Zorgen buurlanden voor doorbraak in Afghanistan?

In Istanbul maakten Afghanistan en twaalf buurlanden afspraken voor een vreedzaam en stabiel Afghanistan. De belangrijkste verworvenheid van de bijeenkomst moet niet gezocht worden in de slottekst of tussen de lijnen van die tekst, maar in het feit dat de conferentie plaatsvond, stelde een Amerikaanse diplomaat die als waarnemer deelnam aan de conferentie. België was afwezig.

‘Zolang er geen functionerend politiek kader is in het land [Afghanistan], zullen de buurlanden ook nooit op een fatsoenlijke manier betrokken zijn. Zij beschermen hun eigen belangen. En het resultaat daarvan is gevaarlijk voor iedereen’, zei David Miliband in een recente toespraak aan het Massachusetts Institute of Technology. Dat die logica ook in de andere richting werkt, lijkt iedereen te vergeten: zolang de buurlanden niet tot een deftig vergelijk komen, is de kans op interne verzoening klein. De inmenging van het Westen maakt die oefening niet makkelijker gezien de achterdocht die ze opwekt, maar ook door de vijandige houding die de VS en de Europese partners tegenover Iran cultiveren en door de voortdurende competitie voor hulp en militaire contracten.

Een poging van Turkije om de spelers uit de regio eind 2009, begin 2010 rond de tafel te brengen, werd toen getorpedeerd door Pakistan, omdat Islamabad niet wilde weten van Indiase deelname. Als enige islamitische lidstaat van de Navo speelt Turkije al sinds 2001 een belangrijke rol in Afghanistan: het controleerde Kaboel in de begindagen van de interventie, leidde de ISAF verschillende keren en wordt nu naar voren geschoven als de plek waar de taliban het best een kantoor zouden kunnen krijgen en waar mogelijk ook onderhandelingen met hen zouden plaatsvinden.

Begin november 2011 slaagde Turkije met de Istanbul Conference for Afghanistan: Security & Cooperation at the Heart of Asia dan toch in zijn opzet om de regionale spelers rond de tafel te krijgen. In Istanbul vergaderden Afghanistan en de landen van de ruime regio om –in de context van de terugtrekking van westerse troepen tegen 2014- afspraken te maken voor een veilig en stabiel Afghanistan. De slottekst van de eendaagse conferentie werd ondertekenbd door Afghanistan, China, India, Iran, Kazakhstan, Kyrgyzstan, Pakistan, Rusland, Saoedi-Arabië, Tajikistan, Turkije, Turkmenistan en de Verenigde Arabische Emiraten.

In die slotverklaring van een vijftal pagina’s staan een serie mooie principes van wederzijds respect voor ieders nationale soevereiniteit en integriteit. Daarnaast is er veel aandacht voor regionale samenwerking tegen drugsproductie en –handel, en tegen ‘terrorisme, extremisme en separatisme’, een standaarduitdrukking uit het jargon van de Shanghai Cooperation Organisation, het gezamenlijke vehikel van Rusland en China om Centraal-Azië uit de invloedssfeer van het Westen te houden. De verklaring stelt verder dat de ondertekenende landen beloven ‘terroristische schuilplaatsen op hun grondgebied te ontmantelen en alle financiële en tactische steun voor terrorisme onmogelijk te maken’, dat ze ‘geen geweld tegen elkaar zullen gebruiken en niet zullen toestaan dat hun grondgebied gebruikt wordt tegen een andere staat’, dat ze ‘de activiteiten van extremistische organisaties’ zullen voorkomen en dat ze ‘hun geschillen op een vredevolle manier en in overeenstemming met het Charter van de Verenigde Naties en het internationaal recht zullen regelen’.

De weg van deze fraaie woorden naar concrete veranderingen op het terrein is, zoals steeds als het Afghanistan betreft, lang en verraderlijk. Toch is het relevant dat bijvoorbeeld India en Pakistan beide beloven dat ze hun dispuut (over Kasjmir) vredevol zullen regelen, en hetzefde geldt voor het geschil tussen Afghanistan en Pakistan over de lange grens die Pasjtoenistan en Baloetsjistan doormidden snijdt. De belangrijkste verworvenheid van de Istanbul Conference for Afghanistan: Security & Cooperation at the Heart of Asia moet niet gezocht worden in de tekst of tussen de lijnen van die tekst, maar is het feit dat de conferentie plaatsvond, stelde een Amerikaanse diplomaat die als waarnemer deelnam aan de conferentie.

De Amerikaanse onderminister van Buitenlandse Zaken William J. Burns verwees in zijn steunverklaring aan de Istanbul conferentie en haar eindtekst naar de New Silk Road bijeenkomst die op 22 september plaatsvond in New York. Initiatiefnemers Afghanistan, de Verenigde Staten en Duitsland beklemtoonden op die bijeenkomst dat de politieke toekomst van Afghanistan in grote mate afhankelijk is van zijn economische toekomst –en die zou best de vorm krijgen van een nieuwe Zijderoute, een handelsknooppunt tussen het Midden-Oosten en het Verre Oosten, tussen Centraal-Azië en Zuid-Azië.

De Aziatische Ontwikkelingsbank en een reeks economische denktanks hebben de voorbije jaren al een grote inspanning gedaan om los van de bekende ideologische debatten en geopolitieke berekeningen een argumentarium voor vrede te ontwerpen dat begrijpelijk is voor alle machtige stakeholders, van de lokale krijgsheer die zijn positie financiert door de drugshandel tot de grootindustriëlen en hun politieke vertegenwoordigers in Delhi of Washington. Als humanitaire of religieuze oproepen tot vrede en verdraagzaamheid weinig indruk maken, doen de cijfers over de economische mogelijkheden van Afghanistan dat meestal wel.

Als de handel tussen de Centraal-Aziatische staten, Iran, Pakistan en India op volle toeren zou draaien, dan zou het gezamenlijke bruto inkomen van de regio 50 procent hoger liggen dan tegenwoordig, berekende het ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties. In een verhelderend stuk in The New Silk Roads: Transport and Trade in Greater Central Asia schetst Masood Aziz de mogelijkheden en uitdagingen om van Afghanistan een doorvoerland voor wegtransport en voor gas, olie en elektriciteit te maken. Aziz is een jonge Afghaan met een MBA en hij is adviseur bij de Afghaanse ambassade in Washington. Hij verwijst onder andere naar een studie van de Aziatische Ontwikkelingsbank die 52 mogelijke routes door Afghanistan uitgetekend heeft voor vrachtwagentransport tussen de Centraal-Aziatische republieken en de diepzeehavens van Pakistan of Iran. Als die routes allemaal veilig en berijdbaar zijn, kan Afghanistan inderdaad het rondpunt worden voor handel tussen India, Pakistan, China, Iran en de vijf Centraal-Aziatische ‘stannen’. Volgens de Aziatische Ontwikkelingsbank kan dat 771.000 voltijdse banen opleveren in Afghanistan.

Het beeld van Afghanistan als het rondpunt van de regionale handel komt van de belangrijke ringweg die de grote steden van Afghanistan in een lus van 2300 kilometer verbindt en die stilaan opnieuw helemaal bruikbaar is voor internationaal transport, al roept het gebruik van het woord highway om deze weg te beschrijven een beeld op dat niet beantwoordt aan de stoffige, smalle en in de winter ontoegankelijke stukken van die weg.

P.S. Naast de ondertekenende landen waren in Istanbul ook een heleboel waarnemende landen en internationale instellingen aanwezig, onder andere Australië, Canada, Egypte, Frankrijk, Duitsland, Italië, Japan, Noorwegen, Polen, Spanje, Zweden, Groot-Brittannië en de Verenigde Staten. België was alleen vertegenwoordigd als lidstaat van organisaties als de Europese Unie, de Verenigde Naties, de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa en de Navo.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.