Fox vraagt Bush genade voor ter dood veroordeelde

Suárez werd 14 jaar geleden, op 24-jarige leeftijd, gearresteerd voor de
moord op een agent van de drugsbrigade. Hij kreeg toen niet het recht het
Mexicaanse consulaat te raadplegen - een gegeven dat nu zijn laatste
juridische strohalm kan worden. Het ontzeggen van dat recht is volgens de
Mexicaanse overheid een schending van de Conventie van Wenen voor Consulaire
Zaken, een verdrag dat de Verenigde Staten ondertekenden. Een woordvoerder
van het Mexicaanse ministerie van Buitenlandse Zaken noemt het een grove
onrechtvaardigheid.

De Mexicaanse regering wil alles in het werk stellen om Suárez’ vel te
redden. Ze wendde zich tot het Amerikaanse hooggerechtshof, diende een
klacht in bij de Inter-Amerikaanse Commissie voor de Mensenrechten en zoekt
steun bij de Europese Unie. Het lot van de achtendertigjarige Suárez ligt nu
in de handen van de Amerikaanse president.

De bezwaren van de Mexicaanse regering hebben niet alleen te maken met haar
overtuiging dat Suárez’ rechten werden geschonden, maar is ook principieel.
In een communiqué houdt de regering van president Fox vast aan de resolute
overtuiging over het respect voor het recht op leven. Over de schuldvraag
wordt niets gezegd. Behalve Suárez zitten nog 53 Mexicanen op death row. Ook
hun straf trachten Mexicaanse functionarissen en Amerikaanse advocaten met
hetzelfde argument te laten wijzigen.

Sinds 1993 werden in de VS vier Mexicanen geëxecuteerd, waarvan drie in de
zuidelijke staat Texas - waar gouverneur George W. Bush er sinds 1998 een
recordaantal executies liet uitvoeren. Een vijfde Mexicaan, Ricardo Aldape,
slaagde er op de valreep in zijn zaak te laten heropenen en werd vrijgelaten
in 1997. Anderhalve maand geleden zag Gerardo Valdez’ executie geannuleerd
omwille van een zelfde schending van de Conventie van Wenen. En in 1999
oordeelde het hof van de Inter-Amerikaanse Commissie voor de Mensenrechten
dat de executie van Mexicaanse staatsburgers in de Verenigde Staten sowieso
een schending is van de Conventie van Wenen en van het Internationaal
Convenant voor Burgerlijke en Politieke rechten. Suárez’ pleitbezorgers
hebben dus wel degelijk iets om zich op te beroepen.

Volgens Sandra Babcock, de Amerikaanse advocate die de Mexicaanse overheid
onder de arm nam, zijn de Mexicanen in de Amerikaanse rechtspraak al te vaak
het slachtoffer van vooroordelen en racisme. Kleurlingen hebben er volgens
Babcock sowieso minder kansen op een correcte rechtsgang en een eerlijk
proces. Babcock wijst erop dat 98 procent van de Amerikaanse openbare
aanklagers blank is, terwijl slechts 1 procent een Latino-achtergrond heeft.
Dat is volgens de juriste de reden waarom de kansen op een doodsvonnis
aanzienlijk stijgen als het slachtoffer van een moord blank is. Van de meer
dan 3.000 mensen die in een Amerikaanse cel wachten op hun executie, is meer
dan de meerderheid zwart, Latino of Aziatisch.

Volgens Amnesty International is de doodstraf sinds haar herinvoering in de
VS in 1976 een electoraal instrument geworden. Politici die zich uitspreken
tegen de doodstraf worden in verkiezingstijd door hun tegenstanders van
‘lankmoedigheid’ beschuldigd, terwijl politici van de harde lijn elkaar de
loef trachten af te steken door de grootste rigiditeit ten toon te spreiden
als het over de bestraffing van halsmisdrijven gaat. Sinds 1977 zijn in de
VS 700 mensen geëxecuteerd, waarvan 85 in 2000. In China waren dat er 1.000,
in Saudi-Arabië 123.