Zuidoost-Azië loopt langzaam warm voor schone energie

Thailand en de Filipijnen zetten met projecten
voor zonne- en windenergie een eerste stap in de richting van minder
afhankelijkheid van fossiele brandstoffen. De andere landen in
Zuidoost-Azië kijken voorlopig de kat uit de boom, ook wanneer ze zelf niet
over gas- of olievoorraden beschikken. Volgens milieuactivisten weten de
beleidsmakers niet goed hoeveel energie alternatieve bronnen kunnen
opleveren en ontbreekt het een alomvattend energieplan met concrete
doelstellingen.


Thailand start in oktober met een project om 300.000 gezinnen te voorzien
van stroom uit zonne-energie. Langs de noordelijke grens met Birma wordt
volgend jaar de grootste elektriciteitscentrale op zonne-energie in dienst
genomen. Tegelijk kregen 18 onafhankelijke producenten een vergunning om
energie te halen uit biomassa. Toch dekken alternatieve energiebronnen
nauwelijks één procent van de Thaise energiebehoefte, zo stelt de
milieuorganisatie Greenpeace in het rapport Positive Energy Choices, dat
werd voorgesteld op een tweedaagse conferentie in Bangkok.

Niet alle landen betalen zoals Thailand 7,3 miljard dollar per jaar voor de
invoer van petroleum. Indonesië, Maleisië, Brunei en Birma hebben hun eigen
olie- en gasvoorraden. Singapore, Cambodja, Laos en Vietnam zijn evenwel
net als Thailand en de Filipijnen afhankelijk van de olie-import. De
regeringen die alternatieve energie goed kunnen gebruiken, nemen een
afwachtende houding aan, zegt Sven Teske van Greenpeace. Geen enkel land
heeft een publieke doelstelling om een bepaald percentage duurzame
energievoorziening te bereiken.

Volgens Greenpeace kunnen alle landen, ook die met eigen olievoorraden, hun
voordeel doen bij minder afhankelijkheid van fossiele energie.
Diversificatie is een goede zaak voor energieveiligheid, zegt Julian,
financieel directeur bij de Filipijnse energie-ngo Preferred Energy
Investment. Hernieuwbare energie is geen bedreiging voor de huidige
nationale energiepolitiek, maar een aanvulling. In de Filippijnen zullen
weldra drie windmolenparken met een gezamenlijk vermogen van 100 megawatt
energie beginnen te leveren, aldus Greenpeace.

Op de VN-top over Duurzame ontwikkeling vorig jaar in Johannesburg raakten
de deelnemers het niet eens over een Braziliaanse voorstel om tegen 2012 te
streven naar een percentage van tien procent duurzame energie. Voor
Jiragorn Gajaseni van Greenpeace in Zuidoost-Azië moeten er dringend
duidelijke deadlines komen. Thailand kan tegen 2020 genoeg schone
elektriciteit leveren om aan een derde van de behoefte te voldoen, meent
Gajaseni.

Silver Navarro, ingenieur bij een Filipijns bedrijf voor zonnepanelen,
vindt dat de overheid zijn sector meer moet steunen: Deze regio heeft veel
wind en zonneschijn en dus veel potentieel. Als klein bedrijfje kan je
moeilijk opboksen tegen de nationale energieprojecten, die door de overheid
worden gesubsidieerd.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.