Walvissen voortaan veilig rond Palau

“Er zal niet mee gejaagd worden in onze wateren. Zeezoogdieren en andere soorten zullen er niet meer lastiggevallen worden”, verklaarde minister van Milieu en Toerisme Harry Fritz zaterdag (23 oktober) op de biodiversiteitsconferentie in Nagoya. Palau telt op zijn 340 eilanden maar 22.000 inwoners, maar heeft wel zeggenschap over meer dan 600.000 vierkante kilometer van de Stille Oceaan – een oppervlakte vergelijkbaar met die van Frankrijk.

Jarenlang al probeert Japan een einde te maken aan het internationaal moratorium op commerciële walvisvangst dat in 1986 werd ingesteld, en Palau hielp daar altijd bij. Japan is dan ook de belangrijkste donor van Palau, op de VS na. Bovendien brengen relatief veel Japanners er hun vakantie door, omdat nogal wat inwoners Japans spreken.

Een beetje tegen beter weten in hoopt Palau dat Japan begrip zal tonen voor de koerswijziging. “Japan blijft onze beste vriend en we hopen te kunnen blijven samenwerken om gemeenschappelijke doelen te bereiken”, verklaarde Fritz. 

Haaienreservaat

Palau had de wateren rond de archipel vorig jaar al uitgeroepen tot haaienreservaat. Voor walvissen is de streek even belangrijk. Er komen maar liefst elf soorten voor, waaronder een bestand aan potvissen. Daarnaast leven er ook er ook dertig soorten dolfijnen en andere kleinere zeezoogdieren.

Volgens minister Fritz zal het reservaat veel toeristen aantrekken die walvissen willen bekijken. Daar is steeds meer geld mee te verdienen. Haaien zijn dan weer een aantrekkingspool voor duikers en snorkelaars.

Japan, dat elk jaar 600 tot 900 walvissen vangt “voor wetenschappelijke doeleinden”, houdt vol dat de bestanden van sommige soorten gezond zijn en groot genoeg om commerciële vangst mogelijk te maken. Van de dwergvinvis zouden een miljoen exemplaren rondzwemmen. Maar volgens Fritz slinken de bestanden van de meeste soorten almaar.