'Rechten Palestijnse kinderen worden dagelijks geschonden'

‘Iedere dag worden op talloze manieren Palestijnse kinderen slachtoffer van Israëlische mensenrechtenschendingen”, schrijft hij. “Geen enkel kind wordt te jong geacht voor de ruwe behandeling door de Israëlische bezetter en extremistische kolonisten. De misdaden die begaan worden tegen onze kinderen zijn onverdraagbaar en onacceptabel.’

De brief, die op 1 mei werd verstuurd, volgt na de detentie van een 9-jarig jongetje, Ahmad Zaatari uit Oost-Jeruzalem. Op 28 april werd hij gearresteerd en acht uur vastgehouden door de Israëlische politie. Ahmad en zijn 12-jarige broer Muhammad hadden volgens de politie stenen naar een Israëlische bus gegooid.

Beschuldigingen van mishandeling van Palestijnse kinderen die vast worden gehouden door de Israëlische politie of het leger in Oost-Jeruzalem, zijn niet nieuw. In 2013 stelde het VN-Kinderfonds Unicef in het rapport “Children in Israeli Militairy Detention” dat de slechte behandeling van kinderen ‘wijdverbreid, systematisch en geïnstitutionaliseerd lijkt te zijn.’ Het deed de aanbeveling op 38 punten veranderingen door te voeren in het systeem.

In februari van dit jaar stelde Unicef echter dat berichten over ‘veronderstelde slechte behandeling van kinderen tijdens hun arrestatie, vervoer, verhoor en detentie niet significant zijn afgenomen in 2013 en 2014.’

Eenzame opsluiting

Defence for Children International Palestine (DCIP), een Palestijnse mensenrechtenorganisatie, zegt dat kinderen behandeld worden als volwassenen. Ze zouden onder meer worden geslagen en te maken krijgen met langdurige eenzame opsluiting. Anders dan bij Israëlische kinderen, beweert DCIP, mogen Palestijnse ouders niet aanwezig zijn bij verhoor van hun kinderen. Er zijn gevallen bekend van kinderen jonger dan twaalf jaar, die geketend, geblinddoekt en met een slaaptekort arriveerden in verhoorcentra. Ook zouden kinderen gedwongen worden bekentenissen te ondertekenen in het Hebreeuws, een taal die ze niet kunnen lezen of begrijpen.

‘Er bestaan overeenkomsten tussen de situatie in Oost-Jeruzalem en de Westelijke Jordaanoever, vanwege de onvermijdelijke spanningen die een langdurige bezetting met zich meebrengt’, zegt Gerard Horton van Militaire Court Watch (MCW). ‘Je kunt op allerlei manieren proberen het systeem te repareren, maar als de onderliggende oorzaken van de problemen niet worden aangepakt, zal er niets veranderen.’

‘De meeste Palestijnse kinderen worden gearresteerd in de buurt van Israëlische nederzettingen in Oost-Jeruzalem en op de Westelijke Jordaanoever. Als je 500.000 kolonisten huisvest op bezet gebied en de veiligheidsdiensten de opdracht geeft ze te beschermen, leidt dit onvermijdelijk tot het terroriseren van de plaatselijke bevolking’, voegt Horton eraan toe.

Wapens in scholen

Israël kreeg ook harde kritiek te verduren in een rapport van de commissie die onderzoek deed naar incidenten tijdens de Gaza-oorlog vorig jaar. Dat rapport werd op 27 april gepubliceerd door VN-secretaris-generaal Ban Ki-moon. De onderzoekscommissie concludeerde dat Israël verantwoordelijk gehouden kan worden voor de dood van 44 en de verwonding van 227 Palestijnen tijdens de zeven aanvallen op zes VN-terreinen in Gaza waar Palestijnse burgers schuilden.

Volgens Chris Gunness, woordvoerder van de de VN-organisatie voor Palestijnse vluchtelingen (Unrwa) had de VN de exacte locaties van VN-faciliteiten waar vluchtelingen schuilden, doorgegeven aan Israël. ‘De onderzoekers concluderen dat, ondanks talloze notificaties over de exacte coördinaten van de scholen en aanwezigheid van vluchtelingen op diverse plaatsen, de aanvallen op of in de directe nabijheid van de scholen afkomstig waren van het Israëlische leger.’

De VN-secretaris-generaal bekritiseerde echter ook Palestijnse groepen die grote risico’s hebben genomen door wapens te verbergen in sommige VN-scholen. ‘Ik constateer met afschuw dat Palestijnse militante groepen VN-scholen in gevaar hebben gebracht door er wapens te verbergen. De drie scholen waar wapens zijn gevonden, waren op dat moment echter leeg en werden niet gebruikt als opvangplaats.’

Israëlische diplomaten hebben druk uitgeoefend op de VN om hun bevindingen niet bekend te maken voordat Israël zelf onderzoek heeft gedaan naar de gang van zaken. In september vorig jaar begon Israël een onderzoek naar vijf strafzaken, inclusief plundering.

Tijdens het Gaza-conflict werden meer dan 2100 Palestijnen gedood. In de meeste gevallen ging het om burgers. Zevenenzestig Israëlische militairen en zes Israëlische burgers kwamen om door raketten en granaataanvallen door Hamas en andere militante groepen.