Zuid-Afrika geniet nog maar nauwelijks van WK-erfenis

Zuid-Afrika viert vandaag (11 juli) de eerste verjaardag van de finale van het WK voetbal, het eerste op Afrikaanse bodem. De dure stadions zijn nog lang niet rendabel, en de hulpprojecten die ertoe moesten bijdragen dat ook de arme Zuid-Afrikanen iets aan het miljardenevenement hadden, blijken maar langzaam gerealiseerd te worden.

Zondag (10 juli) huldigde de Zuid-Afrikaanse Voetbalbond (SAFA) in de buurt van Bronkhortspruit het zesde voetbalveld in dat sinds vorige zomer met hulp van de Wereldvoetbalbond (FIFA) kon worden aangelegd. De bedoeling is dat in heel Zuid-Afrika 52 goede velden met kunstgras en alle nodige gebouwen verschijnen, waar jongeren uit achtergestelde gemeenschappen hun talenten kunnen ontplooien.

Witte olifanten

Als alles goed loopt, zullen de voetbalcentra die bij de velden worden gebouwd, bijdragen tot de sociale vooruitgang in de arme wijken eromheen. Maar bij de toespraken in Bronkhortspruit klonk meteen ongerustheid door, meldt de officiële nieuwssite BuaNews. De gebruikers moeten ervoor zorgen dat het project geen witte olifant wordt, een project dat veel geld kostte maar nauwelijks nut heeft, speechte SAFA-ondervoorzitter Danny Jordaan. Hij bleek vooral beducht voor het gevaar dat de installaties spoedig onbruikbaar zouden kunnen worden door vandalisme.

Een deel van de investeringen in de voetbalvelden in armenwijken komt uit de World Cup Legacy Trust, een fonds van 560 miljoen rand (59 miljoen euro) dat de FIFA in December aan Zuid-Afrika overmaakte. Met het geld worden nu projecten gefinancierd die de ontwikkeling van het voetbal in Zuid-Afrika vooruithelpen, maar ook onderwijsinitiatieven en humanitaire projecten.

Voor de FIFA betekende het fonds geen echte aderlating. Volgens de Zuid-Afrikaanse krant Mail & Guardian haalde de Wereldvoetbalbond tijdens het WK van vorig jaar naar schatting 3,2 miljard dollar (2,3 miljard euro) uit sponsorcontracten en de verkoop van televisierechten. Het geld voor het trustfonds komt echter uit de winst op de ticketverkoop, die volgens een studie van  PricewaterhouseCoopers 5,1 miljard rand (534 miljoen euro) opleverde.

Sombere kosten-batenanalyse

De kosten-batenanalyse voor Zuid-Afrika klinkt minder positief. Schattingen over de totale uitgaven die op rekening kwamen van de Zuid-Afrikaanse overheid – de bouw van nieuwe stadions en de verbetering van de transportinfrastructuur, de massale inzet van de veiligheidsdiensten en de marketingcampagne om genoeg bezoekers te lokken – variëren van 60 tot 100 miljard rand (6,3 tot 10,5 miljard euro).

Bij de aftrap van het toernooi stelde president Jacob Zuma dat het evenement het bruto binnenlands product van Zuid-Afrika in 2010 met een procentpunt zou doen stijgen. Dat bleek achteraf overdreven. Volgens de Mail & Guardian zijn Zuid-Afrikaanse economen het er nu over eens dat het WK Zuid-Afrika een bijkomende groei van 0,2 tot 0,3 procent opleverde. De bouwwerkzaamheden leverden 150.000 tot 200.000 bijkomende banen op, maar dat effect was maar tijdelijk.

Stadions blijven geld kosten

Intussen blijken de nieuwe stadions de Zuid-Afrikaanse belastingbetalers nog altijd geld te kosten, en dat zou nog jaren zo kunnen blijven. Het onderhoud van het stadion van Polokwane, een van kleinere en minder bekende gaststeden van het WK, kost dit jaar 23 miljoen rand (2,4 miljoen euro). Het stadbestuur moet daarvan 17 miljoen rand (1,8 miljoen euro) op tafel leggen.

Het stadion heeft geen echte thuisploegen, en de stad moet grote voetbal- of rugbyclubs geld toestoppen als ze goede affiches willen. Om niet verlieslatend te zijn, zou het stadion elke maand twee wedstrijden moeten kunnen organiseren die meer dan 15.000 toeschouwers trekken. Dat blijkt moeilijk haalbaar voor Polokwane.

Ook andere nieuwe of vernieuwde stadions zijn nog niet rendabel. Het Nelson Mandela Bay Stadion heeft wel een thuisploeg, de rugbyformatie Eastern Province Kings, maar zou toch pas ten vroegste binnen twee à drie jaar zelfbedruipend zijn. De problemen zijn nog groter bij de duurste stadions: Green Point in Kaapstad en Moses Mabhida in Durban. Ze zijn allebei ver van wijken met veel voetbalfans gebouwd, hebben geen thuisploegen en hebben het moeilijk de rugbyploegen weg te lokken uit de stadions waar die traditioneel speelden. Het onderhoud en de uitbating van Green Point kost 46,5 miljoen rand (4,9 miljoen euro) per jaar.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.