VS veroordelen aanslag in Iran

Bij de dubbele aanslag in de stad Zahedan kwamen tientallen mensen om, waaronder officieren van de Iraanse Revolutionaire Garde. Er vielen bijna driehonderd gewonden.

Jundallah heeft de aanslagen naar eigen zeggen uitgevoerd als vergelding voor de executie vorige maand van de de leider van de groep, Abdolmalek Rigi.

“Ik veroordeel de terroristische aanslag op een moskee in Iran met klem”, stelt Obama in een verklaring van het Witte Huis. “De moord op onschuldige burgers in een plaats van gebed is een onaanvaardbare misdaad, en diegenen die hem hebben uitgevoerd moeten ter verantwoording geroepen worden.”

In een afzonderlijke verklaring veroordeelde minister van Buitenlandse Zaken Hillary Clinton de aanslagen “in de hardste bewoordingen”. De verklaring suggereert dat Jundallah, de groep die de aanslagen opeist, toegevoegd kan worden aan de terreurlijst van het ministerie. “Deze aanslag, samen met de recente aanslagen in Oeganda, Pakistan, Afghanistan, Irak en Algerije, onderstreept de nood aan samenwerking binnen de internationale gemeenschap om terroristische organisaties te bestrijden die het leven van onschuldige burgers bedreigen”, stelt de verklaring.

“Amerikaanse steun”

De Iraanse overheid beschuldigt de VS en Groot-Brittannië ervan Jundallah te steunen en mede verantwoordelijk te zijn voor de aanslagen. Een aantijging die ontkend wordt door de VS, maar die gevoed wordt door het feit dat Jundallah – in tegenstelling tot andere Iraanse terreurgroepen -  nog steeds niet op de Amerikaanse terreurlijst staat.

Drie jaar geleden meldde de zender ABC News dat de organisatie volgens inlichtingenbronnen in Pakistan en de VS “in het geheim aangemoedigde en geadviseerd werd” door de VS sinds 2005. De CIA ontkende prompt dat ze directe steun verleende aan de groep, maar waarnemers vermoeden dat dat wel gebeurt via de Pakistaanse inlichtingendienst ISI of via Saoedi-Arabië.

Terreurlijst

De groep op de terreurlijst plaatsen zou een duidelijk signaal geven dat de VS zich distantiëren. Maar het ministerie van Buitenlandse Zaken ontwijkt de vraag. “We kunnen daar geen commentaar op geven”, zegt het ministerie. “Als we op voorhand zouden te kennen geven wie er op de lijst komt, zou dat terroristische organisaties de mogelijkheid geven om zich in te dekken tegen de praktische gevolgen ervan.”

Obama en Clinton maakten hun condoleances ook niet over aan de Iraanse overheid, maar beperkten zich tot de slachtoffers en de Iraanse bevolking. “De VS staat naast de families en de geliefden van de de slachtoffers, en het Iraanse volk” zei Obama.