De maand van Faïrouz ben Salah

Pessimisme is het comfort van wie denkt dat de strijd is gestreden

© Konstantinos Tsanakas

Fairouz ben Salah: ‘Verworven privileges hebben we te danken aan het optimisme en de moed van mensen die nooit opgeven.’

Op 17 december is het exact 12 jaar geleden dat Mohamed Bouazizi zichzelf in brand stak in Tunesië en daarmee een ongeziene grensoverschrijdende protestgolf teweegbracht. Hoewel de Tunesische democratie daarna nooit echt tot wasdom kwam, en er het afgelopen jaar opnieuw sprake is van een autoritair bewind, ziet MO*columniste Faïrouz ben Salah toch een reden tot optimisme. ‘Verworven privileges danken we aan zij die desondanks nooit opgeven.’

We zagen elkaar voor het eerst tijdens de snikhete zomer van 2020. Ik werkte toen in de Tunesische stad Sidi Bouzid aan een verhaal over het begin van de Arabische Lente. Vanaf de eerste voorzichtige protesten op 17 december 2010 tot en met de val van dictator Zine el-Abidine Ben Ali, streed mijn gesprekspartner Mohamed mee.

Mohamed en ik bleven ook daarna contact houden. Hij was een oud-klasgenoot van Mohamed Bouazizi, de fruitverkoper die zichzelf op het plein voor het gemeentehuis in brand stak en daarmee de letterlijke lont aan het vuur stak voor een brede Arabische Lente. Mohamed vertelde me hoe van slag hij zich voelde, toen hij dat hoorde en hoe Bouazizi ‘de lolbroek van de klas’ was.

‘Wij zijn vrije mensen die niet bang zijn. Wij zijn mysteries die nooit sterven.’

Hij herinnerde zich ook hoe Ali Bouazizi, de neef van Mohamed, nadien een video van de geschokte menigte op zijn Facebookprofiel had geplaatst. En hoe Ali kort daarna door de politie werd opgepakt en later zichtbaar gewond weer werd vrijgelaten.

Zonder Mohamed had ik deze column nooit kunnen schrijven, ging door mijn hoofd toen ik op het punt stond om hem te bellen voor een afspraak. Uit zijn verhalen leerde ik dat wat ik vanzelfsprekend vind, niet vanzelfsprekend is. De zorgeloosheid waarmee ik dit stuk neerpen is nog maar twaalf jaar geleden moeizaam bevochten door Mohamed en vele andere Tunesiërs. 

Kelmti horra (‘mijn woord is vrij’), het revolutielied van Emel Mathouth, neemt mij voor even mee naar hun strijd:

‘Wij zijn vrije mensen die niet bang zijn.
Wij zijn mysteries die nooit sterven.
En van hen die zich verzetten zijn wij de stem.
In hun chaos zijn wij de glans.
Wij zijn vrij en ons woord is vrij,
Maar het vergeet niet degenen die tranen zaaien en ons vertrouwen beschamen.’

Mohameds verhalen over de Arabische Lente zijn nostalgisch. Maar ze zijn ook bitter en staan bol van illusies die nooit werkelijkheid werden. Van de papieren democratie die tot stand kwam na het vertrek van Ben Ali, en na de Arabische Lente, profiteerden vooral de nieuwgekozen politici.

De met moeite verworven vrijheden tijdens die revolutie werden door die politici naar hun hand gezet. De politieke arena werd gereduceerd tot een arena van eindeloze conflicten over macht en privileges. Terwijl Tunesiërs op televisie zagen hoe volksvertegenwoordigers elkaar — soms letterlijk — het ziekenhuis in sloegen, raakten zij 40% tot 50% van hun koopkracht kwijt.

Bijna profetisch is het revolutiegedicht dat Ouled Ahmed in 2011 schreef over de piepjonge democratie, vlak voor de eerste vrije verkiezingen.

‘Mensen
Stem op jezelf
Nu het cruciaal is
Als je een groots volk bent.
Mensen
Bereid je land voor
Op de fatale klap
Als je streeft naar onderworpenheid
Na de vernedering.’

Van Mohamed leerde ik dat vrijheid selectief en niet democratisch is. Dat de idee van vrijheid, als een vorm van bezit van onvervreemdbare individuele rechten waarmee de overheid zich niet mag bemoeien, tekortschiet.

Onzichtbare helden

Nadat ik hem had opgebeld, spraken we af in een café. Onderweg naar die afspraak keek ik naar mensen in mijn straat. Steeds staan ze daar huisraad en etenswaren te verkopen, maar nooit zag ik een geïnteresseerde koper. Altijd al vroeg ik me af wie deze mensen zijn. Ze gaan op in de naar schatting anderhalf miljoen mensen die in de Tunesische informele economie werken, en lijken daardoor onzichtbaar.

Dat gold ook voor fruitverkoper Mohamed Bouazizi. Tót hij zichzelf in brand stak en zo heel zichtbaar werd. Ik besefte toen dat in al deze mensen tegelijk een held en een verliezer schuilt. Het is belangrijk dat deze mensen echt gezien worden.

In het café ging ons gesprek al snel over de Arabische Lente. Of de revolutie wel of niet een succes is, vond Mohamed een ‘‘luxediscussie’’. ‘Het zal de meeste Tunesiërs echt een zorg zijn. Zij willen werk, brood, bestaanszekerheid, economische verbeteringen.’

‘Spijt zal ik nooit hebben. De revolutie is nog niet klaar.’

Ten tijde van de revolutie was Mohamed werkloos. Sindsdien zag hij zijn jobkansen, net een van de belangrijkste redenen om de straat op te gaan, er steeds meer op achteruitgaan. Toch zegt hij: ‘Ons land is nu chaotischer en armer. Maar als je ziet hoe het elders na machtsomwentelingen ging, is dat logisch. Spijt zal ik nooit hebben. De revolutie is nog niet klaar.’

Die uitspraak van Mohamed, dat de revolutie nog niet klaar was, deed me denken aan het achttiende-eeuwse Frankrijk, en de nasleep van de Franse revolutie in de negentiende eeuw. Na de revolutie volgde een nieuwe grondwet en daarna een mislukte staatsgreep, wat dan omsloeg in de alleenheerschappij van Napoleon.

Op eenzelfde manier doofde de Tunesische euforie over ‘het succesverhaal van de Arabische Lente’, de revolutie, uit. Er kwamen steeds meer frustraties over machtsspelletjes en economische miserie en dit jaar kwam via een drastische grondwetswijziging de alleenheerschappij van president Kais Saied tot stand. Die grondwet versterkte de macht van de president terwijl die van het parlement en de rechterlijke macht sterk werd afgezwakt. 

Waarheidssprekers

Het Britse onderzoeksbureau YouGov bevroeg in 2020 ruim 5000 mensen in de Arabisch sprekende wereld. De ongelijkheid nam sinds de Arabische Lente alleen maar toe, gold het bij de grote meerderheid van de bevraagden. Tegelijk was bijna niemand rouwig om het feit dat de protestgolf plaatsvond.

Onderweg huiswaarts, van mijn afspraak met Mohamed, moest ik denken aan een demonstratie tegen het autocratische bewind van Saied begin dit jaar. Ik dacht aan de man van in de 70 die soepel wegsprong voor traangas van de politie. Later hoorde ik van een vriend dat deze man meer dan 20 jaar vastzat als politieke gevangene tijdens de dictatuur van Ben Ali.

‘Met democratie alleen komen we er niet.’

Zijn verhaal illustreert wat ik mettertijd steeds beter ben beginnen te begrijpen. Dat pessimisme het comfort is van degenen voor wie de strijd al gestreden is. Verworven privileges hebben we te danken aan het optimisme en de moed van mensen als deze zeventigjarige man, Mohamed en alle anderen die nooit opgeven.

Volgens de filosoof, en misschien ook wel romanticus, in mij was de Arabische Lente onvermijdelijk. Mohamed, en de miljoenen andere demonstranten, zijn wat de Franse filosoof Foucault ‘‘politieke waarheidssprekers’’ noemt (dat deed hij in zijn boek De moed tot waarheid). Het zijn die mensen die de moed hebben, of zelfs hun leven wagen, om zich te verzetten tegen de politieke, morele en waarheidsautoriteit van tirannieke machthebbers.

Maar, schreef Foucault ook, deze waarheidssprekers hebben niet per se gelijk. Ze laten alleen zien dat er een andere waarheid bestaat.

Blijf op de hoogte

Schrijf je in op onze nieuwsbrieven en blijf op de hoogte van het mondiale nieuws

Dat deze waarheidssprekers in de Arabische wereld rond 2010 opstonden, is geen toeval. Het gebeurde kort na de wereldwijde financiële bankencrisis van 2008. Spanje en Griekenland zagen in diezelfde periode de opkomst van radicaal-linkse partijen. De Occupy-beweging waaide toen vanuit de Verenigde Staten over naar Zuid-Amerika, India en Europa. Overal hadden mensen genoeg van de mechanismen die tot de crisis hadden geleid.

‘Met democratie alleen komen we er niet’, zei een activist eens tegen me. ‘We moeten afscheid nemen van het neoliberale economische systeem. Pas dan zijn we echt bevrijd. Maar dat kost tijd.’

Misschien is het wel tijd voor een Lente die tot stand kan komen in de Arabisch sprekende wereld én in West-Europa? Misschien kunnen we dat wel samen tot bloei laten komen?

Met dank aan Mohamed.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

  • Freelance journaliste

    Faïrouz ben Salah werkt in Tunesië als freelance correspondent. Ze publiceert regelmatig in Nederlandse dagbladen en magazines als Trouw, NRC, De Groene en Vrij Nederland.

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.