Zuid-Soedanezen vluchten nu ook voor voedselprijzen

Het aanhoudende conflict bereikte een nieuw hoogtepunt nadat het Zuid-Soedanese leger eerder deze maand het oliestadje Heglig bezette, dat door beide landen opgeëist wordt. Duizenden mensen zijn op de vlucht geslagen voor de bombardementen en de gevechten.  

Maar ook de snel stijgende prijzen van basisproducten jagen de bevolking op de vlucht. In de grensstad Bentiu is de prijs voor een zak sorghum gestegen van 10 naar 24 dollar, en de prijs voor een kilogram suiker is verdrievoudigd.

Handelaars verdwijnen

“Ook een jerrycan brandstof is in twee weken tijd verdubbeld in prijs”, zegt Simon Kenyi, een onderwijzer in Bentiu. “Handelaars die de goederen invoeren, kunnen dat niet meer doen omdat de grens gesloten is.” Door het geweld langs de grens zijn veel handelaren gestopt met de import en zelfs helemaal vertrokken.

De snel stijgende voedselprijzen doen de inwoners van Bentiu uitwijken naar andere steden in de buurt, waar goederen uit Oost-Afrika goedkoper ingevoerd worden. “Veel gezinnen hier verhuizen hun gezinnen naar Juba en Yei”, zegt Boniacio Taban, een lokale journalist, “omdat ze het voedsel hier niet meer kunnen betalen.”

Ook in de Zuid-Soedanese hoofdstad Juba zijn sommige goederen moeilijker te krijgen. De benzine is schaars en er staan lange wachtrijen van motors en voertuigen voor de benzinestations. De brandstofprijzen zijn er meer dan verdubbeld sinds de gevechten heviger werden. “Vroeger kochten we een liter benzine aan een dollar”, zegt taxichauffeur Moses Taban. “Maar nu betalen we meer dan drie dollar.”