Slumdogs schieten foto’s in Nairobi

Extra

Slumdogs schieten foto’s in Nairobi

Slumdogs schieten foto’s in Nairobi
Slumdogs schieten foto’s in Nairobi

U wil op reis naar Kenia en u wil Nairobi bezoeken? Dan loont het zeker de moeite het nieuwe fotoboek van Africalia open te slaan. Daarin staan foto’s gemaakt door "slumdogs" uit Nairobi’s tweede grootste sloppenwijk Mathare. MO* pikt er samen met fotograaf Julius Mwelu vijf markante beelden uit.

Julius Mwelu (29) was zelf ooit lid van een jongerenbende in Nairobi, maar is vandaag een gerespecteerde fotograaf en Bekende Keniaan. Dat heeft hij te danken aan zijn Mwelu Foundation. Met de Mwelustichting wil hij jonge tieners uit Mathare van straat halen en ze opleiden tot fotograaf of cameraman/vrouw.

Africalia, dat de stichting ondersteunt, bundelde een reeks foto’s van de Mwelu Foundation in een pas verschenen fotoboek.

Mwelu is intussen wereldbekend. In 2012 was hij één van de drie Afrikaanse city changers die in Groot-Brittannië met de Olympische Vlam mocht oplopen. De foto’s van zijn stichting stellen het beeld bij van de Afrikaanse slum: een thuis voor almaar meer Afrikanen die de trek naar de stad hebben ondernomen. Mwelu gaf aan MO* tekst en uitleg bij vijf markante foto’s.

© Stephen Ochieng

Jongen brouwt lokale gin

© Stephen Ochieng

Mwelu: ‘Hier warmt een jongen een mengeling van melasse, suiker en chemicaliën op. De dampen slaan neer en dat levert Chang’aa op, een lokaal gebrouwen, illegale drank, die lijkt op gin. Het is straf spul waarvan je blind wordt, als je te veel drinkt. Veel jongeren in Mathare drinken Chang’aa of smoren Bang (marihuana) om hun problemen te vergeten. Ik weet waarover ik spreek. Jarenlang heb ik chang’aa gebrouwen, tot er een buitenlandse fotograaf, Lana Wong, foto’s kwam nemen in Mathare. Ik was dertien. Ik zei haar: ik wil niet sterven in Mathare. Ik wil ook fotograaf worden.’

© Mwelu Foundation

Schoolkinderen krijgen thee en brood voor ontbijt

© Mwelu Foundation

Mwelu: ‘Toen ik nog school liep, kreeg ik geen eten. Ik moest het geld voor mijn uniform en inschrijvingsgeld bijeenharken door de verkoop van houtskool en oud ijzer. Dat is vandaag iets beter. Schoolkinderen krijgen ontbijt met thee en brood. Dat is een aanmoediging vanwege de overheid. Ook al leren ze niets, ze hebben tenminste iets in hun maag. Met mijn stichting wil ik fotografen en cameralui ondersteunen om hun opleiding af te maken. Ik geloof in onderwijs. Een mens zonder opleiding is een boom zonder wortels. Een boom zonder wortels kan niet groeien.’

© Simon Onyango

Mathare, tweede grootste slum van Nairobi

© Simon Onyango

Mwelu: ‘Wanneer je tegen mensen zegt dat je uit de slum komt, nemen ze meteen afstand. Onze slum is berucht voor zijn misdaadcijfers. Zelf was ik één van de bad boys uit Mathare. Iedereen was bang van onze bende. Ons motto luidde: “Beter tien dagen leven als een koning, dan honderd dagen afzien.”

Maar ik wilde ermee kappen. Ik was het moe mijn vrienden te zien sterven, onder de kogels van politie of andere bendes. Ik wilde mijn kinderen en kleinkinderen zien opgroeien. In plaats van met scherp te schieten, zijn we foto’s gaan schieten.’

© Julius Mwelu

Vrouw roept politieke rellen halt toe

© Julius Mwelu

Mwelu: ‘Het was niet makkelijk. Vrienden lachten mij uit. In de slum verdient een doorsnee fotograaf amper één dollar per dag, terwijl Chang’aa brouwen veel meer schuift. Het was ook ronduit frustrerend. Ik was slecht in kadreren. In het begin schoot ik foto’s van mensen zonder hoofden. Langzaam werd ik een goede fotograaf.

De mensen hadden nog altijd schrik voor ons, maar we hebben de buurt van het tegendeel kunnen overtuigen. We begonnen het alledaagse leven in de slum te documenteren. We begonnen foto’s te maken van het verkiezingsgeweld. Het was onze manier van protesteren.’

© Mwelu Foundation

Zelfs de hemel heeft een slum

© Mwelu Foundation

Mwelu: ‘De Mwelustiching helpt jongeren hun opleiding af te maken en door te breken. James Otieno werkt intussen in één van de bekendste grafische studio’s en Elijah Mumo in een van Kenia’s grootste filmstudio’s. Raymond Ochieng is naar Zuid-Afrika voor bijkomende opleiding en ikzelf werk voor UN Habitat.

Ook al woon ik er niet meer, ik blijf one from the ghetto en ik ben daar fier op. Iedereen noemt het slum, maar voor ons is het gewoon thuis. Het leven is hard, maar er wordt amper geklaagd. Is er een overstroming, dan wordt het water gebruikt om auto’s te wassen. Slumdwellers zijn plantrekkers. Voor één euro vind je in een hotel, een klein restaurant, al een behoorlijke maaltijd met vlees en ugali. Als jongen uit het ghetto kan ik overal ter wereld overleven. En als er een ghetto is in de hemel, zal ik daar met plezier heen gaan.’