VS willen voedselhulp hervormen

Hulporganisaties die zich bezighouden met honger en armoede, zijn positief over de mogelijke verandering in de manier waarop de VS internationale voedselhulp distribueren.

De Verenigde Staten zijn wereldwijd de grootste verstrekkers van voedselhulp. Hulpverleners pleiten al tientallen jaren voor een ander distributiesysteem. “Het lijkt erop dat de president niet wil bezuinigen, maar voedsel plaatselijk wil inkopen in plaats van die ‘in natura’ te verstrekken, zoals we dat jarenlang gedaan hebben. Dat zou geweldig nieuws zijn, al komt het vijftig jaar te laat”, zegt Karen Hansen-Kuhn, internationaal programmadirecteur van het Institute for Agriculture and Trade Policy (IATP). “Als voedsel ter plaatse wordt ingekocht, is dat efficiënter en profiteren boeren ter plaatse ervan.”

Flexibiliteit

Het IATP heeft samen met elf andere humanitaire organisaties een verklaring uitgegeven waarin een hervorming van de voedselhulp wordt verwelkomd. In de verklaring wordt niet opgeroepen tot een directe einde aan de voedselhulp in natura, maar eerder tot meer flexibiliteit.

Diverse groepen beweren dat de regering de verantwoordelijkheid voor voedselhulpprogramma’s wil verschuiven van het ministerie van Landbouw naar USAID, maar dit is niet bevestigd door het Witte Huis. De regering zou ook overwegen het ‘te gelde maken’ van voedselhulp te stoppen. Bij dat proces geeft Washington Amerikaans graan aan plaatselijke organisaties, die het mogen verkopen. Critici zeggen dat deze methode inefficiënt is.

In de afgelopen halve eeuw is zijn de VS de grootste donor van voedselhulp geworden. Vorig jaar reserveerde het Congres 2,5 miljard dollar voor dergelijke programma’s. Daarvan ging 1,5 miljard naar Food for Peace.

Food for Peace werd in 1954 opgericht en maakte gebruik van de enorme Amerikaanse graanvoorraden. Graan werd gedistribueerd onder hongerigen in de wereld en leverde Amerikaanse boeren en transporteurs geld op. Het programma moest tegelijkertijd het communisme ondermijnen. Van alle Amerikaanse voedselhulp moet nog steeds 75 procent getransporteerd worden onder Amerikaanse vlag.

Momenteel zijn de VS het enige grote donorland dat daadwerkelijk voedsel stuurt naar crisisgebieden, in plaats van geld te geven waarmee ter plaatse voedsel gekocht kan worden. Volgens critici is de voedselhulp daardoor 50 procent duurder dan nodig is. Zij hopen dat, nu de regering zich buigt over de noodzakelijke bezuinigingen, dit argument zwaar gaat wegen.

Niet nieuw

Het idee om voedsel plaatselijk in te kopen, is niet nieuw. De vorige president, George W. Bush stelde voor om een kwart van de Amerikaanse voedselhulp plaatselijk aan te kopen en USAID hield ook al eerder pleidooien voor een dergelijke constructie. Los van een kleinschalig proefproject, kwamen hervormingen echter niet van de grond. Dat heeft deels te maken met de lobby vanuit de landbouw- en transportsector. “Maar er zijn ook veel mensen die denken dat de steun voor voedselhulp in het algemeen zal verminderen als we het huidige systeem veranderen”, zegt Hansen-Kuhn.

Het nieuws over de hervormingsplannen komt op het moment dat de regering-Obama de laatste hand legt aan een omvangrijk bezuinigingsplan. De bezuinigingen zouden 3 tot 8 procent van de federale budgetten gaan bedragen, en hebben ook aanzienlijke gevolgen voor de Amerikaanse buitenlandse hulp en wereldwijde gezondheidsprogramma’s.