Winter doet vervuiling in nog meer steden pieken

De NASA gebruikte geavanceerde meetapparatuur van de Aura-satelliet om de vervuiling met stikstofdioxide in kaart te brengen. Stikstofdioxide is een goede maatstaf, zegt de NASA, omdat het een sleutelingrediënt is in de vervuiling door de verbranding van fossiele brandstoffen in auto’s, elektriciteitscentrales en fabrieken. Tijdens warme zomers stimuleert de stof de vorming van ozon, maar in de winter blijft ze lang hangen en draagt ze bij aan vervuiling met fijn stof. Waar veel stikstofdioxide gemeten wordt, zijn ook andere vormen van vervuiling alom, zoals zwaveldioxide en smog.

De NASA mat de concentraties tussen 1 en 8 januari en tekende de gegevens uit op een kaart van Azië. Daarop zijn de hotspots van vervuiling duidelijk te zien: Istanboel in Turkije, New Delhi in India, en Riad in Saoedi-Arabië en Teheran in Iran.

Vervuiling kan niet weg

Een koude winter maakt luchtvervuiling vaak erger, omdat verschillende mechanismen samenwerken. Door de koude temperaturen worden er meer fossiele brandstoffen verbrand voor verwarming. In ontwikkelingslanden gaat het vaak om steenkool, die meer vervuiling produceert dan andere vormen.

Tegelijkertijd houdt het weer de vervuiling dicht bij de grond. In de meeste seizoenen is de lucht hoog in de atmosfeer kouder dan de lagere luchtlagen. Daardoor stijgt de lucht, neemt het de vervuiling mee en kan die door winden weggevoerd en verspreid worden. Maar in de winter kunnen zich “temperatuurinversies” vormen, waarbij de lagere luchtlagen kouder zijn. De vervuiling kan niet ontsnappen en hoopt zich op in de lagere luchtlagen.

“Tot slot kunnen in de winter hogedrukgebieden ontstaan die minder wind genereren en tot zeer stabiele atmosferische omstandigheden kunnen leiden”, zegt de NASA. “Als een stad ook nog eens omgeven is door bergen, kan koude lucht in vallei zakken en houden de bergen winden tegen die de lucht kunnen verversen.”