Overheidsplan houdt verwoestijning niet tegen

De verwoestijning heeft schadelijke gevolgen voor 35 miljoen mensen in het noorden van Nigeria. Dat is de conclusie van een recent onderzoek van het Nigeriaanse ministerie van Milieu. De Sahara rukt met 0,6 kilometer per jaar steeds verder op naar het zuiden van Nigeria. Het overheidsprogramma om de woestijn te stoppen, ligt sterk onder vuur.




Het onderzoek baseert zich op luchtfoto’s van de noordelijke staat Yobe. Die laten zien dat zandduinen meer dan 30.000 kilometer land innemen. “De duinen bedreigen levensnoodzakelijke oases, begraven waterbronnen en bedekken in sommige gevallen belangrijke toegangswegen,” zegt een groep onderzoekers die de regio de voorbije maand bezocht in een rapport. “Bomen die door de regering werden geplant als verdedigingsgordel tegen de oprukkende duinen, verdorren door gebrek aan verzorging of droogte”. Alleen al in de staat Yobe zouden minstens 50.000 landbouwers uit de 100 dorpen aan de rand van de woestijn daardoor het risico lopen op een mislukte oogst. Bovendien zitten ze met een tekort aan grasland voor het vee. “Jaarlijks verdwijnt er grasland voor 3000 dieren,” aldus het rapport. De zeven andere staten langs de woestijn zijn er niet beter aan toe.



Vorig jaar lanceerde president Obasanjo een Nationaal Actieprogramma tegen de Verwoestijning. Met de hulp van het Wereldbank-herbebossingsprogramma probeert de regering een groene beschermingsgordel op te trekken langs de woestijn. “Een land dat jaarlijks 350.999 hectaren aan verwoestijning verliest, kan niet toekijken hoe vruchtbare landbouwgrond in beslag wordt genomen door de woestijn. Daarom willen we een groene gordel installeren in het noorden over een lengte van 1500 kilometer en een breedte van één kilometer,” aldus het actieprogramma.



Maar een rapport van het ministerie van Milieu toont dat Nigeria tegelijkertijd zijn bossen blijft plunderen door meer dan 30 miljoen ton brandhout per jaar te rooien voor de bevolking in de steden, voor wie hout de goedkoopste brandstof is om te koken. De snelheid van de ontbossing (350.000 hectare land per jaar) overstijgt ruim de herbebossing (30.000 per jaar), aldus het rapport. Milieu-activisten noemen het regeringsbeleid dan ook zeer inconsequent. “De voortdurende prijsstijging van kerosine, een alternatief voor brandhout, heeft de situatie alleen maar verergerd,” stelt milieudeskundige Peter Ajala. “En de boomplantacties die één keer per jaar georganiseerd worden, zijn niet afdoende”.



De Voedsel en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO) meldde in 2001 dat meer dan 100 landen, met in totaal 3,6 miljoen hectaren, te lijden hebben onder verwoestijning. Dat gaat ten koste van akkerland, weiland en bos en heeft een negatieve invloed op de biologische verscheidenheid, de vruchtbaarheid van de grond, de watervoorraad, de landbouwopbrengsten en de veestapel. Volgens de FAO is de groeiende druk op het land door de snelle bevolkingsgroei en de armoede één van de belangrijkste oorzaken. Daarbij komen nog de steeds terugkerende droogtes.



In 1994 lanceerde de internationale gemeenschap de Conventie voor Bestrijding van Verwoestijning (UNCCD), die in 1997 operationeel werd. Meer dan 180 landen hebben de conventie ondertussen ondertekend, maar slechtw weinig regeringen hebben er echt wezenlijk iets aan gedaan.






Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.