‘We moesten smeken om te mogen helpen’

In januari kwam de blijde mare dat de Belgisch-Congolese betrekkingen opnieuw genormaliseerd zijn. Blijft de vraag hoe het nu verder moet: wat wil België met Congo?
Wat was er in januari anders dan in december, dat de diplomatieke betrekkingen tussen Brussel en Kinshasa na Nieuwjaar weer hersteld konden worden? Naar verluidt speelde de verbeterde persoonlijke chemie onder de elkaar opvolgende premiers geen onbelangrijke rol.
 ‘De opvolging van de stokoude premier Antoine Gizenga door Adolphe Muzito zorgde voor een eerste klik’, zegt een Belgische insider. ‘Toen Van Rompuy Leterme verving, ging het nog wat beter. Van Rompuy was als Kamervoorzitter op de Congolese onafhankelijkheidsviering in de zomer en had er goede contacten met president Kabila. Bovendien kent hij Congo beter. Ook dat helpt. Het persoonlijke speelt mee in zo’n kwesties.’
Professor Jean Omasombo Tshonga, verbonden aan de Universiteit van Kinshasa en het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika, ziet een diepere dynamiek waarbij de wederzijdse belangen weer beter op elkaar afgesteld raakten. ‘Een deel van België, vooral Franstalig, heeft duidelijk laten verstaan dat het afstand neemt van buitenlandminister De Gucht, die aan de basis lag van de spanningen met zijn forse kritiek op de corruptie van de Congolese leiders. Bovendien stelde België vast dat Frankrijk, de VS, en vooral China actief zijn in Congo en met projecten gaan lopen, terwijl het zelf buitenspel stond. Na de door hen betaalde verkiezingen dachten de EU-landen dat ze Kabila eisen konden opleggen. Nu ze ervaren hebben dat Kabila hen kan uitspelen tegen de Chinezen, stellen ze zich zachter op.’
De botte aanpak van De Gucht staat haaks op die zachtere Europese opstelling. Mogelijks beseft De Gucht dat het handig is om nu wat stiller te worden, indien hij zijn kansen om Europees commissaris te worden op peil wil houden.
Kabila’s positie zag zijn positie ook verzwakt: zijn fameuze Chinese contracten leidden niet tot de verhoopte snelle heropbouw van het land. Daarnaast was er zijn onvermogen tegenover de rebel Nkunda. Het viel goed in Kinshasa dat De Gucht aandrong op een Europese troepenmacht en een sterkere internationale aanwezigheid om Nkunda tot staan te brengen.
Omasomba: ‘Naarmate Kabila de indruk kreeg dat de Belgen zich diplomatieker zouden gedragen, kwam het hem goed uit om de banden weer aan te halen. Het Congolese volk wint daar niet bij want het plunderen gaat onverminderd door. Wel wint de figuur Kabila die verkiest dat men geen vervelende vragen stelt.’

Estafette


De Belgisch-Congolese relaties zijn in het verleden wel vaker opgeschort. Typerend was evenwel dat die relaties na een tijdje opnieuw werden hersteld zonder dat het probleem dat aan de ruzie ten gronde lag, was opgelost. Dat is volgens insiders nu niet anders. ook zo: de Congolese regering bakt er niets van. Sommige Belgische diplomaten zeggen ronduit dat ‘het met deze Kabila niet zal lukken’. Juist dat probleem, openlijk aangeklaagd door De Gucht, lag aan de basis van de ruzie en daar is nog geen moer aan veranderd.
Hoe moet het nu verder? Zeker voor de ontwikkelingshulp –Congo is het belangrijkste partnerland van België– is die vraag cruciaal.
In 2006 zegde toenmalig minister van Ontwikkelingssamenwerking Armand De Decker 195 miljoen euro toe voor de financiering van het Plan Indicatif de Cooperation in de periode 2007-2010. Elk jaar moet de besteding van zowat vijftig miljoen euro concreet worden ingevuld. Doorgaans formuleert de regering van het ontvangende land daarover voorstellen, die vervolgens in een zogenaamd partnercomité al of niet worden bekrachtigd.
In 2008 formuleerde de Congolese regering evenwel geen enkel verzoek en het partnercomité kwam evenmin samen. ‘Als België bij monde van De Gucht zo hoog opgeeft over zijn hulp, dan vragen we geen hulp meer’ –dat was zo ongeveer de redenering van de Congolese regering. Van de weeromstuit belandden de Belgen in de positie van diegenen ‘die haast op de knieën moesten vallen om te mogen helpen’, aldus iemand uit de hulpsector.
Tekenend was het getouwtrek rond de programma’s tegen de slaapziekte. De Belgische ontwikkelingshulp heeft die dodelijke, besmettelijke ziekte decennialang bestreden. In de jaren tachtig was ze onder controle. Nadat de samenwerking in de jaren negentig gestopt werd, verspreidde ze zich weer als spervuur. Toen de humanitaire samenwerking met België in 2000 werd hervat, viel de ziekte weer dramatisch terug. ‘Dat programma eindigde in 2008. Normaal moest Congo een verzoek tot verlenging formuleren maar de Congolezen deden niets, ondanks vele Belgische hints. Zelfs de minister van Gezondheidszorg bougeerde niet’, aldus een bevoorrechte getuige.
Op de laatste ministerraad van 2008 besliste de Belgische regering dan maar om, tegen de gangbare praktijk in, het project door te zetten zonder Congolese aanvraag. Wat de Belgische betrokkenen de indruk gaf dat zij meer bekommerd zijn om het lot van de gewone Congolezen dan de Congolese politici. Omasombo treedt dat bij: ‘Congolese politici verdelen het geld onder elkaar. Dat de gewone Congolezen sterven, trekken ze zich niet aan.’
Projecten gericht op een betere werking van het Congolese bestuur staan ondertussen ook op waakvlam. Een insider: ‘Dat zijn typisch projecten waarvan de donor misschien wel eerst de estafette opneemt maar de bedoeling is natuurlijk dat het ontwikkelingsland de stok overneemt. In Congo hebben we gemerkt dat dit niet gebeurt. De politiek is niet geïnteresseerd. In zo’n context heeft het weinig zin om ermee door te gaan.’

Eén lijn


De relaties tussen België en Congo mogen nu wel genormaliseerd zijn, er blijven levensgrote vragen. Zet de Belgische overheid alle principes opzij nu ze terug “vriendjes is” met de Conglose collega’s of blijft ze zich kritisch opstellen? Zijn buitenlandminister Karel De Gucht en zijn collega van Ontwikkelingssamenwerking Charles Michel in staat om één lijn uit te zetten tegenover Congo?
Sommigen wijzen erop dat andere landen erin slagen een middenweg uit te werken. ‘De Engelse ontwikkelingshulp weegt echt wel op regimes, in nauw overleg met Buitenlandse Zaken, maar dat gebeurt niet in de pers. Speak softly but carry a big stick.’ Bij De Gucht was het precies omgekeerd.
Carl Michiels, directeur-generaal van de Belgische Technische Cooperatie, pleit voor een diepgaande bezinning. ‘Wat willen we in Congo met wie bereiken? Dat moeten we nu eens duidelijk vastleggen. Binnen de regering, evident, maar eigenlijk zoek je best een breder draagvlak door ook de oppositie, ngo’s en bedrijven bij het gesprek te betrekken.’ Eén ding is nu al duidelijk: in zijn eentje kan België de Congolese politiek niet in de goede richting sturen.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2793   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2793  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.