‘De woorden om Assad te verdrijven werden nooit hard gemaakt’

Jasem was niet de enige stad die de laatste tijd zwaar werd getroffen. Afgelopen vrijdag 29 juli werd een kraamkliniek gebombardeerd in de noordwestelijke regio Idlib. Daarbij kwamen twee mensen om het leven en raakten een aantal baby’s en (zwangere) vrouwen gewond.

Verworpen wapenstilstand

Net als in Idlib was het in Jasem opnieuw een hospitaal dat het moest ontgelden. De aanvallen kwamen er nadat de Hoogste Militaire Raad van het Vrije Syrische leger het voorstel tot wapenstilstand van president Assad naast zich had neergelegd.

Jasem ligt in Daraa, waar de kiem van de Syrische oorlog ligt

Dit zou de aanvallen in Idlib en Jasem kunnen verklaren, al speelt in Jasem de geografische ligging mogelijk ook een rol. Jasem ligt namelijk in de regio Daraa, waar op 6 maart 2011 voor het eerst Syrische burgers op straat protesteerden tegen het regime van president Assad.

De bloedige onderdrukking van die straatprotesten leidde uiteindelijk tot de burgeroorlog die het land nu al vijf jaar teistert.

Humanitaire ramp

Het International Rescue Committee (IRC), dat medische ondersteuning verleent aan het getroffen ziekenhuis in Jasem, reageert verbijsterd. ‘Het is verwerpelijk hoe in een groot aantal delen van Syrië het humanitair recht met de voeten wordt getreden’, verklaarde CEO David Miliband van het IRC gisteren op BBC Radio 4. ‘Bovendien is het aanstootgevend dat niemand de verantwoordelijkheid draagt voor deze oorlogsmisdaden.’

Volgens cijfers van de Verenigde Naties zijn sinds het uitbreken van de burgeroorlog meer dan 400.000 mensen omgekomen, terwijl meer dan tien miljoen Syriërs werden ontheemd. Vaak vallen ook humanitaire hulpverleners onder de slachtoffers te betreuren. Met iedere luchtaanval op medische instellingen worden bovendien onschuldige burgers beroofd van levensnoodzakelijke middelen.

Vooral in de grootste stad van Syrië, Aleppo, dreigt de humanitaire crisis verder te escaleren. Sinds geruime tijd zijn in de stad gevechten aan de gang tussen regerings-en oppositietroepen. Nu het regeringsleger van president Assad het oostelijke deel van de stad hermetisch heeft afgesloten, leven 300.000 burgers in bijzonder precaire levensomstandigheden. Daarnaast worden de humanitaire corridors die vorige week door de regering en bondgenoot Rusland werden opgezet, vaak niet gebruikt, uit vrees te worden gearresteerd.

Internationale verantwoordelijkheid

‘In het afwenden van een humanitaire ramp draagt ook de internationale gemeenschap een grote verantwoordelijkheid’, zegt David Miliband. De CEO van het IRC laakt op dat vlak vooral het gebrek aan daadkracht bij de internationale leiders.

Stemmen voor een staakt-het-vuren werden even snel geopperd als terug afgeschoten

‘Dat wereldwijd en in Syrië mensen op zo’n grote schaal – Syrië telt ongeveer 7 miljoen inheemse vluchtelingen – nog altijd op de vlucht zijn én geen toekomstperspectief hebben, is weerzinwekkend. Het spreekt voor zich dat dit alles het gevolg is van (een gebrek aan) politieke beslissingen.

Van bij het uitbreken van de Syrische Lente werden de woorden om Assad te verdrijven nooit hard gemaakt. Stemmen voor een staakt-het-vuren werden even snel geopperd als terug afgeschoten. Die inconsequente houding heeft ervoor gezorgd dat de Syriërs de hoop op een politieke resolutie hebben laten varen’.

Het International Rescue Committee roept de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties op om dringend de nodige aandacht te besteden aan de precaire humanitaire situatie in Syrië.