Zuid-Afrikaanse boeren moeten Congolese landbouw opkrikken
Congo-Brazzaville heeft 80.000 hectare landbouwgrond verpacht aan veertien Zuid-Afrikaanse boeren. Die moeten investeren in mechanische landbouw en moderne veehouderij en zo helpen het land zelfvoorzienend te maken.
De boeren, die samenwerken in de onderneming Congo Agriculture, willen op hun uitgestrekte akkers in het zuidwesten van het land binnen de drie maanden moderne landbouwbedrijven op poten zetten. Ze gaan er rijst, maïs en soja telen en runderen, geiten en varkens kweken, kondigt Genge Manelisi aan, de Zuid-Afrikaanse ambassadeur in Brazzaville.
Nieuw landbouwbeleid
“Ons land produceert niet genoeg levensmiddelen om de bevolking te voeden, en om dat te verhelpen moeten we boeren aantrekken die kunnen investeren”, zegt Rigobert Maboundou, minister van Landbouw en Veeteelt. “Dat is het nieuwe beleid, en we gaan dat voortzetten.”
Vorig jaar had de Congolese regering ook al grond verpacht aan de Amerikaanse hulporganisatie International Partnership for Human Development (IPHD). Die haalt nu in Congo al 1300 ton maïs binnen.
In december vorig jaar had de regering in Brazzaville in het noorden van het land ook 470.000 hectare grond in pacht gegeven aan Atama Plantation. De Maleisische onderneming wil er op oude staatsplantages per jaar 900.000 ton palmolie produceren. Daarmee is een investering van 21 miljoen euro gemoeid. De regering hoopt dat die productie 20.000 banen zal opleveren en het Congolese bruto nationaal product met 700 miljoen euro zal aandikken.
Zonder de kleine boeren
Maar er zijn ook verliezers. De landbouwgronden die aan de Zuid-Afrikaanse boeren en aan de hulporganisatie IPHD zijn verpacht, werden tot hiertoe op traditionele manier bewerkt door kleine boeren. “Ik was totaal verrast toen de mensen van de staat me kwamen vertellen dat ik mijn veld met maniok en aardnoten moest verlaten, nog voor de oogst”, klaagt Jean Mbenze, een boer in Dihesse.
“Er is een gebrek aan informatie”, zegt Christian Mounzéo, de voorzitter van Rencontre pour la paix et les droits de l’Homme, een mensenrechtenorganisatie uit Pointe-Noire. “Waarom worden dergelijke initiatieven niet openbaar gemaakt, waarom komen er geen nationale discussies zodat mensen kunnen participeren, in plaats van alles van bovenaf op te leggen?”
Eigenlijk is er geen gebrek aan grond in Congo. Volgens de Voedsel- en Landbouworganisatie van de VN (FAO) wordt er maar 2 procent van de potentiële landbouwgrond in Congo bewerkt. Dat is ook de reden waarom een vijfde van de Congolese bevolking ondervoed is.
Maar kleine boeren hebben niet de middelen om nieuwe gronden te ontginnen. En de strijd om bestaande akkers is fel. In de buurt van de hoofdstad Brazzaville en de havenstad Pointe-Noire, het economisch hart van het land, worden veel akkers opgeofferd aan bouwprojecten. Veel kleine boeren kunnen daardoor niet meer produceren.
Critici als Mounzéo vinden dat er meer moet worden gedaan voor de naar schatting 100.000 kleine boeren in het land. Met hun schamele oogst houden zij een groot deel van de Congolese bevolking in leven.
De Congolese regering bekijkt het vooral macro-economisch. Het land geeft nu elk jaar 42 miljoen euro uit aan de import van voedsel. Door tussen 2011 en 2015 elk jaar een kleine 60 miljoen euro te investeren in de eigen landbouw, hoopt de regering die uitgavenpost zoveel mogelijk te beperken. Ze gaat ervan uit dat moderne landbouw het snelst zal renderen.
Maak MO* mee mogelijk.
Word proMO* net als 2790 andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.
Meer verhalen
-
Reportage
-
Nieuws
-
Nieuws
-
Nieuws
-
Nieuws
-
Nieuws