Over het verlies van een vriend, broer, bondgenoot, collega en zoveel meer (1963-2023)

Kris Berwouts, meer dan een ‘Congo-expert’

Een week geleden bereikte ons het droevige nieuws dat Kris Berwouts enkele dagen voordien was overleden. Sindsdien bereikten ons ook tal van herinneringen, anekdotes en geschrokken reacties die laten zien hoe belangrijk Kris geweest is voor zoveel mensen. We brengen ze als eerbetoon, al zijn ze maar een fractie van de ware reikwijdte die zijn persoonlijkheid en werk hadden.

© Jeroen Janssen

‘Nooit vertrek ik naar Rwanda zonder zijn zegen’ (Fragment uit Abadaringi, 2016)

De mentor

Het leven kan achterwaarts worden begrepen, helaas leven we het voorwaarts, leert een Swahiliwijsheid. De kans lijkt me groot dat Kris dat gezegde kende en misschien ook ergens had neergepend.

Dertig jaar geleden vertaalde en bundelde Kris een aantal Swahilisprookjes. Na de geboorte van mijn dochter gaf hij mij een exemplaar. Ik leerde al snel dat de meeste van die sprookjes harde levenslessen bevatten en weinig mooie eindes kenden. Ik las ze zelf gretig en besloot mijn dochter nog een tijdje de onverbloemde verhalen te besparen. Ik was Kris dankbaar dat zijn leergierigheid hem aan het vertalen had gezet.

Kris is voor mij lang een toegangspoort tot kennis geweest. Hij was gul in het delen van wat hij wist. Pas in de laatste jaren leerde ik ook de gulle mens achter de kennis wat beter kennen. Net zoals hij de politiek in de regio van de Grote Meren kon lezen, analyseren en fileren, kon hij dat ook met zichzelf. Soms met humor, maar even vaak met ernst. Hij bevroeg zichzelf met heldere, maar soms te strenge vragen.

Het expertenlabel hadden anderen hem toegekend. Waar ik een vat vol kennis zag, beschouwde hij dat vat louter als een verzameling beantwoorde vragen, die tot evenveel nieuwe leidden. Nooit had hij de pretentie te denken dat hij iets helemaal begrijpen kon. Door die houding bewonderde ik de twijfelende Kris alleen nog meer.

Achterwaarts, zo probeer ik Kris vandaag beter te lezen. Voorwaarts kan niet meer. Maar uit de reacties en herinneringen die na het tragische nieuws gedeeld werden doe ik het toch een beetje. Ze schetsen een herkenbaar beeld van die zachtaardige mentor, de mzee, de mushamuka.

Elien Spillebeen, redacteur MO*Magazine

De bondgenoot

Kris was een vriendelijke ziel en een echte vriend van Congo, het land waar hij een groot deel van zijn leven aan heeft gewijd.

Toen ik hem in 2012 voor het eerst ontmoette, leerde ik een empathische man kennen. Kris begreep al snel de strijd van La Lucha (de jongerenbeweging uit Goma die strijdt voor verandering, red.) en droeg die ook uit. Sindsdien hield hij niet op ons zijn pen te lenen, wanneer dat nodig was.

Nooit aarzelde hij om zijn contacten en immense kennis in dienst te stellen van verandering. Hij is een vriend die vertrekt, een ster die dooft. Zijn vertrek zal een grote leegte achterlaten die moeilijk op te vullen zal zijn.

Fred Bauma, activist en onderzoeker

***

Kris was een broer. Hij had zich van veel dingen bevrijd om zijn leven eenvoudigweg aan de mensheid te wijden. Door zijn universele identiteit werd hij een broer voor vele Congolezen. Ook voor mij. Ik zal onze broederband angstvallig bewaken.

Hij was een vriend die de strijd van LUCHA sinds 2012 had begrepen en zich eigen had gemaakt. Hij had de eerste pleitmissie van LUCHA naar Brussel georganiseerd en zelfs persoonlijk mee gefinancierd.

Toen geloofde nog niemand in onze strijd. Hij wel. Hij geloofde meteen in wat we deden. En hij probeerde het verhaal van onze strijd te vertellen, te delen. Ik ben blij hem op mijn weg ontmoet te hebben.

Micheline Mwendike, activiste LUCHA

***

Als jonge zwarte vrouw die actief is rond thema’s zoals dekolonisatie, racisme en discriminatie is het niet gemakkelijk om bondgenoten te vinden.

Misschien is het merkwaardig dat ik een bondgenoot had gevonden in Kris. Als 'oude witte man’, zoals hij zichzelf noemde, zei hij regelmatig dat hij vond dat ik en andere jongere zwarte mensen hem inspireerden. Maar we gaven hem ook hoop, zei hij. Hoop op een betere toekomst. Niet alleen voor zwarte mensen in België maar ook in Congo. Kris was een bondgenoot, dat vergeet ik niet.

Tracy Tansia, 11.11.11-medewerkster regio Grote Meren

De maat

Maat van mij, (zelf sprak je je echte vrienden steevast zo aan)

De eerste herinnering die ik van je terugvind, dwars door alle verdriet heen, dateert van de jaren negentig van de vorige eeuw. De koepelorganisatie 11.11.11 wou een nieuwe verantwoordelijke aanwerven voor de regio van de Grote Meren. Als medewerker van de lidorganisatie Coopibo (een van de voorlopers van Rikolto, red.) was ik uitgenodigd om deel uit te maken van het rekruteringspanel.

Het was al snel duidelijk dat jij veruit de meest geschikte kandidaat was. Ik vond het toen wel wat eigenaardig dat je leek te denken dat een hemd van Congolese pagnestof dragen je kansen zou verhogen. Alleen wist ik toen nog niet dat je hele garderobe ermee gevuld was. Later zou je ermee pronken op Facebook, met het fotoalbum genaamd: Someone called my Congolese haute coûture “Hawai shirts”!!??

Jaren later vroeg ik je waarom die dag het zweet in beken van je voorhoofd gutste, hoewel het toen echt niet zo warm was. ‘Man, ik wou die job echt, ik wou die zo graag dat ik er alle energie uit perste’, zei je gewoon. Je opgespannen knoopsgaten zetten die inspanning nog wat kracht bij. Met succes.

Er volgden lange jaren waarin we elkaar regelmatig zagen, dwars doorheen onze professionele parcours. De sterkste ervaring die we samen beleefden was op de lente-equinox van het jaar 2016. Het toeval – alweer – had ons beiden naar Goma gebracht. Daar vatte jij het drieste plan op om je 53ste verjaardag te gaan vieren in de gevangenis van Munzenze samen met de jongeren van La Lucha die daar maandenlang volledig ten onrechte werden vastgehouden.

Het werd een volstrekt unieke gebeurtenis die ook beschreven staat in je boek Mijn leven als mushamuka. Wat begon als een surrealistisch idee werd uiteindelijk een les voor het leven, voor iedereen die het mee beleefde.

Ivan Godfroid, voormalig directeur Rikolto RDC en Wereldblogger voor MO*. Lees zijn volledige afscheidsbericht aan Kris hier.

***

Kris en ik studeerden in de jaren ‘80 min of meer gelijktijdig Afrikanistiek aan de UGent, maar het was in 2019 dat we elkaar echt (terug)vonden. Door en over Congo uiteraard.

We waren meer dan collega’s die boeken, informatie en kennis uitwisselden. We waren erg goede vrienden en genoten ervan om gewoon met elkaar op te trekken. Dat deden we bij mij thuis in Oostende of bij hem in de Rogierlaan toen hij daar woonde In Gentse pizzeria’s of in het mooie Stene Dorp dat ik hem tot zijn grote ontroering mocht leren kennen.

Bij liters koffie — het koffiedebiet van Kris was gewoonweg niet bij te houden — hadden we het verbazend vaak over dingen die niets met Afrika te maken hadden: honden, Wagner, Weimar, kinderen, relaties, relatiebreuken, plekken op aarde, plekken in de ziel, Stravinsky, groen, groei, pijn, …

Copain, ik ga je missen.

Michael Meeuwis, professor Afrikaanse Talen en Culturen aan UGent

***

Kris, mijn allerbeste foute vriend. Ik ga u missen maat!

© Jeroen Janssen

Kris, mijn allerbeste foute vriend. Ik ga u missen maat! (Fragment uit Abadaringi, 2016)

Jeroen Janssen, striptekenaar

De analist

Het ging zoals het zo vaak gaat: per toeval. Toen het Wereld Sociaal Forum in 2007 voor het eerst naar Afrika ging, was de vraag of het nuttig, nodig of haalbaar was om iemand van de redactie naar Nairobi te sturen. Dat lukte blijkbaar niet, en dus was het een geschenk uit de hemel dat de Afrika-coördinator van 11.11.11 wel zou deelnemen, samen met enkele Centraal-Afrikaanse partners.

Tweemaal winst. Alleen reageerde Kris Berwouts, de man van 11.11.11, nogal lauw op de vraag of hij van op het WSF (een bijeenkomst met ‘een hoog Gentse Feesten-gehalte’, schreef hij later) een sfeerstuk kon schrijven. ‘Maat, zo’n hoogmis, dat is echt niet mijn kopje thee’, reageerde hij. ‘De kans dat ik na twee dagen gillend afgevoerd moet worden met acute vergaderitis en een overdosis slogans is erg groot.’

Dat was dan meteen geregeld, want ik had zelf eerdere WSF’s in Porto Alegre en Mumbai bijgewoond en wist: wie géén jeuk krijgt van het overaanbod aan sessies, slogans en socialisten, is onbetrouwbaar als verslaggever. Kris leverde trouwens een helder en heerlijk stukje af, dat zowel het belang van een grote foor van basisbewegingen en organisaties onderstreepte als de uitwassen die ermee samenhangen.

Een voorbeeldje van dat laatste: ‘Het is inderdaad opvallend: overal klinken slogans tegen Brits en Amerikaans imperialisme. Een grote meerderheid van de mensen lijkt te vinden dat het beter was geweest voor de wereldvrede als men op 30 december Bush en Blair had opgeknoopt in plaats van Saddam Hussein. Maar als je hier geen Engels praat, dan sta je hier grotendeels buiten het gebeuren.’

Elf jaar later waren we goed op elkaar ingespeeld. Kris had intussen 11.11.11 ingeruild voor EurAc (een netwerk van organisaties die aan belangbehartiging voor de regio van de Grote Meren deed) en was vervolgens als zelfstandig expert aan de slag gegaan. Rond dezelfde regio. Hij was intussen ook een vaste waarde geworden op MO*, waar hij sinds 2013 een Wereldblog bijhield – al was “blog” een understatement voor de gewaardeerde analyses die hij bij ons publiceerde, vaak parallel met een Engelse versie op African Arguments.

Maar in het najaar van 2018 verdween Kris plots van de radar toen hij, een jaar na zijn uitzetting uit de Democratische Republiek Congo, terugkeerde naar Kinshasa. Het waren angstige dagen, want wie in de muil van de Congolese veiligheidsdiensten verdwijnt komt daar vaak niet ongeschonden en meestal niet zonder ernstige financiële consequenties uit.

Gelukkig heeft de Belgische diplomatie zich toen uitstekend van haar taak gekweten en kon Kris vier dagen later het land verlaten. Een week later konden MO*lezers een gedetailleerd relaas lezen van vier verontrustende dagen en nachten.

‘Ik ben nergens van beschuldigd, afgezien van het domme idee om naar Congo terug te keren. Zelfs al had ik een geldig visum’, schreef Kris toen. ‘Wat me overkwam, was een tamelijk effectieve poging om me te neutraliseren als onafhankelijke analist met als enige ambitie via een kritische en constructieve analyse elementen aan te leveren om het Congo-debat te objectiveren. Maar blijkbaar is dit vandaag niet mogelijk in de Democratische Republiek Congo.’

Gie Goris, journalist en voormalig hoofdredacteur MO*Magazine

De activist

Ik stond stil. Ik sta stil. We hadden zeer recent nog gebeld, voor Kris afreisde naar Lapland om ‘wat rust te vinden na een persoonlijk woelige en pijnlijke periode’.

Kris leerde ik kennen via ons gezamenlijk engagement voor Oost-Congo en het conflict dat dit gebied al decennia teistert. Zelden kreeg ik bij een eerste ontmoeting zo’n impulsieve empathie over me heen als voor zijn persoonlijkheid.

Zijn niet-dialectische stijl maakte hem net zo interessant. Zijn woorden vroegen om vertaling om te beseffen wat de exacte draagwijdte ervan is. Zijn weinig conforme uiterlijk en zijn wat majestueuze stap wekten spontane sympathie op.

Ik minde van Kris zijn rebelse blik en taal, maar vooral zijn intieme — ik herhaal: intieme — revolte tegen onrecht en geweld. Die was wereldwijd, ook al was hij een doordachte Afrika-kenner en minnaar.

Zijn revolte was geweldloos, niet pacifistisch, wel activistisch. Hij kon de taal van tegenstanders wikken en wegen. Hij kon de wat wereldvreemde taal van klassieke onderhandelaars in grote conferenties pienter interpreteren en toegankelijk maken voor minder geïnformeerde geïnteresseerden.

In zijn hele, te korte leven ervaarde hij en snoof hij de Afrikaanse cultuur op in symbolisch samenleven.

Un grand monsieur, ce Kris…

Réginald Moreels, humanitair chirurg, UNICHIR

(Niet) de Congo-kenner

Kris was… Kris. Geen ‘Congokenner’ (een dwaas label dat hij zeker niet zou aanvaard hebben). Geen journalist of schrijver.

Hij was alles samen in een warme persoonlijkheid. Vol zelfrelativering en humor. Direct en écht begaan met al het moois en al het lelijks dat in Congo gebeurt. Hij was gefascineerd door, verliefd op, verstrikt in Congo, zoals ongeveer iedereen die in en met Congo leeft.

Het land laat je nooit los, gewoon omdat je er zoveel leert, het je verandert, verrukt en kwaad maakt. En vooral omdat het je een beter mens maakt.

Ik wil graag de vele Congolese broers en zussen oprecht bedanken omdat ook zij Kris maakten tot wie hij was voor ons allemaal.

Kris had vele puntige uitspraken, maar één ervan is me sterk bijgebleven. Over kameleon Lambert Mende zei hij: ‘de enige beweging die Mende nooit verdedigd heeft is de Ku Klux Klan’.

Kris ten voeten uit. We missen je Kris, maar ik hoop dat je een soort van vrede en rust hebt gevonden.

Erik Kennes, onderzoeker Egmont Institute

***

Toen ik het nieuws hoorde dat Kris Berwouts zou zijn overleden, kon ik het niet geloven. Ik stond te praten met een boer in de glooiende Famenne en het voorjaar was te lieflijk: glooiende weides vol bloemen.

Maar ‘s avonds las ik de artikels die het nieuws bevestigden en het bericht van zijn broer op Facebook. De grote Afrika-kenner Kris Berwouts was inderdaad gestorven in het hoge noorden van Finland bij de poolcirkel. Zijn laatste tweet deelde een playlist met contemplatieve muziek voor een nachtelijke wandeling bij de poolcirkel.

Kris, dacht ik, Kris. Ik was te verbijsterd om te reageren. Zestig jaar oud pas.

De dag dat we elkaar leerden kennen, 15 jaar geleden, was de dag dat we bijna samen verongelukten. We vlogen van Kinshasa naar Bukavu, waren met elkaar in gesprek geraakt en mochten elkaar meteen. Kris was intelligent, betrokken, messcherp en ontzettend geestig.

Bij de landing ging het goed mis. Noodweer, korte landingspiste, lange DC-9, volle brandstoftanks, een afgrondje op het einde van de landingsban. ‘Touch down! Touch down! Touch down!!’ De verkeersleiding schreeuwde het door de microfoon naar de piloten. Dit ging niet goed. Eerst was er die plotse scherpe bocht die het toestel maakte, dan een pijlsnelle afdaling en nu zagen we het asfalt weliswaar onder ons, maar raakten we het niet.

Heel het vliegtuig was aan het bidden. Pas voorbij de helft van de korte landingspiste raakten we de grond. Bruut contact, loeihard in de remmen, we hingen werkelijk in onze stoelriemen. Een DC-9 heeft om te landen 1,5 kilometer nodig, de landingsbaan was er slechts 2. We hadden aan het einde dus nog te veel vaart.

Kris en ik hielden werktuigelijk onze armleuningen vast. De piloot was zo slim om net voor het ravijntje zijn nog veel te snelle toestel links in het grasland te sturen. Een enorm geschud en gerommel was het resultaat, maar het vliegtuig bleef wel in de modder en de vegetatie steken.

Te voet en zonder bagage moesten we daarna door de gutsende regen die 2 kilometer naar de barak wandelen die dienstdeed als vliegbasis. Twee kilometer is kort, maar als je de helft ervan te voet en kleddernat moet afleggen is het een eind, zeker als je de daver nog op je lijf hebt zitten.

Tijdens die wandeling is er tussen Kris en mij iets gesmeed. Een besef van kwetsbaarheid allicht. Van sterfelijkheid ook. We liepen van nergens naar nergens. Alleen maar regen, asfalt en gras. Af en toe keerden we ons om en keken we naar het absurdistisch tafereel dat we zonet verlaten hadden: een DC-9 in het Afrikaanse grasland, omzoomd met bergen en mist.

Met zijn heerlijke Gentse accent zei hij dan: ‘Ja, maat, we hebben vree veel chance gehad.’ Ik kende hem nog maar een dag en tegelijk een heel leven.

Dag, Kris. Dag, schone, zoekende mens.

David van Reybrouck, auteur en historicus

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2793   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2793  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.