Baghdad vorige week getroffen door een golf van bomaanslagen waarbij minstens zestig mensen het leven lieten. De aanslagen, die hoofdzakelijk sjiitische wijken troffen, werden opgeëist door de Islamitische Staat Irak, de Iraakse tak van (het soennitische) Al Qaeda.

Sektarisch leger

Waarnemers vrezen dat al-Maliki een door sjiieten gedomineerde eenpartijstaat wil creëren en zich wil ontdoen van de broze machtsdeling die de Iraakse regering onder de Amerikaanse bezetting kenmerkte. Ze wijzen daarbij onder andere op het feit dat al-Maliki een akkoord aan zijn laars lapte dat zijn machtsmisbruik om de soennieten te marginaliseren moest inperken. De VS hadden Iraakse overheidsvertegenwoordigers nochtans te kennen gegeven dat de naleving van dit akkoord een voorwaarde was om militaire steun te blijven ontvangen.

Iraakse politici en analisten waarschuwen ook  dat het Iraakse leger -in tegenstelling tot wat Iraakse overheidsvertegenwoordigers en Amerikanen graag beweren– in feite een sektarische macht is. Het leger is volgens hen geëvolueerd tot een een samenraapsel van sjiitische milities die meer geïnteresseerd zijn in het marginaliseren van de soennieten dan in het beschermen van ’s lands soevereiniteit.

Toch gaan de VS door met hun wapenleveringen aan het Iraakse leger. ‘Het is heel riskant om een sekarisch leger te bewapenen’, vertelt Rafe al-Essawi, de Iraakse minister van Financiën en een belangrijke soennitische politicus. ‘Op het einde van de rit zal het resultaat een formeel militieleger zijn’, gaat hij bezord verder. In het geval van een nieuw sektarisch conflict is het nog maar de vraag hoe de wapens dan gebruikt zullen worden.

Volgens sommige analisten hebben de Amerikaanse wapenleveringen aan Irak ook met Iran te maken. ‘Washington heeft besloten om Irak door nauwe militaire samenwerking en de verkoop van grote wapensystemen te steunen als tegengewicht tegen Iran’, besluit Joost Hiltermann van de onderzoeksinstelling International Crisis Group.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2793   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2793  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.