Zelfmoordaanslagen leggen Pakistaanse verkiezingscampagne lam

De Pakistanen moeten een nieuw parlement en nieuwe provinciale raden kiezen. “Er is niets te merken van de traditionele verkiezingskoorts”, zegt Hashim Khan, een politiek analist van de universiteit van Peshawar. “Vóór de aanslag op Benazir Bhutto op 27 december was dat anders”.

De voorbije weken zijn er nog tientallen doden gevallen bij aanslagen op verkiezingsmeetings in Pakistan. Op 11 februari maakte een zelfmoordaanslag op een bijeenkomst van de Awami National Party (ANP) in Zuid-Waziristan zes doden; een dozijn mensen raakte gewond. Mohammad Nisar Khan, de plaatselijke kandidaat van de ANP, ontkwam nipt aan de aanslag.

Twee dagen eerder werd er een bom gegooid naar een vergadering van de ANP in Charsadda, een district in de Noordwestelijke Grensprovincie. Bij de explosie kwamen minstens 25 mensen om. Volgens Asfandyar Wali Khan, de voorzitter van de ANP, was de aanslag bedoeld om de leiding van de partij van de kaart te vegen en de verkiezingen te doen uitstellen. De ANP is een Pathaanse partij die sterk staat in de Noordwestelijke Grensprovincie.

Bij de voorbije verkiezingen in Pakistan hielden de belangrijkste kandidaten veel verkiezingsbijeenkomsten op open plaatsen, waar zich grote mensenmassa’s konden verzamelen. Nu houden de meeste politici het uit schrik voor zelfmoordaanslagen bij kleinere bijeenkomsten op goed afgeschermde plaatsen of  deur-tot-deurcampagnes.

Ruime bekendheid is opeens ook een vloek voor politici. Aftab Ahmed Khan, de voormalige binnenlandminister die meedingt naar de gunst van de kiezers, was sinds de voorbije zomer al twee keer het mikpunt van een aanslag. Bij de laatste van die aanslagen kwamen in december 70 mensen om.

In de Pakistaanse grensregio’s is geweld troef sinds de Amerikaanse invasie in het naburge Afghanistan eind 2001. Afghaanse taliban en strijders van al-Qaeda vonden een veilig onderkomen in de “FATA-gebieden”, stammengebieden die formeel onder federaal gezag staan maar in feite grotendeels autonoom zijn. Zuid-Waziristan, de regio van waar veel daders van zelfmoordaanslagen hun opleiding hebben gekregen, maakt deel uit van die gebieden

Intussen is het geweld ook overgeslagen naar de aangrenzende Noord-Westelijke Grensprovincie. Vorig jaar namen talibangezinde strijders bijvoorbeeld de macht over in de Swatvallei, een trekpleister voor bergbeklimmers. In december heroverde het Pakistaanse leger de vallei.

Volgens Arshad Ali, een onderzoeker van de Universiteit van Peshawar, spelen de taliban in de grensregio “een enorme” rol in de verkiezingen. In januari bracht Mangal Bagh, een leider van de islamistische militanten in het Khyber Agency, een van de FATA-gebieden, de 14 kandidaten van zijn regio samen om hen te laten zweren dat ze zich in het parlement zouden inzetten voor de verdere uitbreiding van de islam. “De plaatselijke autoriteiten keken de andere kant op”, zegt Ali.

In de rest van Pakistan houden politici zich opvallend gedeisd. “Als de partijen geen tandje bijsteken, zal de opkomst laag uitvallen, verklaarde Kanwar Dilshad, de secretaris van de Verkiezingscommissie, in de krant Dawn.

Maar volgens Ali, de onderzoeker uit Peshawar, zitten veel kandidaten ook door hun budget heen. De verkiezingen waren aanvankelijk gepland voor 8 januari, maar werden na de aanslag op Bhutto verschoven naar 18 februari.

De All Pakistan Democratic Movement, een coalitie van oppositiepartijen, boycot de verkiezingen. Imran Khann, een boegbeeld van de beweging, vindt dat de kiezers door weg te blijven van de stemlokalen druk kunnen uitoefenen op Pervez Musharraf om op te stappen als president en de weg vrij te maken voor echte democratie.