Multicultureel Genk: 'Uitwisseling is goud waard'

De multiculturele samenleving is mislukt, zeggen Angela Merkel, Nicolas Sarkozy en David Cameron. MO* trok naar Genk en nam de proef op de som.

  • Mine Dalemans Turkse moskee in Sledderlo: 'Sharia4Belgium is hier niet welkom.' Mine Dalemans

‘Genk is er tot op vandaag in geslaagd samen te leven met de verschillende gemeenschappen’, zegt burgemeester Wim Dries (CD&V). ‘In de mijn was iedereen zwart. Die verbondenheid is er nog steeds, de rugzak uit het verleden dragen de Genkenaars mee. Ze hebben deze stad samen gebouwd. Wel stel ik vast dat er groeiende xenofobie, segregatie en spanning is.’

Heel wat blanke Genkenaars hopen volgens Dries dat Genk opnieuw wordt zoals het vroeger was. ‘Ze houden vast aan hun kerktoren. Maar je kan de tijd niet terugdraaien. De samenleving van 2020 zal een andere zijn dan die van de jaren negentig.’ MO* liep twee weken rond in de wijken van de mijnstad en sprak met twintig Genkenaars van diverse komaf. Multicultureel Genk in zeven stappen.

1. religie

Voorpaginanieuws uit Genk: ‘Hema ontslaat winkelbediende voor hoofddoek’. Buurtbewoners in Zwartberg stellen zich vragen over een nieuwe Turkse vzw die islamonderricht geeft aan jonge meisjes. En ex-mijnwerker Jos ergert zich aan het feit dat zijn favoriete kebabzaak geen pintjes meer verkoopt ‘omdat de imam daartoe had opgeroepen’.

Burgemeester Dries herkent de verhalen maar al te goed: ‘Spanningen rond multicultureel Genk komen vaak neer op de tegenstelling katholiek/moslim. In de perceptie is het een wij/zij-verhaal, Turken en Marokkanen versus de rest. 9/11 heeft geleid tot een kentering in de Vlaamse samenleving –ook in Genk. De laatste tien jaar is de segregatie fel toegenomen. Genkenaars vragen me wel eens waarom de stad moskees toelaat –er zijn er zeven. Die kritiek heb ik nooit gehoord over pakweg de Oekraïens-orthodoxe kerk.’

Onderzoeker Iessa Kalaai van het Provinciaal Integratiecentrum (Pric) begrijpt de angst van sommige Genkenaars maar al te goed. Kalaai: ‘Ik ben moslim in hart en nieren. Maar als ik naar het nieuws kijk, zou ik zelf ook schrik krijgen van de islam. Dat beeld moeten we doorbreken.’ Het Pric voerde eind 2010 een onderzoek naar extremisme en segregatie in de Limburgse islam. Kalaai: ‘Daaruit blijkt duidelijk dat de moslimgemeenschap in Genk geen radicalisering wil. Maar er is wel iets aan de hand. In de Marokkaanse gemeenschap merk je dat jongeren niet de mogelijkheid krijgen om zich te integreren. Ze komen niet aan de bak, zelfs niet met een hoger diploma. Ze worden uitgesloten en gaan daarop zichzelf afzonderen.’

MO* vernam uit verschillende bronnen dat eind februari een handvol leden van Sharia4Belgium afzakte naar de Marokkaanse moskee van Winterslag –tot ongenoegen van de voorzitter van die moskee. Kalaai: ‘Dat is geen goede ontwikkeling. We zijn op een knikmoment gekomen: ofwel gaan we de jongeren zelf opvangen, ofwel komen anderen dat doen.’

Op minder dan een kwartier loopt de Turkse moskee van Sledderlo vol. Meer dan tweehonderd moskeegangers komen opdagen voor het vrijdaggebed. Voorzitter Erhan Yilmaz: ‘We zijn officieel erkend door België en Turkije. Radicale ideeën horen hier niet thuis. De islam is tegen elke vorm van geweld en radicalisering. Sharia4Belgium is hier dan ook niet welkom.’

Dirk Debeaussaert, islamspecialist en coördinator radicalisme bij de Staatsveiligheid, benadrukt dat moslimradicalisme in Genk nooit een zorg is geweest voor zijn dienst. ‘En we denken dat dat in de toekomst ook niet het geval zal zijn, in tegenstelling tot sommige andere centrumsteden in België. Er kan altijd wel eens een incident gebeuren, zoals het bezoek van Sharia4Belgium. Maar dat blijft incidenteel.’

Ook Luc Verheyden, die bij de antiterreurorganen AGG en OCAD drie decennia lang het Belgische integratiebeleid vanuit veiligheidsoogpunt heeft bestudeerd, bevestigt dat zijn diensten nooit hebben wakker gelegen van Genk. ‘Je hebt in Genk niet de getto’s of nogozones zoals in sommige wijken in Brussel. Daarin speelt zeker de landelijke context een rol: je kan je in Genk niet verschuilen in de clandestiniteit van de anonieme massa. Maar ook het feit dat migranten naar Genk zijn gekomen om hun boterham te verdienen en niet om te genieten van de sociale zekerheid, maakt een wezenlijk verschil met de grootsteden.’

Dat alles neemt niet weg dat in de Genkse samenleving vragen leven over de “oprukkende” islam. De demografische realiteit maakt dat de zichtbaarheid van moslims in het straatbeeld alleen maar zal toenemen: één op twee baby’s die vandaag geboren wordt, is van Marokkaanse of Turkse afkomst.

2. huwelijksmigratie

De Genkse bevolking is heel divers: één op twee Genkenaars heeft buitenlandse roots. Die diversiteit gaat voor een groot stuk terug op het mijnverleden: in verschillende golven tussen de jaren twintig en zeventig werden gastarbeiders overgehaald om te werken in de Limburgse steenkoolmijnen. Maar er is meer. ‘In 2000 keurde de paars-groene regering de snelbelgwet goed. Doordat de integratiebereidheid geen voorwaarde meer was voor naturalisatie, verloopt de integratie nu een stuk moeilijker dan daarvoor’, zegt burgemeester Dries.

‘Het is dweilen met de kraan open. Dat zeg ik niet alleen. Turkse moeders vragen me: “Burgemeester, doe er iets aan.” Ik ben ervan overtuigd dat Genk dit kan absorberen, maar als we nog tien jaar verder gaan zoals vandaag, dan wordt het wel heel erg moeilijk. Ik vind dat de federale overheid de juiste criteria moet opleggen, zodat we het negatieve effect kunnen counteren. De maatschappij heeft een bepaald absorptievermogen.’

‘Natuurlijk lopen in Genk ook schoon vrouwkes rond’, lacht Celal, een Belg van Turkse origine, na het vrijdaggebed in de Turkse moskee van Sledderlo. ‘Maar heel wat Genkse Turken willen een zuivere vrouw hebben. En die heb je in Genk niet, vinden ze. De meisjes van hier kennen alles, weten alles, spreken de taal perfect. De meisjes die ze uit Turkije laten overkomen, zijn minder mondig, ze zijn als het ware “in je macht”. Dat is fout, ik weet het, maar zo wordt erover gedacht. Die trend is wel aan het veranderen.’ Dat laatste klopt niet helemaal. In 2010 trouwden vijf op de tien Genkse Turken met een partner uit Turkije, bijna zeven op de tien Marokkanen met een partner uit Marokko.

Volgens Paul Salmon van de afdeling Sociale Zaken zijn huwelijksmigratie en gezinshereniging nefast voor Genk. ‘Ook al vind ik persoonlijk dat iedereen het recht heeft om te trouwen met wie ie wil: we krijgen mensen binnen die de situatie hier niet kennen, de taal niet beheersen en moeten terugvallen op hun kleine gemeenschap, waardoor ze zeer kwetsbaar zijn. Daarenboven importeren we kansarmoede omdat de meesten die op die manier naar Genk migreren, uit een sociaal-economische zwakke situatie komen en dus nog meer afhankelijk worden van de familie of de gemeenschap waarin ze belanden.’

Iessa Kalaai: ‘Hoe kan je aan Marokkanen en Turken zeggen dat ze op reis in hun land van herkomst niet verliefd mogen worden? Dat heb je niet in de hand. Bovendien is niet zozeer de afkomst maar de socio-economische positie van belang: als iemand met een hoog diploma vanuit Turkije naar hier komt, zal hij of zij makkelijker Nederlands leren en hier de weg vinden.’

3. taal

Bezorgde e-mail van een Genkse kleuterjuf: ‘Negen op de tien kinderen in mijn klasje spreekt thuis geen Nederlands.’

Zowat iedereen in Genk is het erover eens dat Nederlands de gemeenschappelijke taal moet zijn. Dries: ‘Daar bestaat geen discussie over. De Turkse consul pleit overigens ook voor Nederlands leren.’ Celal wijst erop dat er vroeger geen taalaanbod werd voorzien voor gastarbeiders: ‘Toen mijn vader in 1973 in de mijn kwam werken, waren er geen lessen Nederlands voor anderstaligen. Vandaag kent hij amper een woord Nederlands. Maar zelf beheers ik de taal wel en met mijn kinderen probeer ik zoveel mogelijk Nederlands te praten. Je hebt ook Turken die daar minder belang aan hechten, maar ik zeg hen “vroeg of laat zal je het nodig hebben”. De profeet heeft gezegd: “Integreer je, pas je aan aan de wetten en de taal.”’

Volgens Kind en Gezin leren 45 procent van de baby’s die in Genk geboren worden pas hun eerste woordjes Nederlands in de kleuterklas. Maar of dat per se tot achterstand moet leiden, daarover bestaat discussie. Iessa Kalaai: ‘Eén stroming zegt: ze moeten thuis Nederlands spreken. De andere –die wij op het Pric verdedigen– stelt dat ze een rijke taal moeten gebruiken, eender welke taal. Het heeft geen zin met je kind in gebroken Nederlands te spreken. Belangrijker is een taalrijke opvoeding te geven, en dat kan ook in het Turks, Berbers of Arabisch.’

Maar op een bepaald moment moet je wel de brug maken, vult Paul Salmon aan. ‘Een kind dat zonder enige notie van het Nederlands in het eerste studiejaar aankomt, is gedoemd om achterstand te hebben. Als je kiest voor een andere thuistaal, zorg dan dat je interactie met je kinderen zo rijk mogelijk is.’ Met het project Instapje –gericht op kinderen tussen nul en zes jaar– wil de stad Genk aan die bekommernis tegemoet komen. Salmon: ‘In Genk-Noord loopt een krachtig voorschools programma: stadsambtenaren gaan aan huis en tonen jonge ouders hoe ze de interactie met hun kinderen kunnen versterken. Daarmee bereiken we jaarlijks 135 gezinnen.’

4. onderwijs

Genkenaar Harrie Dewitte, gemeenteraadslid en arts bij Geneeskunde voor het volk, vindt Instapje een prima project. ‘Mijn kritiek op dat soort initiatieven is dat ze na een paar jaar doodbloeden omdat de subsidies op zijn.’ Volgens Dewitte heeft de stad te lang getalmd om het onderwijsprobleem te erkennen en benoemen. ‘Het aantal leerlingen dat geen secundair diploma haalt, nam met de jaren toe, net als het aantal leerlingen met achterstand.

In 2010 voorzag de stad amper 87.000 euro om het onderwijsprobleem aan te pakken, terwijl het gaat om 15.000 leerlingen. Gelukkig is het budget dit jaar wel verachtvoudigd, en heeft de burgemeester in zijn nieuwjaarstoespraak de problemen voor de eerste keer benoemd. Als hij zo verder gaat, kunnen we mooie dingen realiseren.’

De demografische realiteit in Genk maakt dat de scholen vandaag gekleurder zijn dan pakweg twintig jaar geleden. Paul Salmon: ‘Alle signalen in het Genkse onderwijs staan op oranje. De sociale mix die op de schoolbanken nodig is, wordt hoe langer hoe kleiner. In sommige Genkse scholen zijn negen op de tien leerlingen van Turkse of Marokkaanse origine. En vergeet ook de Italiaanse gemeenschap niet. Heel wat mensen van Italiaanse origine hebben maximum een diploma secundair onderwijs.’

Toch betekent “verkleuring” van het onderwijs niet noodzakelijk een achteruitgang in kwaliteit. Dat blijkt uit een recent, grootschalig onderzoek van de un

‘Zowel in België als Italië voel ik me vreemdeling. Maar in Genk kom ik altijd thuis.’
rsiteiten van Antwerpen, Leuven en Gent bij 68 scholen in Genk, Antwerpen en Gent. De ene helft van de “zwarte” scholen in Genk doet het zelfs beter dan de “witte” scholen, de andere helft slechter.  Dat benadrukt ook Guy Geukens, directeur van de katholieke scholengemeenschap Sint-Maarten in Genk –die 6100 middelbare schoolleerlingen vertegenwoordigt.

Geukens: ‘Lees er de verslagen van de onderwijsinspectie op na. Ja, onze scholen zijn meer gekleurd dan vroeger. Maar dat leidt niét tot niveauverlies.’ Waarmee Geukens niet gezegd wil hebben dat de uitdagingen niet enorm zijn. ‘Eén op de vijf leerlingen in onze scholen is van Turkse of Marokkaanse komaf. Ze zijn ondervertegenwoordigd in het ASO en het TSO en oververtegenwoordigd in het BSO. Positief is dat er een lichte stijging is richting ASO, maar het is nog te vroeg om hoera te roepen. De vraag is of alle leerlingen wel op de juiste plaats zitten en hun talenten tot uiting komen in de onderwijscarrière. Ik vermoed van niet.’

Dé uitdaging volgens Geukens is de spanning tussen de hoge eisen van de kenniseconomie enerzijds, en de realiteit van huwelijksmigratie anderzijds. ‘Op dit moment krijgen we dat niet gematcht, maar op een paar jaar tijd kan er veel gebeuren. Als ik daar niet in geloofde, zou ik van job veranderen.’

5. werk

‘De rode draad doorheen alles is economie. Zodra het economisch slechter gaat, leeft het debat over de multiculturele samenleving veel scherper’, zegt burgemeester Dries. De werkloosheid in Genk is hoog: 12,4 procent, bijna dubbel zo hoog als het Vlaamse gemiddelde. Vier op de tien werkzoekenden zijn van buitenlandse origine. Dries: ‘Als je het goed hebt, ga je je integreren. Werk is ook een ideale opstap naar taal. Daarom hebben wij vanuit de stad altijd ingezet op werk, ook na de sluiting van de mijnen.’

De belangrijkste werkgevers zijn Alperam (Arcelor Mittal), transportbedrijf Essers, Ziekenhuis Oost-Limburg, de Stad Genk (met OCMW en politie) en vervolgens minder grote bedrijven, kmo’s en toeleveranciers. Maar numero uno is uiteraard Ford Genk, met 4835 werknemers.

Posters met de slogan Verschillen waarderen, succes creëren hangen op in alle Ford-fabrieken wereldwijd. In Genk is dat duidelijk méér dan een marketingstatement. Het werknemersbestand is een weerspiegeling van de maatschappij rond de fabriek: dertig tot veertig procent is van buitenlandse origine.

‘Aan de band zijn de teams van arbeiders divers samengesteld: Belgen en andere nationaliteiten worden gemixt’, zegt Jos Wathiong van de personeelsdienst. ‘Al sinds 1995 zet Ford actief in op diversiteit. Zo heb je in elke fabriek een diversiteitraad met vertegenwoordigers uit elke hal. Bij de rekrutering van nieuwe werkkrachten, wijzen we hen op het belang van diversiteit. Natuurlijk zal er wel verdoken racisme zijn. Maar iedereen is wel doordrongen van het feit dat je je op de werkvloer moet inhouden. Uitlatingen als vuile bruine of stomme Belg kunnen niet. Dat staat ook zo in de arbeidsvoorwaarden.’

Vraag is wat de toekomst brengt. Ford heeft met de Vlaamse en federale overheid en stad Genk een intentieverklaring getekend, die zekerheid geeft voor vier jaar en drie nieuwe modellen. ‘De facto geeft dat zekerheid voor tien jaar, tot 2020’, zegt burgemeester Dries. ‘Daarnaast werken we ook sterk aan de transitie van de Genkse economie. We zetten in op vier speersectoren: logistiek, energie, gezondheidszorg en de kenniseconomie -met daarin de creatieve sector (waaronder gaming).’

Heel wat hooggeschoolde jobs dus. Dries: ‘Klopt, maar iedere hooggeschoolde job brengt ook laaggeschoolde arbeid met zich mee. In een kennislaboratorium met 200 onderzoekers kunnen ook zeventig laaggeschoolden aan de slag, van nachtwakers tot onderhoudspersoneel. Bovendien is ons beleid om het “betere” publiek –in termen van inkomen– naar Genk te trekken, om hooggeschoolden in Genk te laten werken en wonen. We moeten onze bevolking wat meer zelfredzaam maken. Zwakke schouders zijn niet in staat zware lasten te dragen.’

Dokter Dewitte vindt dat een foute beleidskeuze: ‘Zet liever in op de arme bevolking in plaats van de rijken te lokken. Een voorbeeld: de stad Genk heeft veel bouwgronden in eigendom, dat is een hefboom waarmee je iets kan sturen. Mijn voorstel is om op een kwart van die bouwgronden sociale woningen te bouwen.’

6. gemeenschapsleven

In het Italiaanse eetcafé AFI, hartje Vennestraat Winterslag, sluiten Mauro (38) en Sandro (54) de werkdag af met een frisse pint. Ze supporteren voor AC Milan én KRC Genk, en praten heel de avond Nederlands aan de toog. De twee hebben Turkse, Griekse, Marokkaanse, Italiaanse en Belgische vrienden. Ze noemen zichzelf Belgen met Italiaans bloed. En Genkenaar. Mauro: ‘Zowel in België als Italië voel ik me vreemdeling. Maar in Genk kom ik altijd thuis.’

Op een totale bevolking van zowat 65.000 inwoners vormen de Italiaanse en de Turkse gemeenschap de grootste in Genk, na de autochtone. Met zowat 10.000 Genkenaars van Italiaanse en evenveel van Turkse origine, zijn die twee gemeenschappen groter dan heel wat Limburgse gemeentes. Daarna volgen de Marokkaanse (5 procent), Griekse (3 procent) en andere gemeenschappen.

Het gevaar met grote gemeenschappen is dat ze eilandjes gaan vormen. Dat vindt ook moskeevoorzitter Yilmaz. ‘Toen ik als zesjarige in 1982 naar hier kwam, was Sledderlo een goede match van alle culturen: Italianen, Grieken, Turken, Marokkanen, Belgen. Maar de laatste twintig jaar zijn er meer en meer Turkse gezinnen komen wonen. Dat is niet integratiebevorderend. Negen op tien inwoners is vandaag Turks, je hebt hier een Turkse bakker, slager… Nederlands heb je hier eigenlijk niet nodig –wat in mijn ogen toch verkeerd is. In Genk is de multiculturele samenleving gelukt, maar niet in Sledderlo. Wat ontbreekt, is een mix van culturen.’

Toch hoeft het eilandmodel niet per se negatief te zijn. Burgemeester Dries: ‘New York is een voorbeeld waarvan iedereen vindt dat de multiculturele samenleving geslaagd is. Ook al heb je er eilanden: als je door de stad wandelt, zie je verschillende buurten. Chinatown en Little Italy zijn daar toeristische attracties. Ik pleit niet voor concentratiewijken, maar een eilandenmodel kan wel werken. Misschien zijn we in Genk wel te idealistisch geweest door te denken dat de smeltkroes dé oplossing is.’

Ook dokter Dewitte ziet wel iets in dat New Yorkse model. ‘De gekleurde samenleving in Genk is een onaangeboorde schat voor de stadsontwikkeling. Het is niet alleen een probleem, maar ook een deel van de oplossing. Al die nationaliteiten hebben een eigen keuken én bevoorrechte relaties met de landen van voorsprong. Als je dat structureert, kan je hier een wereldreis maken.’

Het verenigingsleven bloeit als nooit tevoren: Genk telt maar liefst 352 verenigingen, waaronder 46 Italiaanse, 26 Turkse, zeven Marokkaanse en zeven Griekse. Maar ook de verenigingen vormen al te vaak eilandjes op zich. Paul Salmon: ‘De verwachting is niet meer dat we morgen een gemengde Chirogroep krijgen. Laat iedereen zich organiseren vanuit zijn eigen dynamiek en ontwikkeling. Maar laten we wel zorgen dat we blijven openstaan voor elkaar en regelmatig samen dingen doen.’

Met andere woorden: dé uitdaging voor Genk anno 2011 is bruggen bouwen tussen de verschillende eilandjes. Dat is ook de conclusie van De Genks, een ambitieus project waarbij 3200 Genkenaars door veertig stadsgenoten werden bevraagd, en dat in februari nog bekroond werd met de Thuis in de stad-prijs van de Vlaamse gemeenschap. Coördinatrice Katrien Colson: ‘Resultaat van de bevraging is dat er een muur door de stad loopt. Nu komt het erop aan gaten in die muur te slaan.’

7. bruggen bouwen

Hét symbool van Genkse eenheid is misschien wel KRC Genk, maar ook de provinciale voetbalclubs zorgen voor sociale cohesie. En zo zijn er nog heel wat meer “bruggen tussen eilandjes” en “gaten in de muur”.

Monique Meyvis werkt als vrijwilligster bij de Doorgeefwinkel in Waterschei, waar buurtbewoners voor een halve euro kledij en textiel kunnen kopen. Meyvis: ‘Hier komt een mix van nationaliteiten, in de eerste plaats natuurlijk mensen die minder koopkrachtig zijn.’ Monique is actief in verschillende Genkse verenigingen en organiseert spaghettifeesten, turnnamiddagen, seniorenfeesten, wandeltochten… Maar: ‘De grote afwezigen op onze activiteiten zijn de allochtonen’, zegt Monique. Daarmee bedoelt ze Turken en Marokkanen, niet de Italianen of Grieken ‘want dat zijn er van ons’. ‘Hier in de Doorgeefwinkel komen ze wel over de vloer en ook op het handwerkclubje zag je ze, maar dat zijn de uitzonderingen. Jammer. Ze moeten niet samen met mij naar de communie gaan, ik heb het over gewone dingen. Dat lijkt niet te lukken.’

Onderzoeker Johan Ackaert van de Universiteit Hasselt reageert wat verbaasd: ‘Uit ons onderzoek binnen de allochtone gemeenschap blijkt dat hun sociaal kapitaal sterker is dan bij de autochtonen. Men praat meer met de buren. Bovendien hebben we cijfermatig aangetoond dat wie meer sociaal kapitaal in zijn eigen gemeenschap heeft, dat ook gebruikt naar buiten toe. In dat opzicht vind ik het vreemd te horen dat ze zich op zichzelf terugplooien. Zijn er geen bruggen of zien we ze niet?’

Ondanks haar kritiek blijft ook voor Monique Meyvis het glas halfvol. ‘Gisteren is mijn moeder nog met haar rusthuis op bezoek geweest in de Turkse moskee van Sledderlo. Ze was heel enthousiast.’ In samenwerking met de toeristische dienst verwelkomt die moskee –de grootste van België– elk jaar drie- tot vijfduizend bezoekers. Voorzitter Yilmaz: ‘Mensen zoals wij, civiele organisaties en vzw’s in Genk, moeten de stenen maken voor de bruggen. In mei gaan we opnieuw een multicultureel feest organiseren. De eerste editie, in 2009, was een groot succes. We hadden Turkse, Belgische, Italiaanse, Griekse en Marokkaanse dansers en folkloregroepen. Tweeduizend bezoekers. Men spreekt er nu nog van.’

Nog zo’n hoopvol project is ontstaan binnen de Genkse jeugd. In Genk-Zuid sloegen de speelpleinwerking, Chiro en Scouts de handen in mekaar met het jeugdwelzijnswerk (dat voornamelijk allochtone jongeren bereikt). Schepen van Jeugd Anniek Nagels: ‘Vorige zomer hebben achthonderd Genkse jongeren samen een Vikingboot gebouwd. Uit die samenwerking is ook een groep van honderd vrijwilligers ontstaan, de Black Duck. Organiseren de Vlamingen een kaas- en bieravond, dan vragen de moslimjongeren wat daar zo cool aan is. Elkaars gewoonten en gebruiken leren kennen, die uitwisseling is goud waard.’

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2793   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2793  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.