De cyclische beleving van de tijd biedt troost

We hebben zelf de seizoenen verstoord

© Brecht Goris

Jan Mertens

We verlangen naar dingen die eeuwig in verandering zijn en toch blijven, zoals muziek van onsterfelijke schoonheid, een rivier of de seizoenen. Dat is een troostende gedachte, vindt MO*columnist Jan Mertens. Maar het is net dat wat we met ons gedrag dreigen te verstoren.

Onlangs mocht ik een avond doorbrengen met Roman Krznaric. Hij schreef een boek over hoe we een goede voorouder kunnen zijn. Het zou zo vanzelfsprekend moeten zijn, maar dat is het niet. Stel dat je zou vragen aan je achterkleinkinderen om aan jou een brief te schrijven over hoe zij naar deze tijd kijken, naar de dingen die we wel en niet gedaan hebben.

Eigenlijk weet je al wat er in die brief zou staan. En je weet ook al hoe moeilijk het zou zijn om zelf een brief te schrijven, vanuit het nu, aan die achterkleinkinderen. Tegelijk is het zo dat gewoon in je hoofd kijken naar die mensen die er nog niet zijn, maar er tegelijk al wel zijn in jou, je ook kan openen voor een andere manier van bewegen in het nu. Kiezen voor een vorm van leven die minder zwaar weegt op de planeet wordt dan heel wat minder een ‘inlevering’ (zoals sommigen het zo graag willen voorstellen), maar gewoon een vorm van verantwoordelijk leven, in alle vrijheid.

Je kunt je vrijer voelen, als je weet dat je achterkleinkind op een of andere manier kan voelen dat jouw handelen in de wereld in een gedeelde tijd plaatsvindt. Roman Krznaric zegt terecht dat onze manier van leven nu in de feiten de toekomst koloniseert, en dus de mogelijkheden vermindert van de kinderen die later zullen leven. Dat is echter geen fataliteit, we kunnen er nog altijd voor zorgen dat de dingen anders lopen.

Toegevoegde tijd

Ik vertelde hem over mijn grootvader Fons en over mijn dochter Julia. (Ik heb geen kinderen, maar Julia bestaat ergens in mijn lichaam, en dat voelt goed.) Fons was 85 toen hij stierf. Ik was 20.

Het waren donkere jaren in mijn leven, en zijn dood overviel me een beetje. Het was alsof ik er niet klaar voor was, ik had te veel energie nodig om zelf mijn weg te vinden in de chaos in mijn hoofd. En ik voelde me een beetje schuldig. Na zijn dood heb ik in een groot schrift een hoop brieven naar hem geschreven, wat alles een beetje verzachtte.

Het gevoel van verbonden zijn met vorige en volgende generaties brengt je een stukje dichter bij een cyclische beleving van de tijd.

Ik voelde me een beetje ontheemd in die tijd. En ik vertelde aan Roman Krznaric hoe ik in mijn hoofd de 65 jaar verschil tussen Fons en mij kon toevoegen, waardoor ik ineens meer grond onder mijn voeten kreeg en me veiliger voelde, een beetje meer thuis. Het zou mooi zijn als ik ook iets van toegevoegde tijd zou kunnen zijn voor Julia.

Dat gevoel van verbonden zijn met vorige en volgende generaties brengt je een stukje dichter bij een cyclische beleving van de tijd. In het moderne denken hebben we dat wat afgeleerd. Alles moet de hele tijd in een rechte lijn vooruitgaan.

De dingen zijn onttoverd, en de hemel ligt aan de einder, ergens op de wereld. Maar de manier waarop we dat op zich in veel opzichten goede vooruitgangsdenken hebben ingevuld, heeft een aantal fundamentele dingen aangetast. Het gevoel dat je mee opschuift met de generaties, en dat je dingen kunt doorgeven aan de volgende generaties voelt een beetje zoals kunnen vertrouwen op de seizoenen of de getijden. Ook als je niet oplet, of als je gewoon verdwijnt uit het leven, gaat die cyclus gewoon door. En daardoor kun je je iets gemakkelijker in de stroom van het leven leggen.

Het is een beetje als een rivier. Je kunt uren aan de oever van een rivier zitten kijken naar het water. Wat je ziet, is iets dat blijft in verandering. De rivier blijft, maar is eeuwig in beweging. Tegen dat je van de oever aan het water bent, raak je al een andere rivier aan, hoewel die nog altijd dezelfde is. De zee, de regen en de rivier zijn één, en toch altijd in verandering. Alsof zijn en worden elkaar opheffen. Maar het geeft je een innerlijke rust, een gevoel van veiligheid, dat je weet dat het altijd zo zal zijn. En het is net dat wat door menselijk gedrag via de klimaatcrisis wordt verstoord.

We hebben zelf de seizoenen verstoord. We hebben er zelf voor gezorgd dat we niet meer weten of er wel altijd water in de rivier zal zijn. We weten niet meer of we onze kinderen met een gerust hart kunnen achterlaten in de wereld bij onze dood. Een welbepaalde lineaire manier van denken zorgt ervoor dat we ontheemd kunnen worden.

We hadden het die avond ook over schoonheid, en Roman Krznaric vroeg me of Bach helpt bij het besef van de klimaatcrisis. En ik zei heel spontaan dat dat voor mij zeker zo is. Gewoon al die muziek voelen in mijn lichaam, door eraan te denken, maakte me al warm, gaf me al een plek.

Achteraf vroeg ik me nog wel af waarom ik zo uitdrukkelijk ja zei op zijn vraag. Wat is het, in die muziek, dat zo’n diepe laag raakt? Het heeft iets te maken met troost, of de belofte ervan. En het heeft ook iets te maken met blijven. Ergens in mij (en waarschijnlijk in elke mens) is er een groot verlangen naar dingen die blijven, minstens enkele. De muziek van Bach is door de tijd heen (soms zelfs met veel toeval en geluk) naar ons gekomen als iets dat blijft, eigenlijk een beetje zoals een rivier.

Een van de mooiste momenten van de Matthäus-Passion is voor mij altijd die ene seconde net voor het slotkoor begint. Je bent bijna aan het einde van die indrukwekkende muzikale reis, je weet wat er gaat komen, je kunt bijna zien wat je zult horen, en dan komt het. Het is alsof er een lege plek is in je lichaam waar die Wir setzen uns mit Tränen nieder net inpast. Het is zo robuust, en het raakt je elke keer tot in je allerdiepste vezel, waarna je desolaat achterblijft.

Maar muziek kan alleen maar zijn in het verdwijnen van klanken, het kan alleen maar zijn in het worden. En elke uitvoering is nieuw en anders, en blijft tegelijk. Je gaat naar huis als een ander mens, voor even toch, maar verloren ben je niet meer. Op een moment dat je je machteloos voelt tegenover wat er gebeurt in de wereld, hoef je soms alleen al maar even te denken aan dat slotkoor, aan hoe het ademt, en je bent weer een beetje thuis. Je lichaam is zacht.

“Onze” cultuur

Onlangs voelde ik me ineens verloren in mijn eigen stad. Ik zag een affiche waarin werd aangekondigd dat de burgemeester van een stad in het noorden van het land een lezing zou komen geven waarin hij zou uitleggen waarom woke een bedreiging is voor onze cultuur. Heel mijn lichaam verkrampte toen ik het las.

Het is fascinerend hoe iemand die altijd zegt te weten tot welke ene gemeenschap ik zou moeten willen behoren, me zo’n sterk gevoel van ontheemding kan geven.

Waarover het echt zal zijn gegaan in zijn lezing weet ik niet, ik reageerde alleen spontaan op die titel. Ik kan er waarschijnlijk van uitgaan dat die man ervan uitgaat dat ik woke ben. Die man zegt dus ook te weten wat “onze” cultuur is. En ik ben dus blijkbaar een bedreiging voor onze cultuur, en daaruit zou dan kunnen volgen dat ik dus blijkbaar ook volksvreemd ben of zo.

Het is fascinerend hoe iemand die altijd zegt te weten welke ene identiteit ik zou moeten hebben en tot welke ene gemeenschap ik zou moeten willen behoren me zo’n sterk gevoel van ontheemding kan geven. De waarden die hij uitstraalt, onder meer in de manier van communiceren en omgaan met anderen, zouden toch moeten staan voor die ene heilsgemeenschap, die stabiele hemel op aarde die hij nastreeft. Ik ervaar echter alleen bitterheid en cynisme en voel me tot een vreemde gemaakt.

Ik voel me meer thuis in de rivier die ik ben. En mijn identiteit is en zal altijd meervoudig zijn, hoe kwaad hij ook is op die zogenaamd woke en fluïde kosmopolieten. Ik zou zeggen: I Contain Multitudes.

En dat brengt me dus bij Bob Dylan. Ik zag hem onlangs nog eens optreden. Hoe vaak ik hem al zag ondertussen, ik weet het niet meer. Wat hij voor me betekend heeft in mijn leven kan ik moeilijk uitdrukken. Ik weet ook dat anderen er heel anders over denken, en dat is ook niet zo erg. Ik zag hem daar staan, dat rare mannetje, achter zijn piano. Ik zag een artiest die eindeloos zoekend is, met no direction home.

Maar in dat zoeken zag ik ook een blijven in verandering. Hij draagt zoveel tijd in zijn stem en zijn muziek en woorden, ik kan een beetje in die bedding gaan liggen en voel me minder ontheemd. Hij zong, heel erg kwetsbaar, dat mooie nummer I’ve Made Up My Mind to Give Myself to You. Het heeft iets van een trage adem. Het draagt melancholie en liefde, en ook eenzaamheid en de mogelijkheid van verlossing, misschien. En ineens besefte ik dat dat wankele breekbare mannetje op het podium met zijn 81 jaar bijna even oud is als mijn grootvader toen hij stierf.

Toen we na het concert op weg waren naar de tram overviel me ineens een soort tristesse, voorbarig verdriet. Misschien zou dit de laatste keer zijn dat we hem gezien hebben. Hij was er altijd al. En als hij er op een bepaald moment niet meer zal zijn, kan ik wel nog iets van hem in mijn rivier blijven voelen. Echt thuiskomen zal ik misschien wel nooit, maar wanneer ik dat wil, kan ik hem dicht bij me voelen. Of zoiets. Zoals ik in mijn appartement de kast aan kan raken die mijn grootvader maakte met zijn handen.

Er is vandaag opnieuw een klimaatmars. Vele goede voorouders zullen door de straten van Brussel lopen. Zoals al die vorige keren zal ik een beetje trots en een beetje verdrietig zijn. Eigenlijk zou ik heel graag Fons willen meenemen. Soms mis ik hem zo, soms zou ik hem gewoon naast me willen voelen.

Ik stel het me voor dat hij daar naast me loopt (wat hij eigenlijk altijd wel doet). Hij zal een beetje onder de indruk zijn van die grote stad en al die mensen. Maar ik zal hem bij de arm nemen, bij mij is hij veilig. En ik zal hem voorstellen aan Julia, mijn dochter. Zij zal misschien haar arm door mijn andere arm steken. En zo zal ik kunnen vertrekken, in die rivier van hoop. En zo kan die beweging blijven.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2793   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

  • Beleidsmedewerker Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling

    Jan Mertens woont in Leuven, werkt voor de Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling, en is onder meer ook actief in de denktank Oikos.

Met de steun van

 2793  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.