Parlementairen dringen aan op vrijlating indianenleider Peltier

In de Leavenworth-gevangenis in de staat Kansas zit Peltier zijn 27ste jaar
uit van de dubbele veroordeling tot levenslang voor de moord op Jack Coler
en Ronald Williams, twee agenten van de Amerikaanse Inlichtingendienst FBI.
Zij kwamen om het leven tijdens een schietpartij op 26 juni 1975 in een
reservaat van de Zuid-Dakota’s. De openbare aanklager in de VS gelooft zelf
niet dat Peltier de agenten heeft neergeschoten, maar de indiaan was volgens
hem wel betrokken bij het plannen van een hinderlaag voor de mannen. De
agenten waren naar het Pine Ridge reservaat gekomen om er een leider te
arresteren van de Amerikaanse Indianenbeweging AIM, die een bezetting in het
nabijgelegen Wounded Knee had gesteund. Peltier was een leider van de AIM en
één van de prominentste woordvoerders. Maar hij heeft altijd ontkend dat hij
ook maar enige rol zou hebben gespeeld bij de moorden. Hij vluchtte meteen
na de schietpartij naar Canada, maar werd na een hoorzitting in 1975
uitgeleverd aan de autoriteiten in de VS, die beloofden dat Peltier een
eerlijk proces zou krijgen.

In Canada is het debat over Peltier nu weer opgelaaid. Nu we toch zo
bezorgd zijn dat mensen ten onrechte worden beschuldigd door een
overijverige VS-regering, zouden we beter de zaak Peltier goed volgen,
aldus Bill Blaikie, een ouder lid van de centrumlinkse Nieuwe Democratische
Partij. Dit is een zaak met een duidelijke politieke dimensie. Peltier, die
niet geloofde dat hij in de VS eerlijk zou worden behandeld, is uitgeleverd
op basis van verzonnen bewijzen. Ook John Reynolds, vice-voorzitter van de
centrumrechtse Canadese Alliantie Partij drong aan op een debat in het
parlement. Hij heeft verschillende jaren campagne gevoerd voor de vrijlating
van Peltier, met het argument dat het Amerikaanse gerecht geen rekening
heeft gehouden met kritieke en dwingende getuigenissen in deze zaak.

Na een particulier juridisch onderzoek in Toronto in 2000 onder leiding van
Fred Kaufman, een gepensioneerd rechter van het Hof van Beroep in Quebec,
diende Canada een gratieverzoek in bij de vorige Amerikaanse president. In
de laatste dagen van zijn regering heeft Bill Clinton dat verzoek evenwel
afgewezen. Wanneer we ten tijde van de hoorzitting over dezelfde informatie
hadden beschikt als nu, zou het verzoek om uitlevering zeker zijn
geweigerd, aldus Kaufman. Ook andere Canadese rechters zijn het ermee eens
dat de Amerikaanse overheid zich van bij het begin niet correct heeft
gedragen.

De hoofdgetuige tijdens de hoorzitting over de uitlevering, Myrtle Poor
Bear, heeft achteraf toegegeven dat de FBI haar heeft gedwongen een valse
beëdigde verklaring te tekenen dat zij had gezien hoe Peltier de twee
agenten had vermoord. Aanhangers van Leonard Peltier in Canada en de VS
stellen dat de FBI zelf documenten heeft opgesteld die het getuigenis van
Poor Bear bijtraden en dat de FBI ook belangrijke bewijzen heeft
achtergehouden die wezen in de richting van een andere verdachte. De
Canadese regering heeft zelf vijf jaar lang een intern onderzoek gevoerd
naar de uitlevering en heeft intussen toegegeven dat Poor Bear’s
verklaringen vals waren.

Vorige zomer is een verzoek van Peltier voor voorwaardelijke vrijlating
opnieuw afgewezen, maar zijn advocaat Ramsey Clark, voormalig procureur
generaal in de VS, denkt dat hij toch voor 2008 zal worden vrijgelaten.
Maar elke dag dat hij gevangen blijft is er één te veel, aldus Clark. Dit
is een verschrikkelijk onrecht voor alle betrokkenen en ook een tragedie
voor het hele land. Hoe is het mogelijk dat er in de 21ste eeuw nog sprake
kan zijn van een klassenjustitie!