Werkloosheid in Latijns-Amerika hoger dan in 'verloren decennium'

Zelfs de schuldencrisis van de jaren 80, de tequilacrisis van 1995 en de
weerslag van de Aziatische crisis die vanaf 1999 in Latijns-Amerika voelbaar
werd, deden de werkloosheid in de regio nooit boven de 9 procent uit
stijgen. Waarschijnlijk zal het cijfer dit jaar verder toenemen om uit te
komen op een jaargemiddelde van 9,8 procent.

De toename is behoorlijk abrupt. Tijdens het eerste kwartaal van vorig jaar
liet de regio nog een cijfer van 8,1 procent optekenen. Maar toen begonnen
in Latijns-Amerika de gevolgen van de wereldwijde groeivertraging te spelen.
Volgens de IAO bevindt de economie van de regio zich sinds het derde
kwartaal van vorig jaar in een recessie. De catastrofale toestand in
Argentinië, waar nu 23 procent van de actieve bevolking zonder werk zit,
begint bovendien ook de buurlanden aan te tasten. In Venezuela is het de
politieke onrust die bijkomend aan het bruto binnenlands product (bbp)
knaagt.

Ondanks het voorzichtige herstel in andere regio’s, lijkt Latijns-Amerika
dit jaar nog verder weg te glijden. Tijdens het eerste kwartaal slonk het
regionale bbp met 3,6 procent. Voor heel dit jaar wordt inmiddels een
negatieve economische groei van 1,2 procent verwacht. Volgens Agustín Muñoz
Vergara, de directeur van de afdeling voor Noord- en Zuid-Amerika van de
IAO, lijdt de arbeidsmarkt in Latijns-Amerika sterk onder die sombere
vooruitzichten. De onzekerheid en de kans tot het tot verdere devaluaties of
schuldencrisissen komt, houdt ook de investeerders weg. Zelfs Mexico, dat
met eigen zwakheden als een torenhoge schuldenlast en te hoge
overheidsuitgaven kampt, lijkt nu al bedreigd door de ontwikkelingen in
Argentinië en zijn buurlanden.

De werkloosheid in Latijns-Amerika is nu hoger dan tijdens de dramatische
crisisjaren uit de twee voorbije decennia. Toen de grootste landen in de
regio in 1984 dreigden te bezwijken onder hun buitenlandse schuldenberg,
steeg de werkloosheid tot 8,7 procent. De tequilacrisis die in 1995 in
Mexico begon maar snel ook in Argentinië oversloeg, zorgde voor een piek van
7,9 procent. En de overgewaaide Aziëcrisis stuwde het aandeel van de
werklozen in de actieve bevolking in 1999 op tot 8,9 procent.

In maar drie Latijns-Amerikaanse landen lag de werkloosheid begin dit jaar
lager dan in het eerste kwartaal van 2001. Ecuador liet een afname van 3,1
procentpunten optekenen - een gevolg van de verwachte economische groei in
2002 maar ook van de sterke arbeidsemigratie. In Colombia is het
werkloosheidscijfer met 1,1 procentpunten gedaald dankzij de prille
economische heropleving. En Uruguay deed 0,1 procentpunt beter dan vorig
jaar, ondanks het verder krimpende bbp en barslechte vooruitzichten. Volgens
de IAO is de situatie in Uruguay momenteel zo hopeloos dat sommige mensen
gewoon geen baan meer zoeken.

Jonge Latijns-Amerikanen hebben het extra moeilijk om werk te vinden. De
jeugdwerkloosheid bedroeg begin dit jaar 46 procent in Argentinië, 13,7
procent in Brazilië, 20,2 procent in Chili, 5,4 procent in Mexico en 26,2
procent in Venezuela.