Het einde van de gewelddadige avonturen van de Bakassi-boys

De val van de Bakassi-boys-burgerwacht en andere paramilitaire burgerwachten begon eind vorig jaar, toen de Nigeriaanse overheid alle groeperingen buiten de wet plaatste, samen met het verschijnen van alarmerende rapporten van mensenrechtenwaakhond Human Rights Watch.

Twee jaar geleden stonden de Bakassi-boys nog hoog aangeschreven. Zo hoog, dat ze door de politie werden uitgenodigd de strijd te vervoegen tegen de misdaadgolf die het land teisterde. Talrijke gewapende overvallers gingen er niets ontziend te werk en vrouwen zochten er ten einde raad ‘s nachts beschutting in de kerk, herinnert Chinwoke Mbadiniju, gouverneur van deelstaat Anambra zich. Het falen van de politie in de strijd tegen de welig tierende gewapende overvallen, deed ons naar andere uitwegen zoeken. We nodigden de Bakassi-boys uit, legt de gouverneur uit. Nu achtervolgen wij de overvallers, en lopen zij weg van ons. Het tij is gekeerd. Maar net nu iedereen begint te zien dat we de criminaliteit tot een minimum hebben beperkt, gaat het plots over mensenrechten, omdat we de overvallers ombrengen, zegt Bandiniju niet-begrijpend.

De Bakassi-boys van Anambra zijn naar schatting met een 5.000-tal. Honderden verdachten kwamen door hun toedoen om. Ook prominente inwoners kregen soms op onprettige wijze te maken met de voortvarendheid van de boys. Tweemaal werden Bakassi-leiders door de Nigeriaanse autoriteiten opgepakt, onder meer wegens de moord vorig jaar op Godwin Okonkwo, een lokale functionaris van de All Peoples Party (APP). Ifeanyi Ibegbu, een oppositieleider in het parlement van Anambra, werd door de Bakassi-boys gearresteerd en gefolterd wegens zijn vermeende steun aan gewapende overvallers. Hij werd later door het parlement van alle blaam gezuiverd, maar beschuldigde prompt een andere politicus ervan met hem te hebben willen afrekenen met behulp van de Bakassi-boys.

Emeka Udegbunam, een van de gearresteerde leiders, houdt staande dat alle omgebrachte verdachten wel degelijk criminelen waren, daar sta ik voor in.

De recente arrestatie van 120 Bakassi-boys wordt in Nigeria met gemengde gevoelens bekeken. Emeka Ibe, een handelaar uit Lagos, vindt dat enkele bendes, in het leven geroepen door politici om oude rekeningen te vereffenen, de reputatie van de Bakassi-boys bezoedelen. En als de federale overheid de Bakassi-boys verbiedt, moet het wel de veiligheid in het land kunnen verzekeren, aldus Ibe.

Politicoloog James Ucheoha legt de link met de islamitische wetgeving, de sharia, die vooral in noordelijk Nigeria opgeld maakt. De activiteiten van de Bakassi-boys verschillen niet met de gebruiken van de sharia in het noorden. Beiden doden mensen zonder behoorlijk proces, verklaart Ucheoha.

Rosemary Njoku, een ambtenaar uit Lagos, ziet nog een ander gevaar zo lang de Bakassi-boys nog actief zijn. Politici zullen de Bakassi-boys gebruiken om herrie te schoppen tijdens de verkiezingen van 2003.

De krant ThisDay vindt het dalen van de criminaliteit in Anambra wel een goede zaak, maar waarschuwt voor de vele bloedige gevolgen die een op hol geslagen burgerwacht op zijn beurt genereert. De oplossing ligt eerder in het hervormen van de politie, schrijft de privé-krant.

Criminaliteit is in Nigeria een probleem van de eerste orde. Volgens statistieken van de politie kwamen op een jaar tijd 273 burgers en 84 politieagenten om het leven door criminelen. De hoofdstad Lagos is het ergst getroffen. Tegelijkertijd is het land er economisch bijzonder slecht aan toe - 49 procent van de Nigerianen leeft onder de armoedegrens.

Toye Olori

Xml=3

Ref: af ip