Dossier: 

Centraal-Azië: Zingen op de rand van de afgrond

De Centraal-Aziatische republieken zitten geprangd tussen China en Rusland, en de VS zijn sinds 11 september 2001 zéér aanwezig in de regio. Afghanistan, Pakistan en de Kaukasus zijn vlakbij, en elke republiek heeft af te rekenen met een bijzonder zwakke economie en met etnische of politieke spanningen. MO* reisde in Kirgizstan en Tadzjikistan langs het pad van de traditionele muziek, op zoek naar hoopvolle toekomstperspectieven.

Sjeik S’yesd wandelt biddend rond de drie heilige heuvels van de Kochkor-Ata vallei om de bezoekers te reinigen en te helen. De zon levert haar gewaardeerde bijdrage tot het fluwelen seizoen, zoals de eerste weken van september heten in Kirgizstan. Een uur later verdwijnt het warme licht achter donderwolken die uit de besneeuwde bergen komen aanrollen. Onder de dreiging van de aanzwellende wind luisteren we naar het Kirgizische epos over de nationale held Manas. Rysbek Jumabaev, een kruising tussen een sjamaan en een bard, zit met gloeiende ogen op het vilten tapijt en reciteert uit het hoofd. Pas als zijn bezwerende stem stilvalt, laat de hemel de regen los.
paar honderd kilometer noordwaarts, in de hoofdstad Bishkek, is de wereld van de geesten veel minder tastbaar aanwezig. Hier verkruimelt de erfenis van de Russische kolonisatie en de sovjetoverheersing, terwijl de onafhankelijkheid sinds 1991 nauwelijks meer dan economische achteruitgang heeft opgeleverd. Op 2 september, bij de viering van dertiende verjaardag van die onafhankelijkheid, riep minister van Defensie Topoyev op tot eensgezindheid en patriottisme als ‘belangrijkste voorwaarden om stabiliteit en ontwikkeling voor onze natie te creëren.’ De Kirgiezen lijken het in grote mate met hem eens te zijn, alleen hopen ze zo snel mogelijk aan die verre droom van ontwikkeling te kunnen beginnen.
Intussen serveert de overheid dikke plakken Manas aan een bevolking die evenveel behoefte heeft aan een identiteit om trots op te zijn als aan wat extra vlees op tafel. Alleen is de Manas van de overheid, in tegenstelling tot die van Rysbek, voorgekauwd en uitgezuiverd. In 1995 werd het hele land gemobiliseerd om de duizendste verjaardag van de held te vieren. President Akaev schreef zelfs een boek over de betekenis die Manas heeft voor het hedendaagse Kirgizstan.
De president vond zeven principes in de legende, die in zijn meest uitgebreide versie ongeveer 500.000 verzen telt (ter vergelijking: de Mahabharata komt op zo’n 200.000 verzen en de Ilias op 13.000): patriottisme, nationale eenheid, humanisme, samenwerking tussen naties, hard werken en studeren, en het versterken van de Kirgizische staat. Het is duidelijk dat de overheid een bewuste poging onderneemt om het vacuüm te vullen dat de geïmplodeerde Sovjetunie achterliet. Hoe kwetsbaar en krampachtig die poging is, wordt duidelijk op de luchthaven van Bisjkek, die herdoopt werd tot Manas International Airport. Bijna de hele luchthaven is ingepalmd door militaire toestellen uit de Verenigde Staten, die van hier uit Afghanistan “bedienen”. Achter de wapperende vlag van een nationale trots, blijkt een nieuwe kolonisatie schuil te gaan.

De complexe realiteit


Ook in de andere Centraal-Aziatische republieken wordt druk gespit naar historische wortels en Gouden Eeuwen. In Tadzjikistan grijpt de regering terug naar Ismail Somoni, de stichter van de Samanidische dynastie uit de 10de eeuw. De constructie van een nationale mythe verloopt echter niet zonder problemen. De hoofdstad van de Samanidische dynastie was Buchara, een stad die nu in buurland Oezbekistan ligt. Ook in Kirgizstan is er een haar in de mythologische boter. Manas slaat wel aan bij de etnische Kirgiezen, maar die vormen uiteindelijk niet meer dan 65 procent van de bevolking van de huidige republiek. De etnische Russen (12,5 procent), Oezbeken (14 procent) en andere nationaliteiten (Oekraïners, Tataren, Kazakken, Koreanen en Tadzjieken) hebben helemaal geen band met de legende over de eenmaking van de nomadische Kirgiezische stammen tot één machtig volk.
De voortdurende nadruk op de historische eenheid van de Kirgizische natie moet de huidige multi-nationaliteit van het land hersmelten tot een unitaire nationaliteit. Daarom verhult het nationale discours ook de regionale tegenstellingen tussen noord en zuid, tussen nomadische en sedentaire gemeenschappen, tussen conservatieve moslims in de Ferghana-vallei en de nomaden elders, die sjamanistische rituelen en animistische overtuigingen in hun islamitische religie verweven. Zoals sjeik S’yesd die de bergen, de stenen en de wind bovennatuurlijke krachten toedicht, maar zijn rondgang wel begint met het zingen van de eerste soera uit de koran. Of zoals Bakyt Chytyrbaev, die in de sovjetperiode viool studeerde aan het conservatotium, maar sindsdien overschakelde op de traditionele, tweesnarige qyl’qiyak. ‘Dit instrument vertolkt veel beter de küü of innerlijke energie, die zo belangrijk is voor de Kirgizische nomaden’, zegt Bakyt na een verscheurende ballade over het verbrokkelen van een nomadische stam.
De Amerikaanse musicoloog Ted Levin, die het “optreden” van Chytyrbaev bijwoont in een traditionele yoert, zegt later dat het niet verwonderlijk is dat ernstige kunstenaars teruggrijpen naar het sjamanisme, nu dat weer mag. ‘Sjamanen waren vroeger degenen die binnen hun gemeenschap de deur openden naar nieuwe, ongekende ervaringen en belevingen. Zij overstegen de beperkingen van de dagelijkse banaliteit. In het beste geval nemen kunstenaars die functie over in de onzekere overgangsperiode die Kirgizstan vandaag doormaakt.’ Een tochtje langs de muziekstalletjes in Bisjkek tempert dat enthousiasme: als er al eens een cd met traditionele muziek uit een stoffige doos gevist wordt, dan is het meestal een officiële reconstructie die weinig met küü te maken heeft. De achttienjarige Meerim Toktonalieva, die als tolk de muzikale tocht meemaakt, bevestigt dat haar generatiegenoten vooral geïnteresseerd zijn in Amerikaanse en Russische popmuziek. ‘Wij willen dansen’, zegt ze.

Arm van de ene dag op de andere


‘Wij willen werken’, zegt Mamadjounos Azamov in Himamady, een dorpje in de Rasht Vallei, op een viertal uren rijden vanuit de Tadzjiekse hoofdstad Doesjanbe. Tadzjikistan is de armste ex-sovjetrepubliek, met minstens veertig procent van de beroepsbevolking werkloos en zestig procent van de bevolking onder de armoedegrens. Slechts 6 procent van het bergachtige land is geschikt voor landbouw en de industriële activiteit is zo goed als verdwenen met het vertrek van de sovjets in 1991. Het land raakte bovendien verwikkeld in een burgeroorlog tussen islamistische oppositiegroepen en aanhangers van huidig president Rahmonov, waardoor de economische catastrofe alleen maar groter werd.
Van 1990 tot 1996 kromp de Tadzjiekse economie jaarlijks met 16 procent. ‘In de sovjetperiode hoefden we ons nergens zorgen om te maken’, vervolgt Azamov. ‘De gelijkheid tussen de mensen was groot, een minimaal inkomen gegarandeerd en er waren fabrieken.’ Azamov leidt vandaag een gemeenschapsorganisatie die met buitenlandse steun iets van de verdwenen sociale vangnetten probeert te herstellen. ‘We zijn wel veel vrijer en creatiever vandaag,’ antwoordt hij op de vraag of er dan geen grote nostalgie is naar die verloren zekerheid van de sovjetjaren, ‘en we staan veel meer op eigen benen.’ Dat laatste is twijfelachtig. In het kantoortje van de gemeenschapsorganisatie hangt een zorgvuldig bijgehouden lijst van buitenlandse donoren, zonder wie het wegzinken in absolute armoede moeilijk te vermijden zou zijn.
De schok van de onafhankelijkheid werd nog het sterkst gevoeld in de autonome regio Badakhshan die grenst aan Noord-Afghanistan. Omwille van het enorme strategische belang dat eerst Rusland en later de Sovjetunie had bij een veilige en stabiele grens met Afghanistan werd in hier nog meer geïnvesteerd dan elders in Tadzjikistan. 85 procent van alle voedsel en brandstof werd er gesubsidieerd en de bergachtige en geïsoleerde regio had meer ziekenhuisbedden per inwoner dan de meeste westerse landen. ‘In Badakhshan kon bijna iedereen het zich permitteren om met kunst bezig te zijn’, zegt Aqnazar Alovatov, zanger en leider van een ensemble van traditionele muziek.
‘Bijna van de ene op de andere dag vielen onze inkomsten weg en moesten we nieuwe manieren bedenken om aan eten te komen.’ Voor de meeste Badakhshanis is dat nog steeds niet gelukt. Tijdens de jaren van burgeroorlog moesten heel wat Badakhshanis ook de valleien en steden waarnaar ze gemigreerd waren, ontvluchten. Naast religieus-ideologische drijfveren, werd de gewapende strijd namelijk heel sterk gedreven door regionale en etnische conflicten. Aqnazar Alovatov balt die ervaringen samen in een traditionele klaagzang over ‘de tranen van onze voorouders die het bloed in onze aderen zijn ‘.

Voorwaarts Kirgizstan!


In februari 2005 zijn er parlementsverkiezingen voorzien in Tadzjikistan. Kirgizstan staat ook voor een serie electorale oefeningen: lokale verkiezingen dit jaar in oktober, parlementsverkiezingen in februari 2005 en presidentsverkiezingen in oktober 2005. Voor beide landen zijn het cruciale maanden in het overgangsproces dat dertien jaar geleden ingezet werd. In Tadzjikistan is de grote vraag of de radicale islam een comeback kan maken, na de nederlaag in de burgeroorlog.
President Rahmonov riskeert, volgens de International Crisis Group, zijn hand te overspelen door steeds meer politieke tegenstanders uit te schakelen en door steeds duidelijker terug te vallen op de kleine groep medestanders uit zijn geboorteregio Danghara. De aanslepende problemen met energievoorziening en werkloosheid, de slechte behandeling die Tadzjiekse migranten in Rusland te beurt valt en de aantrekkingskracht van een zeer conservatieve islam, met name in de Ferghana Vallei, zijn stuk voor stuk explosieve thema’s die de fragiele wederopbouw van Tadzjikistan kunnen dynamiteren.
Kirgizstan is een stuk stabieler. Bovendien geeft president Akaev de indruk dat hij, in tegenstelling tot zijn collega’s in de andere “stannen”, bereid is de macht over te dragen via het getrapte verkiezingsseizoen dat deze maand begint. Nogal wat waarnemers wijten die bereidheid echter niet zozeer aan de democratische overtuiging van de president, maar aan de relatieve zekerheid dat hij, via zijn familie en de clans die zich daarrond groeperen, sowieso de macht zal blijven uitoefenen. De oppositie is namelijk versplinterd in regionale en persoonsgerichte partijtjes, terwijl de huidige regering verschillende opties heeft om de meerderheid te behalen.
Een van die mogelijkheden heet Alga Kyrgyzstan! (Voorwaarts Kirgizstan!), een politieke partij van jonge, liberale technocraten. In haar recente rapport Political transition in Kyrgyzstan beweert de International Crisis Group dat Bermet Akaev, de oudste dochter van de president, een centrale rol speelt in die partij. In een gesprek ontkent ze dat, al geeft ze wel toe dat ze zowat elk aspect van het programma van Alga Kyrgyzstan! kan onderschrijven.
‘Het belangrijkste is dat we in dit land veel meer de nadruk moeten leggen op zaken en investeringen, en minder op de regionale of tribale verschillen. Culturele en etnische eigenheden zijn goed om mensen te verbinden met hun eigen verleden, maar ze staan een gezamenlijke toekomst in de weg’, zegt ze. Even later nuanceert ze dat: ‘Voor ons is cultuur van wezenlijk belang. Muziek, bijvoorbeeld, geeft ons de kans onszelf te herontdekken én onszelf kenbaar te maken aan de buitenwereld. Kwestie is niet in de val te trappen van de pure vermarkting van de tradities die we nu koesteren.’

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2793   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2793  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.