Explosieven hinderen terugkeer vluchtelingen naar Syrië en Irak

Heslop zei eerder deze week tijdens een persconferentie in New York dat Unmas zich niet alleen richt op het opruimen van landmijnen, maar ook op het onschadelijk maken van niet-geëxplodeerde handgranaten, raketten, clustermunitie en geïmproviseerde explosieven.

Unmas-directeur Agnes Marcaillou zei dat terugkerende vluchtelingen uit Irak soms mijnen aantreffen voor de deuren en ramen van hun huis. ‘Ook Syrische gezinnen die terugkeren, krijgen te maken met een land dat bezaaid ligt met niet-geëxplodeerde bommen en clustermunitie. Dat kan vandaag of morgen tot hun dood leiden.’

Afghanistan

Marcaillou vindt het essentieel dat er aandacht wordt besteed aan de kwestie tijdens de humanitaire top die in mei in Istanboel wordt gehouden. Om landmijnen en andere explosieven in Irak en Syrië op te ruimen, is volgens haar ongeveer 100 miljoen dollar nodig. Dat is overigens een laag bedrag in verhouding tot het bedrag dat wordt uitgegeven aan het kopen van bommen en oorlogsmaterieel, benadrukte ze.

Sinds augustus 2015 werd volgens VN in Syrië ongeveer 14 ton explosief materiaal vernietigd.

Unmas boekte in de afgelopen jaren vooruitgang bij het opruimen van landmijnen in landen zoals Afghanistan en Cambodja. Maar dat wil nog niet zeggen dat de problemen opgelost zijn, zei Heslop. In Afghanistan bijvoorbeeld, daalde het aantal doden als gevolg van landmijnen van honderden mensen per maand tot vijf of zes. Het aantal doden als gevolg van andere explosieven ligt echter nog steeds rond zeventig per maand.

In Cambodja wordt al tientallen jaren gewerkt aan het opruimen van landmijnen. Volgens Heslop zal het echter nog een jaar of tien duren voordat het land vrij is van mijnen.