"We zijn gevangenen in onze eigen stad"

Maar na twee weken aarzeling van de internationale gemeenschap over de invoering van een vliegverbod, rijst de vraag of het allemaal niet te laat is nu het leger een offensief is gestart tegen Benghazi, het belangrijkste rebellenbolwerk. Tripoli is ondertussen nog steeds stevig in Khadaffi’s greep.

Nieuws uit de hoofdstad is schaars. Internet is sinds 5 maart volledig platgelegd en telefoongesprekken worden afgetapt. Gisteren, 16 maart, wisten we echter een 25-jarige jongen uit Tripoli te spreken.

“Er heerst een gespannen sfeer in de stad met de vele veiligheidstroepen op straat. Het regime arresteert nu iedereen die in het begin heeft geprotesteerd. De mensen zijn daarom bang om ’s avonds nog naar buiten te gaan. We zijn aan het wachten hier in Tripoli en zijn gevangenen in onze eigen stad.

Alles wordt gecontroleerd, maar ik praat nu in ieder geval met een vriend dus ik ben niet bang. Ik ben ook niet met iets groots bezig [zoals het organiseren van protesten].

De oude bankbiljetten worden weer ingevoerd. Begin dit jaar werden deze uit de running genomen, maar bij de centrale bank zijn deze biljetten op omdat er grote bedragen zijn uitgedeeld. Het is een grote operatie.

Ik heb geen idee hoe lang het nog duurt omdat de internationale gemeenschap niet intervenieert. Ze kunnen op zijn minst een vliegverbod invoeren en luchtaanvallen uitvoeren. Hij vliegt immers zijn troepen in vanuit het buitenland.”

Colin Kampschöer is politiek wetenschapper. Hij woonde en werkte recentelijk in Tripoli.