3 november, dag 2 van de PGA

Blog

3 november, dag 2 van de PGA

Remittances en hun impact op het leven van migranten. Caram Asia, een onderzoeks en actie ngo uit Maleisië, presenteerde de bevindingen uit een uitgebreid onderzoek dat ze gedan hebben naar het effect van remittances (de financiële transfers van migranten naar huis) op de kwaliteit van hun leven en op dat van hun familie. De cases die ze onderzocht hebben waren van tijdelijke migranten vanuit 9 Aziatische landen naar Maleisië, De Verenigde Arabische Emiraten en Thailand.

Echt opbeurend werd je er niet van. In het voorbeeld van Bangladeshi die naar Maleisië migreren is de winst nihil en is het verlies vaak veel groter. Zelfs puur financieel, en dan houden we nog niet eens rekening met de extrem hoge menselijke kost (eenzaamheid, isolatie, pychoogische stress omdat ze hun doelstelling, een beter leven voor de achterblijvende familie onvoldoende kunnen waarmaken.)

De lonen zijn zo laag dat migranten nauwelijks iets naar huis kunnen sturen (ze sturen gemiddeld 60-70 euro), maar daarvoor moeten ze dan wel verschillende vormen van extreme uitbuiting doorstaan. Maar alsof dat nog niet genoeg is, hebben de meesten hun lap grond en vee verkocht om de 3000 dollar bij elkaar te krijgen die ze nodig hebben om de recruteringsagentschappen te kunnen betalen die hen aan een arbeidsvergunning en contract helpen. En dat in ruil voor contracten van maximaal 2 à 3 jaar, aan een loon van 150 dollar per maand. Dat betekent dat de meeste migranten nooit tijdens de looptijd van hun contract terug kunnen verdienen wat ze op tafel moesten leggen om de jobs in Maleisië te kunnen krijgen. De meesten moeten dus ofwel steeds opnieuw migreren of blijven zonder papieren verder werken op de palmolieplantages of als huishoudhulp (de twee belangrijkste migratie sectoren in Maleisië), wat hen nog kwetsbaarder maakt voor uitbuiting.

De sterke nadruk die in het intergouvernementele wereldforum over migratie en ontwikkeling (dat begin volgende week georganiseerd wordt) gelegd wordt op remittances als strategie voor ontwikkeling is dan ook fel overdreven, zo niet totaal misplaatst omdat zoals vaak enkel vertrokken wordt van officiële wereldbankstatistieken, die geen rekening houden met de menselijke en financiële kost. Uit het gisteren voorgestelde onderzoek bleek zelfs dat de meeste migrantenfamilies na vijf jaar armer waren dan voor ze de stap richting migratie gezet hadden. O.a. omdat ze bij terugkomst niet meer terug konden vallen op de overlevingslandbouw die ze voorheen bedreven.

Maleisië speelt ook de verschillende zendende landen tegen elkaar uit. Zo recruteren ze tegenwoordig niet meer in de Filippijnen, omdat de Filippijnse regering wel een aantal garanties eist inzake respect voor de rechten van Filippijnse migranten.

Gelukkig werd dit beeld een beetje bijgesteld door de Mexicanen in de zaal. Een stevig gesettelde migrantengemeenschap in een rijker land slaagt er wel in om wat terug te doen voor haar land van herkomst. Maar toch, ook hier is duidelijk dat inzetten op remittances op geen enkele manier bijdraagt tot een duurzame sociaal-economische ontwikkeling op langere termijn. Daarvoor is een omvattend ontwikkelingsbeleid nodig voor infrastructuur, gezondheidszorg , opleiding en andere basisdiensten en stimulansen voor lokale creatie van waardige jobs. Te veel zendende landen blijven hoofdzakelijk rekenen op remittances en verzaken al bij al aan hun plicht tegenover hun eigen bevolking.

In een andere werkgroep ging het over de diepere oorzaken van migratie. Daaruit bleek dat het internationaal handels en investeringsbeleid het ook niet gemakkelijk maakt voor landen in het zuiden om een eigen sociaal-economisch ontwikkelingsbeleid uit te stippelen, maar toch. Ze kunnen en moeten meer doen. Zo niet, blijven ze gevangen in een vicieuze cirkel van afhankelijkheid van massale “arbeids-export”, gewoon om economisch het hoofd boven water te houden.

Veel tijd om in te gaan op mogelijke alternatieven of voorbeelden waar het wel gelukt was om die cirkel te doorbreken (of eerder om hem te voorkomen) was er vandaag niet, maar iedereen leek het er wel over eens dat Zuid-Korea daar wel in geslaagd is. De Filippijnen doen het niet zo slecht wat betreft beschermen van de rechten van hun landgenoten in het buitenland, maar daar ontbreekt ook de alternatieve duurzame ontwikkelingsstrategie die nodig is om de afhankelijkheid van emigratie te doorbreken. Hopelijk wordt morgen wat dieper ingegaan op alternatieven en op de rol die de civil society daarin kan spelen.