Gesprek met expert Pierre Verlinden over verleden en toekomst van zonne-energie

‘Tegen 2030 is zonne-energie de goedkoopste energiebron’

Verlinden ziet zijn oorspronkelijke missie bewaarheid worden: zonne-energie zal ook de armoede in ontwikkelingslanden bestrijden

De Belg Pierre Verlinden werkt al veertig jaar in de sector van de zonnepanelen: in België, de VS, Australië en tenslotte in China. MO* sprak met deze moderne zonnenomade over de geheimen van het Chinese succes, de duurzaamheid van zonnepanelen en het PV-virus dat hem nooit meer losliet.

Gefascineerd door elektriciteit

‘Mijn vader was een ingenieur elektriciteit. Hij bouwde waterkrachtcentrales in Congo, waar ik geboren ben. In zekere zin was hij de eerste ingenieur in hernieuwbare energie die ik ontmoette. Mijn vader stierf door een werkongeval in Congo. Toen ik heel jong was, besliste ik eveneens ingenieur elektriciteit te worden, om hem te eren, vermoed ik. Ik ben al van kindsbeen af gefascineerd door elektriciteit.

Tijdens mijn ingenieursstudies dacht ik altijd aan onconventionele methodes om elektriciteit te produceren –vaak gebaseerd op zonne-energie. Ik leerde zonnecellen en de photo-voltaïsche technologie (PV) kennen in de jaren zeventig en besliste om daarop te gaan werken voor mijn masterthesis in 1978 aan de UCL. Ik ging door op het onderwerp voor mijn doctoraat.

Het PV-virus kreeg me in zijn greep en liet me niet meer los. In de jaren zeventig was de drijvende kracht achter de zonne-energie niet de klimaatverandering maar armoedebestrijding en de economische ontwikkeling van Afrika en andere onderontwikkelde regio’s.’

‘De zonnesector weerspiegelt twee grote veranderingen van onze tijd: klimaatverandering en de opkomst van China’

Verlinden zag veel veranderen in de veertig jaren die volgden. De industrie van de zonnepanelen zou in zekere zin twee grote veranderingen van onze tijd gaan weerspiegelen: de klimaatverandering en de razendsnelle opkomst van China als (tweede) grootste economie ter wereld. Verlinden maakten beiden van binnenuit mee.

Die uitzonderlijke ruime ervaring maakt van hem een mondiale autoriteit. Hij kent deze snel ontluikende industrie als geen ander. Het is dan ook geen verrassing dat hij adjunct-professor is aan de Sun Yat-Sen-universiteit in Guangzhou, en de wereld rondtrekt als consultant in de materie. Pierre Verlinden kent deze snel ontluikende mondiale industrie door en door.

Overtuigende argumenten

Dat PV voor hem als een virus werd, heeft er uiteraard ook mee te maken dat Verlinden ervan overtuigd is dat deze technologie de mensheid goed kan helpen in haar strijd tegen klimaatverandering. Daar wordt soms twijfel over gezaaid, maar Verlinden snoert de sceptici de mond met overtuigende argumenten. Wat is, met andere woorden, de CO2-balans van zonnepanelen?

Verlinden is duidelijk. ‘Elektriciteit geproduceerd met steenkool brengt 1000 gram koolstof per kilowattuur in de lucht. Met olie is dat 900 gram, met gas 580 gram maar met zonnekracht is het slechts 19 gram. Alleen waterkracht doet beter met vijftien gram.’

Een andere vraag die vaak terugkeert, is of zonne-energie wel zo klimaatvriendelijk als je de productie ervan mee in rekening brengt? Verlinden drukt het antwoord graag uit met de zogenaamde Energy Payback Time, de tijd die nodig is om de energie terug te winnen die verbruikt wordt bij de productie. ‘In België duurt het een jaar en tien maanden vooraleer je de energie die nodig is om een zonnepaneel te maken, hebt teruggewonnen met dat zonnepaneel. In een land met veel zon is dat al het geval na één enkel jaar.’ Dat betekent dat die zonnepanelen dan nog minstens 24 jaren jaren bijkomende energie kunnen gaan produceren.

‘In België duurt het een jaar en tien maanden vooraleer je de energie die nodig is om een zonnepaneel te maken, terugwint, in een land met veel zon is dat al het geval na een jaar’

‘In België duurt het een jaar en tien maanden vooraleer je de energie die nodig is om een zonnepaneel te maken, hebt teruggewonnen met dat zonnepaneel. In een land met veel zon is dat al het geval na één enkel jaar.’

Dat betekent dat die zonnepanelen dan nog minstens 24 jaren jaren bijkomende energie kunnen gaan produceren. De sector van de zonnepanelen stond en staat vaak in het brandpunt van de wereldpolitiek. Elk van de grote machsblokken wil immers graag die cruciale toekomstsector naar zich toe halen. De voorbije tien jaar slaagde China erin de productie van zonnepanelen grotendeels naar zich toe te trekken.

Als reactie daarop begonnen de EU en de VS tol te heffen op ingevoerde Chinese zonnepanelen. Dat Verlinden zes jaar bij een van China’s grootste zonnebedrijven, Trinasolar, heeft gewerkt als chief scientist, (hoofdonderzoeker), verschaft hem een unieke kijk op dit spanningsveld. Vindt hij de Westerse reactie correct, en wat zal er nu gebeuren?

Maar voor we die vragen beantwoorden, eerst een andere vraag: hoe belandt een gedreven ingenieur uit het kleine België uiteindelijk bij Trinasolar –in 2017 goed voor negen GigaWatt, en zes GigaWatt aan uitgevoerde zonnepanelen? Dat verhaal loopt langs grillige lijnen.

Odyssee

Verlinden verrichtte na zijn masterthesis aan de UCL onderzoek naar de efficiëntie van siliconzonnecellen. Hij stond wat geïsoleerd met dat onderzoek in Europa. ‘Er was geen geld voor. Veel mensen zeiden me dat efficiëntie niet van tel was en dat alleen de kost telde omdat er toch genoeg land was om zonnepanelen te plaatsen. Aan de Stanforduniversiteit (VS) vond ik een groep die werkte op hetzelfde type zonnecel vanuit dezelfde filosofie: eerst efficiëntie, de lagere kosten komen later wel.

Daarom trok ik naar Stanford voor post-doctoraal werk. In 1991 vroeg professor Richard Swanson me of ik samen met hem het bedrijf Sunpower wilde oprichten in 1991. Sunpower is nu eigendom van het Franse energiebedrijf Total en produceert nog altijd ’s wereld meest efficiënte siliconzonnecellen.

Na 11 jaar Sunpower trok u in 2002 naar Australië?

Pierre Verlinden: Ja, een traditionele elektriciteitsproducent, Origin Energy, wilde zonnepanelen gaan maken en vroeg mij om dat project mee te ontwikkelen, maar na drie jaren raakte ik daar gefrustreerd. Gewoon omdat zo’n klassiek energiebedrijf heel anders functioneert en eigenlijk niet goed aanvoelt wat zo’n fabricageproces inhoudt. Ze houden niet van risico’s en de beslissingsprocessen verlopen er heel traag. Dat werkt niet in de PV-sector. Dat ondervonden ook de grote oliebedrijven zoals Shell en BP toen ze zelf zonnepanelen probeerden te produceren. Telkens weer faalden ze. Shell probeerde het vijf keer, en mislukte vijf keer.

Waarom?

Pierre Verlinden: Je moet snel beslissen en uiteindelijk is PV een kostenbusiness: je moet die panelen zo goedkoop mogelijk zien te produceren. Historisch hebben die grote oliebedrijven het daar moeilijk mee gehad, maar ze komen ongetwijfeld terug.

Waarom slaagden de Chinezen er wel in? We weten dat de Chinese regering rond 2005 besliste dat zonnepanelen een strategische sector was. Was dat de verklaring? Konden de Chinese staatsbedrijven op eindeloos veel goedkoop krediet van de staatsbanken rekenen?

Pierre Verlinden: Nee, toch niet. De staatsbedrijven waren niet succesvol in deze sector, het waren de privébedrijven die slaagden. In 2005 stond de industrie er echt nog in de kinderschoenen maar iemand als Shi Zhengron keerde terug van UNSW (Universiteit van New South Wales) in Sidney, Australië. Er was op dat moment grote vraag naar zonnepanelen met vooral Duitsland dat de markt echt deed boomen. Je kon op dat moment eender welke kwaliteit aan een welke prijs verkopen.

‘In China duurt het één dag om alle vergunningen te hebben als je goede contacten hebt met de lokale overheid die immer eigenaar is van de grond en vooral jobs wil’

Shi trok naar de technologiebeurs Nasdaq en werd overstroomd met geld. Hij werd op dat moment in China de Zonnekoning genoemd, de rijkste man van China. Het geheim van zijn succes was gebruik maken van de beschikbare technologie uit Australië maar vooral van de goedkope handenarbeid in China. Als je in China leeft, begrijp je hoe ze werken. Er worden heel snel beslissingen genomen.

In het Westen heeft de CEO graag een mooi kantoor, ontworpen door dure architecten. En het duurt er lang vooraleer je voor alles de nodige vergunningen hebt. In China duurt het één dag om alle vergunningen te hebben als je goede contacten hebt met de lokale overheid die immer eigenaar is van de grond en vooral jobs wil. De CEO tekent zelf het gebouw op een blaadje papier en een maand later staat het daar. Ze zijn ook erg hard voor zichzelf.

Ze besteden totaal geen geld aan luxe. De simpelste bureau’s, goedkope meubels. De controle op de uitgaven is extreem strak. Ik herinner me dat ik in Californië de start-up Solindra zag die ook zonnepanelen zou gaan maken. Die waren heel goed in PR, hadden veel geld maar toen ik hun prachtige gebouw zag, wist ik: ‘Ze hebben geen benul van wat de PV-markt is. Ze maken geen kans.’ En inderdaad, twee jaar later waren ze failliet.

Was China voor jou geen aanpassing?

Pierre Verlinden: Zeker. De eerste dagen voelde ik me ellendig. Ik kwam er aan in februari en het was echt koud. Boven de tien graden wordt de verwarming niet aangezet en boven de 28 graden is er geen airco. Het was tien graden en er werd niet gestookt in de bureau’s. Iedereen werkt met zijn buitenkleren aan in februari. Ik kreeg een pen, een bureau en een computer en dat was het. Ze werkten met Franse toiletten. Ik sprak de taal niet. Ik dacht: ik heb de verkeerde beslissing genomen. Maar ik snapte al snel de noodzaak en de passie voor PV.

Ze zijn erg kostenbewust en vinden het makkelijk om te besparen op de kosten. Er werden alleen lampen gebruikt waar werd gewerkt. Ze zijn dat zo gewoon. Als je een pen wil, moet je die gaan vragen. Als je wil printen idem, er zit geen papier in de printer. De baas van Trina is een boeddhist en heeft een goeie visie op het leven.

‘Zolang de temperatuur op kantoor niet onder 10 graden zakt, werd er niet gestookt. Chinese bedrijven beheersen hun kosten heel sterk’

Wat vind je dan van de Europese en Amerikaanse invoertarieven op zonnepanelen? Krijgen Chinese zonnebedrijven meer staatssteun dan Westerse?

Pierre Verlinden: De staatsondernemingen zijn anders. Zij hebben die kapitalistische energie niet. Zijn veel luier. Maar ik had nooit de indruk dat de Chinese private bedrijven meer steun kregen dan hun westerse tegenvoeters.

Zeker, ze krijgen belastingverminderingen, goedkoop land, maar toen we met Sunpower startten, kregen wij ook een lening aan nul procent. REC kreeg in Singapore een belastingvrijstelling voor vele jaren. Q-cells in Leipzig kreeg eveneens overheidssteun. Als mensen dus spreken over de staatssteun in China, dan is dat eigenlijk een beetje schijnheilig. Er leven zoveel mythes over China.

Zoals?

Pierre Verlinden: Dat er geen innovatie is in China. Onzin. Er is volop innovatie. Dat ze lage kwaliteit produceren. Volledig verkeerd. Hun zonnepanelen zijn de beste in de wereld, net als hun gsm’s of laptops. Het land is absoluut verbazend, groeit en verandert erg snel, en het ondernemerschap is extreem goed op elk niveau. Neem de hoge snelheidstreinen: ze hebben 25.000 kilometer sporen gelegd in tien jaar tijd. In mijn woonplaats, in de buurt van het Australische Adelaïde, zag ik dat men drie jaar deed over veertig kilometer spoor.

Pierre Verlinden kreeg in China de vriendschapsprijs van de Chinese regering

Het unieke Chinese model

Maar de overheid speelt toch een sturende rol. Het is de regering die in 2005 stelde dat PV een sector was die moest worden ontwikkeld. Ik zag dat alle nieuwbouw zowat standaard is uitgerust met zonneboilers op het dak.

Pierre Verlinden: Het is deze combinatie die zo sterk is. Aan de ene kant zijn er die erg dynamische private ondernemers die heel efficiënt werken. Aan de andere kant zijn er de vijfjarenplannen en andere overheidsprogramma’s die doelstellingen voorop stellen. En die bijvoorbeeld bepalen dat alle nieuwbouw zonneboilers moet hebben.

Ik vind hun politieke systeem interessant zonder het te idealiseren. Ieder bedrijf heeft zijn afdeling van de communistische partij. Daar worden de belangrijke thema’s en uitdagingen besproken. Vaak zijn de jonge mensen die zich engageren in die partijcellen van het bedrijf, de meest toegewijde medewerkers. De vaststellingen op bedrijfsniveau stromen dan weer door naar de partijafdelingen op een hoger niveau. En uiteindelijk zal al die lokale kennis de finale beslissing op het hoogste niveau mee vormgeven.

De partij is een gigantisch informatiesysteem. U lijkt wel enthousiast?

‘Ik vind dat het Chinese systeem sterke kanten heeft, al is het verre van perfect’

Pierre Verlinden: Ik ben geen communist, wel een socialist. Ik vind dat hun systeem sterke kanten heeft, al is het verre van perfect. Bij ons moeten politici tegenwoordig geselecteerd op de mate waarin ze zichzelf weten te verkopen. Om die reden zou iemand als Churchill vandaag niet meer verkozen geraken.

In China daarentegen, zijn de mensen aan de top jarenlang getraind om leiding te geven. Dat is een kracht. En de resultaten zijn dan ook soms verbluffend. Vorig jaar groeide PV in de woonsector met driehonderd procent. Het plan wil dat. Een van de belangrijkste redenen is natuurlijk de immense luchtvervuiling waar mensen echt onder lijden. Kiezen voor hernieuwbare energie is dan ook echt wat de bevolking wil.

Eigenlijk gaf China de wereld de goedkope zonnepanelen. Zouden zonnepanelen even goedkoop zijn geworden indien China er zich niet had op toegelegd?

Pierre Verlinden: Indien China de PV-industrie niet had overgenomen en getransformeerd –waardoor de kostprijs verminderde van 4 dollar per Watt naar 35 cent per wat– is het best mogelijk dat Duitsland dominant zou zijn gebleven. De prijs zou dan niet zoveel zijn gedaald. Waarschijnlijk zou de prijs dan nog altijd boven de één dollar per Watt liggen, drie keer wat hij nu is. En de markt zou dus niet zo snel zijn gegroeid.

Natuurlijk zouden landen als Maleisië, Taiwan of Singapore hun betrokkenheid vergroot hebben. Hoe dan ook, vermits de PV-sector vooral draait om kosten, stond het in de sterren geschreven dat China er ooit zou bij betrokken worden. Veel Westerse PV-bedrijven waren zich rond 2005 overigens actief aan het voorbereiden op productie in China. Maar ze waren niet snel genoeg en werden volledig voorbijgestoken door de Chinese producenten.

Zeventig procent

Hoeveel procent van ’s werelds zonnepanelen wordt er momenteel in China gemaakt?

Pierre Verlinden: In China zelf ongeveer zestig procent, en dan is er nog tien procent in Vietnam en India die door Chinese bedrijven daar wordt geproduceerd. Laat ons zeggen dat China en Taiwan dus zeventig procent van de PV-productie controleren. De VS en Canada zijn samen goed voor zes procent, de EU voor vier procent en Japan twee procent. De rest wordt geproduceerd in Aziatische landen als Maleisië, Vietnam of India.

‘China controleert zeventig procent van de PV-sector en installeerde vorig jaar bijna twee derde van alle panelen in de wereld’

Hoe groot is de zonnesector intussen? En waar worden die zonnepanelen vooral geproduceerd?

Pierre Verlinden: PV is goed voor twee procent van de globale stroomvoorziening. De totale capaciteit staat nu op 400 gigawatt waarvan 98 gigawatt in 2017 en daarvan werd liefst 50 gigawatt in China geïnstalleerd. De laatste zeven jaar kwam er gemiddeld 44 procent per jaar bij. De grote spelers zijn in volgorde van belangrijkheid China (135 gigawatt), Europa (110 gigawatt waarvan 40 gigawatt in Duitsland), de VS (50 gigawatt), Japan (45 gigawatt) en India (20 gigawatt).

Kan de productie ooit terug naar Europa komen?

Pierre Verlinden: Ja, dat zal gebeuren. De productie is de voorbije jaren enorm geautomatiseerd, waardoor de loonkost een minder grote rol speelt. Zes jaar geleden had Trina 15.000 werknemers nodig om 1,5 gigawatt aan zonnepanelen te produceren, in 2017 produceerden 14.000 werknemers liefst negen gigawatt. Trinasolar maakt elke seconde een zonnepaneel.

In China is de productie compleet gestandaardiseerd geworden. Er zijn ook de transportkosten –vergeet niet dat er in zo’n container met zonnepanelen heel wat lucht vervoerd wordt. Bovendien, en dat is cruciaal, is PV nu een significante energiebron aan het worden, en dus een strategisch product. Dat kan niet in een land blijven. Ook de Westerse invoertarieven op zonnepanelen zetten de Chinese rol onder druk.

Hoe kan die productie terug naar de EU komen?

Pierre Verlinden: Ofwel moeten de Europeanen van de Chinezen leren, ofwel moet het gaan om Europese fabrieken die gecontroleerd worden door de Chinezen. Waarom? Je moet het hele productieproces, de bevoorradingsketen kennen, weten hoe je zo’n moderne fabriek ontwerpt. Dat hele patroon is in China ontwikkeld. Het doet me denken aan de auto-industrie. In de jaren zestig kon je aan de motor nog horen welke auto het was.

Er was toen nog veel diversiteit Nu niet meer. Ze lijken allemaal op elkaar omdat alle producenten dezelfde gestandaardiseerde methodes gebruiken. Hetzelfde is in China gebeurd voor zonnepanelen. Als je wagens kostenefficiënt kan produceren in Europa, waarom dan geen zonnepanelen? Dat zal gebeuren. Naar Europa en naar de VS.

‘Als je wagens kostenefficiënt kan produceren in Europa, waarom dan geen panelen?’

Maar als je zegt: we gaan moeten leren van de Chinezen? Kunnen we daarmee om? Zijn westerlingen klaar voor die bescheiden houding?

Pierre Verlinden: De auto-industrie leerde van de Japanners, dit is hetzelfde. Deze industrie zal nog eens twintig, veertig keer groter worden. Het is politiek ondenkbaar dat dit alles in China zal gebeuren, omdat het zo’n strategisch product wordt.

Zijn die invoertarieven op zonnepanelen dan niet verdedigbaar, als ze helpen om de productie terug te brengen?

Pierre Verlinden: Ik zou niet zeggen dat ze verdedigbaar zijn -ik ben ertegen– maar het is misschien wel begrijpelijk waarom landen dat doen.

Omdat het de productie naar hier kan terugbrengen?

Pierre Verlinden: Ja, maar het is kunstmatig. Je industrie leert zo niet om competitief te zijn. Australië bond de auto-industrie aan zich met een invoertarief van vijftien procent. Maar zodra die tarieven verdwenen in het kader van handelsakkoorden, kwamen die fabrieken in de problemen.

Leercurve

Pierre Verlinden: Historisch is het zo geweest dat de prijs twintig procent zakte, telkens als de cumulatieve productie van zonnepanelen verdubbelde. Dat was vaak om de drie jaar. Nu staat de totale historische productie van zonnepanelen op 400 gigawatt. Tegen de tijd dat de volgende 400 gigawatt zal geproduceerd zijn –over drie jaar- zal de prijs per watt met 20 procent gedaald zijn.

Dat is de leercurve: hoe meer je iets maakt, hoe beter je daarin wordt. De voorbije jaren is de leercurve steiler geworden met 25 procent, zelfs 30 procent omdat de industrie grotendeels in China geconcentreerd zit, wat het leerproces en de efficiëntiegroei heeft bevorderd.

De technologie heeft de bevoorradingsketen, de machines, het ontwerp van de panelen en het productieproces gestandaardiseerd. Iedereen leert van elkaar. De industrie is erg incestueus. Er is samenwerking tussen bedrijven, de ingenieurs trekken van het ene bedrijf naar het andere, bellen met elkaar, ze zijn niet erg gericht op bescherming van intellectueel eigendom.

Wat betekent dit voor de prijs per watt?

Pierre Verlinden: Dat is vrij makkelijk te voorspellen. Als je de productietoename kent, kan je ook de prijs voorspellen. Nu al is het zo dat grote zonnekrachtcentrales in warme streken zoals het Midden Oosten of Latijns-Amerika goedkoper zijn dan steenkool-of gascentrales: de zogenaamde levelized cost of energy, de totale productiekost gespreid over de hele levensduur, is lager voor zon dan voor fossiele brandstoffen.

Europa en Japan zijn zover nog niet, maar met de huidige leercurve zal het ook daar niet langer meer duren. Voor de gezinnen is zonnestroom al goedkoper, al kan dat prijsvoordeel zich niet altijd ten volle laten gevoelen omdat de stroom niet kan gebruikt op het moment dat hij geproduceerd wordt. Daar moeten oplossingen voor gevonden worden.

‘In warme streken zijn zonnecentrales nu al goedkoper dan steenkool of gas. Over tien jaar is dat overal het geval’

Als de sector veertig keer groter kan worden, kunnen er dan geen bevoorradingsproblemen inzake grondstoffen ontstaan?

Pierre Verlinden: Voor de meeste onderdelen niet. Aluminium, koper in de kabels en het glas kunnen makkelijk hergebruikt worden. De plastic onderdelen zijn moeilijker te hergebruiken, dat klopt. Voor zand loont recyclage minder de moeite.

Maar wordt ook zand niet schaarser? We horen dat zand voor de bouw schaarser wordt.

Pierre Verlinden: Die schaarste betreft de pure varianten van zand. Uiteraard gebruiken we ook graag het puurdere zand, het quarts, omdat het minder werk is om er silicium van te maken, maar dat is geen noodzaak. We kunnen ook met het minder zuivere zand werken, het is alleen wat meer werk.

Ik verwachtte eigenlijk vooral problemen met zilver dat wordt gebruikt in de screenprinting. Dat is moeilijker te recycleren en indien de huidige consumptie van 30.000 ton per jaar vertienvoudigt naar 300.000 ton, dan zal dit wel beginnen wegen op de wereldproductie. Daarom moeten we ernaar streven om zilver te vervangen door koper, dat was een van mijn onderzoeksprojecten bij Trinasolar.

Hoe groot wordt het aandeel van PV in de elektriciteitsvoorziening in de toekomst?

Pierre Verlinden: Over tien jaar zal de prijs onder de 0.2 dollar zitten voor zonnepanelen. Zonne-energie wordt dan de goedkoopste energiebron en zal de geprefereerde optie zijn voor nieuwe capaciteit. Zonne-energie zal tussen dertig en zestig procent van de stroomvoorziening dekken, afhankelijk van de regio. In de zonnegordel zal het naar honderd procent neigen.

Als zonne-energie zo goedkoop wordt, wordt uw oorspronkelijke ambitie dat het de armoede ontwikkelingslanden moet bestrijden, bewaarheid.

Pierre Verlinden: Ja, natuurlijk. De Chinese president Xi Jinping heeft gezegd dat China de armoede wil elimineren tegen 2020 en dat goedkope zonne-energie een belangrijk deel van dat programma is.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.