Wij, kinderen

Dertien jaar geleden ondertekenden nagenoeg alle landen van de wereld het Verdrag inzake de Rechten van het Kind. Toch blijkt het met het welzijn van de kinderen maar pover gesteld. Dagelijks sterven meer dan dertigduizend kinderen aan ziekte en ontbering. “We hebben te weinig in kinderen geïnvesteerd”, klopt algemeen secretaris Kofi Annan van de Verenigde Naties zichzelf op de borst in het onderzoeksrapport ‘We the Children’, dat hij liet opstellen naar aanleiding van de nakende Wereldkindertop in New York. De Laotiaanse kinderen Phang, Mai, Manivay, Ai-Nhay en Zhia leggen hun vinger op dezelfde wonde. En zij spreken uit eigen ervaring …
De situatie van de rechten van kinderen is het meest schrijnend in de minst ontwikkelde landen. De verhalen van de Laotiaanse kinderen liegen er niet om. Ze ondervinden dagelijks hoe het is om als kind op te groeien in een wereld waarin kinderrechten enkel op papier bestaan. Phang (15) leeft in het zuiden van Laos, in de provincie Savannakhet. Zijn ouders zijn boeren. De rijst die ze op hun kleine perceeltje oogsten, is maar goed voor twee maanden voedsel per jaar. Om te overleven moet Phang samen met zijn vier broertjes bedelen op straat. Met de school is hij al na twee jaar moeten stoppen, daar was geen tijd meer voor. Mai (9) woont in dezelfde provincie als Phang en gaat ook niet meer naar school. Hij werkt samen met zijn ouders en zusje in een zoutfabriek. Van ‘s morgens tot ‘s avonds vullen ze zakken met zout en slepen deze naar een opslagruimte. Phang en Mai behoren tot de groep van 110 miljoen kinderen die geen onderwijs kunnen volgen. Op de eerste Wereldkindertop in 1990 namen wereldleiders zich voor om tegen 2000 alle kinderen in de wereld toegang tot onderwijs te verzekeren. Tachtig kinderen op de honderd zouden hun lagere school kunnen afmaken, zo klonk het ambitieus. De realiteit is anders: op dit moment beëindigt slechts één kind op de vier zijn basisschool.


Geen geld voor gezondheidszorg
Manivay (12) woont in een onherbergzaam dorpje in een van de armste provincies van Laos. De levensverwachting ligt er bijna de helft lager dan in andere delen van het land en er is nauwelijks toegang tot zuiver water, basisgezondheidszorg en sociale voorzieningen. Manivay is niet alleen: 56 procent van de Laotianen heeft geen toegang tot zuiver water, op wereldschaal gaat het om één kind op de vijf. Van de belofte om tegen 2000 zuiver water voor iedereen te garanderen, is dus nog niet veel in huis gekomen. Volgens Kofi Annan zijn er te weinig middelen vrijgemaakt om de doelstellingen van de vorige Wereldkindertop te kunnen realiseren. Ontwikkelingslanden spendeerden het laatste decennium gemiddeld slechts twaalf procent van hun nationaal budget aan basisvoorzieningen zoals onderwijs en gezondheidszorg, terwijl defensie op meer geld kon rekenen. In geïndustrialiseerde landen is het defensiebudget gemiddeld tien keer zo groot als het bedrag dat gaat naar ontwikkelingssamenwerking. De rampzalige gevolgen zijn gekend: één kind op de drie kampt met ondervoeding voor het vijf jaar oud is en bijna één op de tien sterft voor die leeftijd.


Oog in oog met oorlog
Tussen 1964 en 1973 werd Laos gemiddeld om de acht minuten gebombardeerd. Dertig jaar later maken niet-ontplofte springtuigen nog dagelijks slachtoffers. Ai-Nhay (14) liep vijf jaar geleden een koe achterna en stapte op een van de springtuigen. Zijn been was verbrijzeld en moest worden geamputeerd. De revalidatie verloopt zeer moeizaam, want Ai-Nhay moest lang wachten op een prothese. Elders in de wereld staan kinderen dagelijks oog in oog met oorlogsmiserie. Meer dan 300.000 kinderen worden gedwongen om als kindsoldaten mee te strijden in de oorlogen van volwassenen. De echte strijd begint voor hen vaak pas na de oorlog, als ze zich terug moeten integreren in de maatschappij. In het Verdrag inzake de Rechten van het Kind beloofden de wereldleiders om kinderen in oorlogstijd extra te beschermen.


Prostitutie en aids
Zhia (16) is één van de Laotiaanse jongeren die in Thailand in de prostitutie werken. Verblind door de beelden van rijkdom op de Thaise televisie of geïmponeerd door de verhalen van ronselaars laten ouders hun kinderen meevoeren naar een zogenaamd ‘beter leven’ in Thailand. Daar belanden ze vaak in de prostitutie. Een probleem dat direct verbonden is met de prostitutie is de wereldwijde verspreiding van het aids-virus. Vooral in zuidelijk Afrika neemt de epidemie ongekende proporties aan. In Namibië is één persoon op de vijf drager van het HIV-virus. Preventiecampagnes zijn een eerste wapen in de strijd tegen deze ziekte. UNICEF, het Kinderfonds van de Verenigde Naties dat in 161 landen actief is, lanceert in Namibië via radio en tv een campagne die het gebruik van condooms promoot. In Laos worden straatkinderen aan de hand van een poppenspel geïnformeerd over de gevaren van aids.


Hoop
De verhalen van Phang, Mai, Manivay, Ai-Nhay en Zhia zijn niet bepaald opbeurend. Toch is er hoop. Volgens professor Eugeen Verhellen, ondervoorzitter van het Belgische UNICEF-comité, die met de Belgische delegatie meereist naar de top in New York, is “het Kinderrechtenverdrag geen maat voor niets geweest. Werk maken van het respect voor elk recht van elk kind is een werk van lange adem. In New York zullen staats- en regeringsleiders een Wereldactieplan voor de komende tien jaar bespreken. Dit kan een belangrijke mijlpaal worden in de uitbouw van een kindvriendelijke wereld waarin de rechten van elk kind worden gerespecteerd.” De toekomst zal uitwijzen of er na de Kindertop veel verandert. UNICEF-directeur Carol Bellamy twijfelt alvast niet aan de haalbaarheid van het Wereldactieplan. “We beschikken over de kennis en de middelen om de rechten van kinderen in de hele wereld te verzekeren. Met de top in New York willen we de wereldleiders ervan overtuigen dat investeren in kinderen een absolute prioriteit moet zijn. Het is in ieder geval de enige afdoende strategie om armoede te bestrijden, aids tegen te gaan en conflicten te vermijden.”

Krisof Clerix

Bronnen: www.unicef.be, VN-rapport ‘We The Children’, UNICEF-uitgave ‘De kinderen van Laos: een troef voor de toekomst’, Kinderen Wereldwijd april 2002.

WERELDKINDERTOP

Van 8 tot 10 mei 2002 vindt in New York de tweede Wereldkindertop plaats. Deze speciale zitting van de Algemene Vergadering van de VN was aanvankelijk gepland voor september 2001, maar werd uitgesteld na de aanslagen van 11 september. Staats- en regeringsleiders zullen er de verwezenlijkingen van de eerste kindertop uit 1990 analyseren, en een Wereldactieplan voor de komende tien jaar opstellen. Uitgangspunt is het rapport ‘We the Children’ dat Kofi Annan liet opstellen. In de Belgische delegatie wordt Buitenlandminister Louis Michel (PRL) vergezeld door vier jongeren.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.