Minder vroeggeboortes na sluiting steenkoolcentrales

Als een steenkool- of oliecentrale sluit, daalt het aantal vroeggeboortes in de omliggende wijken en stijgt het percentage succesvolle bevallingen. Dat blijkt uit twee verschillende studies door de Universiteit van Berkeley in Californië.

De onderzoekers vergeleken de cijfers over vroeggeboortes voor en na de sluiting van acht elektriciteitscentrales in Californië tussen 2001 en 2011. Daaruit bleek dat het percentage vroeggeboortes -baby’s die voor 37 weken zwangerschap geboren worden- daalde van gemiddeld 7 procent in het jaar voor de sluiting tot 5,1 procent in het jaar erna.

Hoe dichter bij de centrale, hoe groter het effect. Ook de bevolkingsgroep bleek een rol te spelen: bij zwarte Amerikanen en Aziatische vrouwen daalde het cijfer zelfs van gemiddeld 14,4 naar 11,3 procent.

Luchtvervuiling

De trend in de studie in het American Journal of Epidemiology is groter dan verwacht maar ligt wel in lijn met andere studies die de invloed van luchtvervuiling op de zwangerschap in kaart brengen, zegt Joan Casey, hoofdauteur van de studie.

‘We waren blij dat we eens een goednieuwsverhaal kunnen brengen op het vlak van milieu en volksgezondheid’

Een tweede studie, in het vakblad Environmental Health, gaat uit van een gelijkaardig opzet maar dan voor het aantal succesvolle bevallingen per duizend vrouwen.

‘We waren blij dat we eens een goednieuwsverhaal kunnen brengen op het vlak van milieu en volksgezondheid’, zegt Casey.

‘De meeste mensen kijken naar luchtvervuiling als schadelijk voor de volksgezondheid, maar dit is de keerzijde van de medaille. Laten we eens kijken wat er gebeurt als de bron van vervuiling verdwijnt uit een buurt en of dat voordelen heeft op het vlak van de volksgezondheid.’

De resultaten van de studie kunnen meespelen in het beslissingsproces om energiecentrales buiten werking te stellen. ‘We zijn ervan overtuigd dat deze onderzoeken belangrijke implicaties hebben voor het begrip van de gezondheidsvoordelen van een sluiting, en op dat vlak erg goed nieuws brengen’, zegt medeauteur Rachel Morello-Frosch, hoogleraar Milieuwetenschappen aan Berkeley.