'Wat niet leuk is, is niet duurzaam'

Jongeren maken steeds vaker van hun vrije tijd gebruik om de wijde wereld in te trekken. Op eigen initiatief, met jeugdbewegingen of met gevestigde organisaties als AFS en VIA gaan jaarlijks honderden Vlaamse jongeren de confrontatie aan met de vaak harde realiteit in het Zuiden. Een exotisch avontuur of een stap naar een genuanceerder wereldbeeld, het kan alle kanten uit.
‘Jongeren uit de hele wereld moeten elkaar ontmoeten.’ De Braziliaanse biologe Potira Preiss, zeer nauw betrokken bij de organisatie van het jongerenkamp van het Wereld Sociaal Forum in Brazilië, kan het niet genoeg benadrukken: ‘Je wordt geboren op een bepaalde plek, maar het is belangrijk ook andere plekken te verkennen, andere culturen te leren kennen. Hoe gaat het er aan toe aan de andere kant van de wereld? Rechtstreekse ontmoetingen helpen jongeren te beseffen dat niet iedereen op dezelfde manier leeft.’
Preiss wordt blijkbaar op haar wensen bediend in Vlaanderen, waar inleefreizen en uitwisselingsprojecten bijzonder in trek zijn. Dat bleek op de discussiedag Toast Mondial die JINT op 20 mei organiseerde in Gent. Iedereen uit de jeugdsector en de Noord-Zuidsector die begaan is met mondiale jongerenprojecten was er welkom. Overheid, jongeren, jeugdbewegingen, ngo’s en zelfs een circusschool kwamen er naar elkaar luisteren. ‘Want het Zuiden heeft meer te bieden dan entertainment in de Vlaamse huiskamers alleen’, was de leuze van de dag, een kritische verwijzing naar de Toast Kanibaal van VTM.
JINT werd in 1989 door de Vlaamse gemeenschap in het leven geroepen als coördinatieorgaan voor internationale jongerenwerking. De organisatie treedt ook op als tussenschakel om de beurzen van het Vlaamse subsidieprogramma Extra-Time toe te wijzen aan individuele jongeren. Saskia Roelants van JINT beklemtoont in Gent dat duurzaamheid, evenwaardig partnerschap en echte betrokkenheid van de jongeren centrale uitgangspunten moeten zijn om van uitwisselingen en inleefervaringen ook positieve investeringen te maken.

De gelukkigen moeten ervoor werken


Op 2 juli vertrekt een groep van 19 KSJ-jongeren naar Vietnam, een van de laatste communistische bastions, om er kennis te maken met hun Vietnamese leeftijdsgenoten. Sofie Van Zeebroeck van KSJ (Katholieke Studerende Jeugd): ‘De eerste week brengen we door bij een katholieke jeugdbeweging. Zij moeten hun bijeenkomsten nog steeds clandestien organiseren. Dat wordt dus al onmiddellijk een brutale en ook wel spannende ontmoeting met een dagelijkse realiteit die wel heel verschillend is van de onze.’ Tijdens de tweede week staan bijeenkomsten met de Communist Youth Unions op het programma, een studentenbeweging verbonden aan de universiteit.
En tenslotte zal de groep nog enkele ontwikkelingsprojecten bezoeken.
organiseerde eerder al inleefreizen naar India en Zuid-Afrika. Met evenwaardig partnerschap in het achterhoofd wordt dit keer het partnerland ook naar Europa uitgenodigd. In de zomer van 2006 komt dus een groep jongeren uit Vietnam naar België. Als alles verloopt zoals gepland tenminste. Het komende jaar moeten de nodige middelen nog bijeen gesprokkeld worden.
Toch zijn de reizen slechts een deel van het project. Veel aandacht gaat uit naar de voorbereiding en de nawerking. De jongeren moeten beseffen dat hen een cultuurschok te wachten staat. En ze moeten die cultuurschok nadien ook delen met anderen. Het is niet voldoende dat de 19 gelukkigen terugkomen met een boel stoere reisverhalen en eindeloos veel digitale foto’s die vervolgens virtueel stof kunnen verzamelen. Na terugkomst moeten workshops en een heuse spelnamiddag ineengestoken worden. Het project is een individuele verrijking, maar vooral ook een groepsgebeuren.

Kosten en baten


Dit kan gaan van het uitwerken van een fototentoonstelling tot het leiden van een debat op school, zoals Nick Meynen deed bij zijn terugkeer uit Nepal. De jonge Antwerpenaar verbleef zes maanden in de Himalayastaat en nam er voor een gezondheidsproject een honderdtal interviews af bij de lokale bevolking. Nick Meynen wijst op het belang van iets nuttigs te kunnen doen tijdens je verblijf, hoe klein ook het resultaat: ‘In een klein dorpje vroeg een leraar me een les te geven over Europa. Daarmee zal ik de wereld niet veranderen. Maar ik heb er iets aan, en zij hebben er iets aan.’
Maar alles kan beter. Dat bewijzen in dit geval onze noorderburen. De Nederlandse regering wil jongeren meer betrekken in ontwikkelingssamenwerking en heeft daarvoor dit jaar een budget vrijgemaakt van 20 miljoen euro. Zomaar eventjes 5200 jongeren krijgen op die manier de kans om een ervaring op te doen in het Zuiden. Ter vergelijking: in 2003 kregen 81 Vlaamse jongeren een Extra-Time beurs, vorig jaar waren dat er zelfs maar 54.

Duurzame ontwikkeling


Om het engagement van jongeren kracht bij te zetten, lanceert de vzw Globelink samen met de grote jeugdbewegingen, dit najaar “duurzame ontwikkeling” als een centraal thema waar al die bewegingen rond zullen werken. Globelink is een erkende Vlaamse jeugddienst die zichzelf voorstelt onder de slogan: ‘De wereld jongerenwijs maken door de jongeren wereldwijs te maken.’ Eric Béatse over het gezamenlijke jaarthema: ‘Op 24 augustus wordt het jaarthema officieel gelanceerd. Nadien kijken we vooral uit naar de dag van de jeugdbeweging eind oktober. Die wordt dit jaar expliciet gekoppeld aan duurzame ontwikkeling. Behalve het VNJ (Vlaams Nationaal Jeugdverbond) doen alle jeugdbewegingen mee.’
Met de jaarwerking rond duurzame ontwikkeling wil Globelink voortbouwen op het succes van de campagne Worldshake in 2000. 43 organisaties uit het Vlaamse jeugdwerk en de Noord-Zuidbeweging bundelden toen de krachten om de kloof tussen rijk en arm een klein beetje te dichten. Op de slotmanifestatie in Mechelen kwamen toen 15.000 jongeren hun steun uitzingen en -spelen. Om er voor te zorgen dat “duurzame ontwikkeling” het even goed zal doen, heeft Potira Preiss van het WSF jongerenkamp alvast een goede tip: ‘Het moet vooral leuk zijn. Wat niet fun is, is niet duurzaam. Ik kwam naar het kamp van het Wereld Sociaal Forum om me te amuseren tijdens de optredens die er plaatsvonden. Zo ben ik er in gerold.’ De Braziliaanse vindt het ook ongelooflijk dat in Europa overheidsgeld kan worden vrijgemaakt om jongeren de wereld in te sturen. ‘Dat kunnen we ons in Brazilië niet voorstellen. Daar zijn andere prioriteiten. Maar het is natuurlijk wel fantastisch. Hoe meer uitwisseling hoe beter!’
Ann Vandewalle van de vzw Wereldcentrum, steunpunt voor mondiale vorming in Oost-Vlaanderen, is het roerend eens met de KSJ-visie: ‘Er gaat veel geld gepaard met dergelijke uitwisselingsprojecten. Mits een goede begeleiding en omkadering is die investering ook gerechtvaardigd. Maar het gevaar bestaat altijd dat een project vervalt in een individueel plezierreisje. Een grondige kosten-batenanalyse is dus nodig. Hoe rationeel dat ook mag klinken.’Bij de Vlaamse Extra-Time beurzen klinkt hetzelfde verhaal. Elke jongere tussen 16 en 25 kan een beurs aanvragen. Als het project wordt goedgekeurd, betaalt Vlaanderen een vliegtuigticket en een kleine verblijfsvergoeding. Maar als tegenprestatie moet de jongere een activiteit organiseren om zijn ervaringen te delen met derden.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.