Line De Witte: ‘Rechten voor bedrijven zijn gegarandeerd, die voor mens en milieu absoluut niet.’

In haar boek “TTIP en CETA voor beginners” bespreekt Line De Witte, leerkracht en PVDA-kandidaat voor de volgende gemeenteraadsverkiezingen in Leuven, de gevaren en mogelijke implicaties van beide handelsverdragen voor de Europese bevolking. MO* zat samen met De Witte voor een interview.

Line De Witte, auteur van ‘TTIP en CETA voor beginners’.

Het Comprehensive Economic and Trade Agreement (CETA), het fel gecontesteerde handelsverdrag tussen Europa en Canada, werd op woensdag 15 februari goedgekeurd door het Europees Parlement. Deze goedkeuring vormde een belangrijke stap richting de uitvoering van een akkoord dat volgens voorstanders voor meer economische groei en jobs moet zorgen. Tegenstanders van het akkoord stellen echter dat CETA slechts een kleine groep mensen ten goede zal komen en een gevaar vormt voor onder meer de volksgezondheid, de democratie en het klimaat.

Naast de uitgesproken voor-en tegenstanders is er echter ook een grote groep mensen voor wie de inhoud van CETA grotendeels een mysterie blijft. Hetzelfde geldt voor het Transatlantic Trade and Investment Partnership (TTIP), dat omwille van de grote gelijkenissen dikwijls in één adem met CETA wordt genoemd.

In haar boek TTIP en CETA voor beginners bespreekt Line De Witte, leerkracht en PVDA-kandidaat voor de volgende gemeenteraadsverkiezingen in Leuven, de gevaren en mogelijke implicaties van beide handelsverdragen voor de Europese bevolking. MO* zat samen met De Witte voor een interview.

De titel van je boek luidt TTIP en CETA voor beginners en suggereert een neutrale houding ten opzichte van beide verdragen. Het boek zelf is echter een lang betoog tegen de twee handelsakkoorden. Zou het niet beter zijn om de lezer toe te staan zelf een standpunt in te nemen in plaats van hem er een op te dringen?

Line De Witte: De ondertitel van mijn boek luidt ‘Is het gevaar geweken?’, en verraadt dus al gedeeltelijk mijn standpunt. In de inleiding van mijn boek leg ik uit dat neutraliteit in een kwestie als CETA en TTIP eigenlijk onmogelijk is. De verdragen zijn niet “goed” of “slecht” in het algemeen. Voor een bepaalde groep mensen zijn ze voordelig, maar voor een andere, veel grotere groep houden ze enorme nadelen in.

‘De verdragen zijn niet “goed” of “slecht” in het algemeen. Voor een bepaalde groep mensen zijn ze voordelig, maar voor een andere, veel grotere groep houden ze enorme nadelen in.’

Vanaf de onderhandelingen zijn CETA en TTIP heel onevenwichtige akkoorden, met een enorme tussenkomst van het bedrijfsleven. Dit valt dan ook op te maken uit het resultaat. De uitzonderingsrechtbanken voor bedrijven en de liberalisering van de openbare diensten zijn wat dat betreft veelzeggend. Rechten voor bedrijven zijn gegarandeerd, die voor mens en milieu absoluut niet.

Ik merk dat hoe meer mensen weten over CETA en TTIP, hoe meer ze zich ertegen verzetten. Met mijn boek ga ik dan ook de uitdaging aan om mensen op een laagdrempelige manier in te lichten over de gevaren van deze verdragen.

Zijn de media wat dit betreft tekortgeschoten? Hoewel de volledige tekst van CETA al twee jaar publiek is gemaakt, is het thema pas echt opgepikt toen het akkoord moest worden ondertekend en het verzet tegen CETA ook niet langer te negeren viel.

Line De Witte: Je kan dit natuurlijk niet los zien van een bredere evolutie waarbij ook de pers wordt ingeschakeld in de marktwerking. Er is steeds minder ruimte voor onderzoek en het is daarom voor veel journalisten niet mogelijk om de volledige tekst van het CETA-verdrag, die meer dan 1500 pagina’s beslaat en overloopt van de technische termen, grondig door te nemen. Het gevolg is dan dat veel mensen niet op de hoogte zijn over wat er nu precies in die verdragen staat.

Democratie in gevaar

Je hebt het in jouw boek uitgebreid over de deregulerende effecten van CETA en TTIP. Zo zouden staten kunnen worden aangeklaagd als die wetten doorvoeren die de winst van bedrijven aantast. In artikel 8.9 van CETA staat echter expliciet dat staten het recht blijven hebben om wetten door te voeren om onder meer volksgezondheid, veiligheid, het milieu en sociale zekerheid te beschermen, ongeacht het effect dat deze wetten hebben op de winstgevendheid van bedrijven.

Line De Witte: Het ene sluit het andere niet uit. Bedrijven kunnen staten aanklagen naar aanleiding van een wet of regel die indruist tegen CETA of TTIP, en ze zullen dat doen als die wet hun winsten in het gedrang brengt. In de feiten komt dat op hetzelfde neer.

Bedrijven, voor wie het winstoogmerk voorop komt, krijgen via de oprichting van het Investment Court System de mogelijkheid om wetten te betwisten die worden gemaakt in het algemeen belang. In dat opzicht overtuigt artikel 8.9 dus niet. Nationale overheden mogen immers nog wel reguleren, maar zullen voortdurend rekening moeten houden met een mogelijke rechtszaak en, in geval van een tegenvallende uitspraak, een schadeloosstelling.

Bovendien heeft alleen al het bestaan van de mogelijkheid om zo’n rechtszaken aan te spannen een ontradend effect. Zo is er het voorbeeld van Phillip Morris, dat tegen zowel Uruguay als Australië een rechtszaak aangespannen had omwille van hun rookbeleid. Phillip Morris mag in beide gevallen dan wel ongelijk hebben gekregen, kort nadien trokken andere landen zoals Costa Rica, uit vrees voor een schadeclaim hun antirookwetgeving in.

Het hele idee dat bedrijven de handelsverdragen kunnen aanwenden om, in speciaal daarvoor opgerichte rechtbanken, nationale of Europese wetten te betwisten en op die manier uitzonderlijke rechten krijgen die burgers niet hebben, illustreert de logica die de onderhandelingen omtrent TTIP en CETA overheerst. Grote bedrijven moeten volgens deze logica absolute voorrang krijgen, ongeacht de gevolgen voor mens en milieu.

Het gaat zelfs zo ver dat bedrijven niet enkel nieuwe of bestaande wetgeving kunnen betwisten, maar ook inspraak kunnen krijgen in het opstellen van nieuwe wetten. Dit zou gebeuren via de zogenaamde regelgevende samenwerking. Hierbij spreken de handelspartners af om hun regelgeving op elkaar af te stemmen. In dit proces zouden ook lobbygroepen een stem krijgen.

‘Het gaat zelfs zo ver dat bedrijven niet enkel wetgeving kunnen betwisten, maar ook inspraak kunnen krijgen in het opstellen van nieuwe wetten.’

Op die manier zullen we in Europa wetten moeten naleven die zijn opgesteld met inspraak van het bedrijfsleven en van Canadese politici, die op geen enkele manier door Europeanen verkozen zijn. Dit alles brengt de democratie in gevaar. In het handelsverdrag met Canada zijn de afspraken die voortkomen uit deze regelgevende samenwerking nog adviserend, maar in TTIP zouden ze een bindend karakter krijgen.

In jouw boek heb je het ook over hoe TTIP en CETA zullen leiden tot een commercialisering van onze publieke dienstverlening. In het Joint Interpretative Instrument, dat dient als samenvatting van het CETA-akkoord en volgens de Conventie van Wenen een bindende waarde heeft, staat echter dat de handelspartners wel degelijk kunnen kiezen om de controle te houden over publieke diensten en goederen zoals onder meer onderwijs, gezondheidszorg, sociale dienstverlening en watervoorziening.

Line De Witte: In CETA wordt voor het eerst gewerkt met het concept van negatieve lijsten. Vroeger kon een sector pas geliberaliseerd worden nadat de overheid hier de toestemming voor had gegeven. Met het systeem van de negatieve lijsten moeten overheden nu aangeven welke sectoren ze niet willen openstellen voor liberalisering. Die lijsten zijn natuurlijk beperkt en vermelden uiteraard geen toekomstige vormen van dienstverlening. De logica achter de negatieve lijsten is dat privatisering de regel wordt en openbare dienstverlening de uitzondering.

De gezondheidsverzekering, die in ons land verzorgd wordt door mutualiteiten, wordt door het Europees recht beschouwd als een dienst van algemeen belang. In principe betekent dit dat de gezondheidsverzekering gevrijwaard is van de interne marktwerking binnen de Europese Unie. Om deze reden heeft België de gezondheidsverzekering niet expliciet opgenomen op zijn negatieve lijst.

Volgens TTIP en CETA kunnen mutualiteiten, die inderdaad een vorm van verzekering aanbieden, echter beschouwd worden als financiële diensten, waardoor de markt voor de gezondheidsverzekering in België dus kan worden geliberaliseerd. Als dit gebeurt, moeten onze mutualiteiten, bij wie dienstverlening en solidariteit voorop staan, binnenkort concurreren met private bedrijven met een winstdoel. Dat zal leiden tot duurdere en minder toegankelijke dienstverlening.

Dat sectoren geliberaliseerd worden, betekent natuurlijk nog niet dat ze ook helemaal zullen worden overgenomen door privébedrijven. Is de kritiek wat dit betreft niet te voorbarig?

Line De Witte: Lobbygroepen uit de dienstensector hebben enorme druk uitgeoefend om toegang te krijgen tot de openbare diensten. Als ze die toegang nu ook effectief krijgen, is het naïef om te beweren dat ze die kans niet zullen grijpen.

Het is onvoorstelbaar in welke mate lobbygroepen, niet enkel uit de dienstensector maar ook uit onder meer de farmaceutische sector en de auto-industrie, onderhandelaars en parlementsleden beïnvloeden om de handelsakkoorden voor de kar van hun bedrijven te spannen.

‘Het is onvoorstelbaar in welke mate lobbygroepen onderhandelaars en parlementsleden beïnvloeden om de handelsakkoorden voor de kar van hun bedrijven te spannen.’

Uit het onderzoek dat ik gevoerd heb voor mijn boek bleek zelfs dat veel parlementariërs, zowel in België als in Europa, de inhoud van de teksten die ze moeten goedkeuren dikwijls niet of onvoldoende kennen. Onder tijdsdruk of uit gemakzucht volgen ze dan het advies van lobbygroepen.

Minder jobs, nauwelijks groei

Heb je bij het schrijven van jouw boek ook contact opgenomen met voorstanders van het handelsakkoord?

Line De Witte: Ik heb geen voorstanders geïnterviewd. Dit betekent echter niet dat ik de tegenstem niet voldoende heb gehoord om een gefundeerde weergave van de betrokken handelsakkoorden te geven. Ik ben naar een debat in het Europees Parlement geweest waar ook een oud-voorzitter van de Wereldhandelsorganisatie aanwezig was, ik heb teksten gelezen en interviews met Karel De Gucht gevolgd en ik heb natuurlijk ook het CETA-verdrag zelf bestudeerd.

Wat is volgens jou het sterkste argument van diegenen die TTIP en CETA verdedigen?

Line De Witte: De Europese Commissie benadrukt voortdurend dat TTIP en CETA voor meer economische groei en meer werkgelegenheid zullen zorgen. Eigenlijk is dit hun enige en dus per definitie ook sterkste argument.

‘Het is hallucinant dat we voor deze minieme materiële vooruitgang, die zelfs betwist wordt, zoveel op het spel zetten op vlak van democratische rechten, levensomstandigheden en solidariteit.’

Het is echter heel moeilijk om te meten hoeveel jobs er dankzij de handelsverdragen zullen bij komen. Ook wat betreft de economische groei zijn de prognoses van de Europese Commissie allerminst overtuigend. In het meest optimistische scenario wordt voor de EU over een periode van tien jaar een totale groei voorspeld van 0,5%. Dit komt dus neer op een weinig spectaculaire 0,05% per jaar.

Bovendien wordt zelfs die voorspelling betwist. Zo haalde Jeronimo Capaldo, onderzoeker aan de Tufts University, aan dat de studie die aan de basis lag van deze groeicijfers uitgaat van onrealistische assumpties, waaronder volledige tewerkstelling. Verder heeft NAFTA, het handelsverdrag tussen Canada, de Verenigde Staten en Mexico, aangetoond dat vrijhandelsakkoorden net veel jobs doen verloren gaan.

Het is hallucinant dat we voor deze minieme materiële vooruitgang, die zelfs betwist wordt, zoveel op het spel zetten op vlak van democratische rechten, levensomstandigheden en solidariteit.

In het boek haal je aan dat verdragen als TTIP en CETA moeten worden gezien als een reactie op de opkomst van de BRICS-landen, waardoor de wereldhandel niet langer enkel in handen is van de VS, Europa en Japan. Door de onderlinge handel te intensifiëren en hun wetgeving te harmoniseren, willen de Westerse mogendheden hun positie op de internationale markt verstevigen. Is het voor Europese landen, die voor de toevoer van energie grotendeels afhankelijk zijn van bijvoorbeeld Rusland, inderdaad niet belangrijk om inzake handel een stok achter de deur te hebben?

Line De Witte: De opkomst van de BRICS-landen is een economische realiteit die ik inderdaad niet zal ontkennen. Ik ontken evenmin dat een land als bijvoorbeeld China op vlak van energie vat probeert te krijgen op andere regio’s in de wereld, waaronder Europa. Het is echter de vraag of TTIP en CETA het juiste antwoord vormen op de uitdagingen die hiermee gepaard gaan.

Er wordt dikwijls geopperd dat in deze context een “sterk Europa” nodig is. Wat dan met deze term concreet bedoeld wordt is dat Europese bedrijven sterker zijn dan bijvoorbeeld de Chinese. Dit wil echter niet zeggen dat Europese burgers of het klimaat ook beter af zijn. De opkomst van de BRICS-economieën mag geen excuus zijn om pakweg onze gezondheidszorg in de handen van bedrijven te geven.

De sleutel om te vermijden dat ons leven wordt gecontroleerd door buitenlandse of binnenlandse bedrijven is dan ook een goede regelgeving, die ten dienste staat van mens en milieu en opgesteld is door mensen die rechtstreeks door het volk worden verkozen.

Het boek bevat ook een hoofdstuk over de zware gevolgen van TTIP en CETA voor het klimaat.

Line De Witte: Ook wat betreft het klimaat zijn de gevolgen van TTIP en CETA inderdaad niet te overzien. Het is absurd hoe men enerzijds de mond vol heeft van climate change maar toch handelsakkoorden wil goedkeuren die het verbruik van fossiele brandstoffen enorm zal doen toenemen. Er is door de onderhandelaars van de akkoorden immers op geen enkele manier geanticipeerd op het feit dat meer handel ook een toename in energieverbruik impliceert. In CETA bijvoorbeeld zijn pro forma een aantal richtlijnen opgenomen die de handelspartners zouden moeten volgen inzake bescherming van het milieu en het tegengaan van de opwarming van het klimaat. Geen enkele van deze richtlijnen is echter afdwingbaar.

Strijd

TTIP lijkt sinds de verkiezing van Trump helemaal van de baan te zijn geschoven. CETA werd onlangs in het Europees Parlement goedgekeurd maar moet nog door de nationale en regionale parlementen in Europa worden geratificeerd. Hoe realistisch is het dat CETA alsnog wordt tegengehouden?

Line De Witte: Alles hangt af van de mate waarin het protest weer zal oplaaien. Bovendien zal de ratificatie van CETA in de Europese lidstaten nog niet voor meteen zijn. In Frankrijk en Duitsland zijn het binnenkort immers verkiezingen, waardoor politici het thema van de handelsakkoorden, dat door alle controverse te gevoelig is geworden, liever even laten rusten.

In die zin heeft het Waalse en Brusselse verzet tegen CETA, dat verder weinig tastbaar resultaat heeft opgeleverd, zeker zijn nut gehad. De controverse over de weigering van Magnette om de CETA-tekst te tekenen heeft opnieuw veel mensen geprikkeld en benieuwd gemaakt naar de eigenlijke inhoud.

Mijn hoop ligt dan ook bij een nieuwe golf van protest en een verdere uitbreiding van de nu al erg brede beweging tegen de handelsakkoorden. Op verschillende plaatsen in Europa worden al initiatieven ondernomen om de strijd op het juiste moment te hervatten. Zo komt er in Nederland waarschijnlijk een referendum over het verdrag en moet in Duitsland het Grondwettelijk hof oordelen of het systeem van uitzonderingsrechtbanken voor bedrijven wel grondwettelijk is. In Oostenrijk worden massaal handtekeningen tegen het verdrag opgehaald en in Ierland werd CETA eerder al door de senaat verworpen. Er rommelt dus wel wat.

‘Ik wil verder ook benadrukken dat we ons niet de illusie mogen maken dat TTIP definitief van de baan is.’

Ik wil verder ook benadrukken dat we ons niet de illusie mogen maken dat TTIP definitief van de baan is. Nog meer dan CETA is TTIP een te aangebrand onderwerp geworden waar niemand zich in tijden van verkiezingen aan wil wagen. Het lijdt echter geen twijfel dat de lobbygroepen van multinationals samen met de onderhandelaars na verloop van tijd een poging zullen doen om TTIP van onder het stof te halen, mogelijk onder een andere naam.

Wat is de voornaamste boodschap van jouw boek? Wat wil je de lezer zeker meegeven?

Ik wil met mijn boek vooral duidelijk maken dat TTIP en CETA verdragen zijn met veel en verregaande gevolgen voor mens en klimaat. Voor veel mensen lijken vrijhandelsakkoorden misschien een ver-van-mijn-bedshow, maar dit is absoluut onterecht. Daarom laat ik in mijn boek ook verschillende mensen aan het woord die, elk vanuit hun specifieke situatie, de gevolgen van beide handelsverdragen kunnen duiden: een boer, klimaatactivisten, iemand van de vakbond en iemand uit de Noord-Zuidbeweging.

Natuurlijk wil ik mensen ook kritisch doen nadenken over de wereld waarin we leven en over mogelijke alternatieven voor ons huidig economisch systeem. We mogen al eens out of the box durven denken.

TTIP en CETA voor beginners door Line De Witte is uitgegeven door EPO. 134 blzn. ISBN 978 94 6267 097 6

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2793   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2793  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.