Conflict in Mali laat 250.000 weeskinderen achter

Hulpverleners zeggen dat het aantal weeskinderen in Mali de laatste vier jaar enorm is gestegen. In 2010 waren er volgens de Verenigde Naties nog maar 160.000 ouderloze kinderen, vandaag leven er meer dan 250.000 Malinese kinderen zonder hun vader, moeder of beide ouders.

Catastrofale omstandigheden

Veel van die kinderen leven in vluchtelingenkampen op de grens met Mauritanië. ‘Weeskinderen zijn de meest kwetsbare vluchtelingen’, zegt verpleegster Tin Albarka Walt Alhassan tegen Al Jazeera. ‘Kinderen die kun vader verloren, zijn afhankelijk van hun moeder. Ze hebben meer hulp, verzorging en bescherming nodig.’

‘We leven in catastrofale omstandigheden en zitten dagen zonder eten.’

De omstandigheden in Mauritaanse vluchtelingenkampen zijn erbarmelijk. Er zijn weinig organisaties of groepen die voor de ouderloze kinderen zorgen. Ze rekenen vaak op de goedheid van andere vluchtelingen in het kamp, die zich over de kinderen ontfermen.

Maryama Walt Mahmoud is weduwe en moet alleen voor haar vier kinderen zorgen: ‘Wat ze ons aanbieden is niet genoeg. Na enkele dagen is alles op en ik kan geen eten voor hen betalen. Voor speciale gelegenheden kan ik geen kleren voor hen kopen. We leven in catastrofale omstandigheden en zitten dagen zonder eten.’

Koesterende omgeving

De vroege kindertijd, vanaf de geboorte tot het achtste levensjaar, is kritiek voor het cognitieve, sociale, emotionele en fysieke groeiproces. Een optimale breinontwikkeling heeft een stimulerende omgeving, voldoende nutriënten en sociale interactie met waakzame verzorgers nodig. De eerste levensjaren vragen dan ook een koesterende omgeving en aandachtige zorg.

Unicef onderzocht die ontwikkeling van een kind in een aantal landen op vlak van de zorgkwaliteit binnen de huiselijke omgeving waarin een kind opgroeit; de toegang tot kinderverzorging en onderwijs; en de algemene ontwikkelingsstatus van kinderen in het land. In Mali krijgt momenteel 33 procent van de kinderen onder de acht jaar niet de verzorging die ze nodig hebben.   

Elk kind telt

Het conflict in Mali heeft er ook voor gezorgd dat veel kinderen geen toegang meer hebben tot onderwijs.

Het conflict in Mali heeft er ook voor gezorgd dat veel kinderen geen toegang meer hebben tot onderwijs. Veel leraars zijn gedood of gevlucht, schoolgebouwen zijn verwoest. Honderdduizenden kinderen gaan daardoor niet meer naar school.

De internationale ontwikkelingsorganisatie SOS Kinderdorpen heeft in een aantal landen scholen, gezondheids- en opvangcentra gebouwd. Tijdens de conflicten in 2012-2013 werden sommigen van die gebouwen gesloten.  

Unicef lanceerde daarom in 2014 Elk kind telt, een campagne die minstens 100.000 jongens en meisjes in de getroffen gebieden opnieuw toegang tot kwaliteitsvol onderwijs moet bezorgen. Het is een stap in het proces naar Onderwijs voor Iedereen (EFA) en Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDG). Unicef hoopt dat de kinderen later een wereld van gelijkheid, vrede en vooruitgang kunnen opbouwen.

Conflict

Tot vandaag probeert het land zich nog steeds te herstellen.

In 2012 en 2013 kreeg Mali te maken met grote politieke en veiligheidscrisis tussen de overheid en rebellengroepen. Tot vandaag probeert het land daar nog steeds van te herstellen. Hoewel op 20 juni 2015 een vredesakkoord werd gesloten tussen de overheid en de rebellengroepen, blijven er nog steeds spanningen bestaan. Vooral in het noorden blijft het onrustig.

Door de gewelddadige omstandigheden in het land, zijn tienduizenden Malinezen gevlucht naar de buurlanden. Velen van hen keerden al terug naar huis, maar aan de grenzen leven nog steeds veel mensen in vluchtelingenkampen.