Afghaanse journalisten nemen het op voor terdoordveroordeelde collega
Tahir Qadiry
31 januari 2008
De 23-jarige Afghaanse journalist die op 22 januari ter dood veroordeeld werd op grond van godslastering, krijgt steun. Collega's en andere critici spreken van een afrekening en zeggen dat het controversiële vonnis slaat op een internetartikel dat jaren geleden door iemand anders geschreven is.
Sayed Parwiz Kambakhsh, een reporter van de krant Jahan-e Now (De Nieuwe Wereld) en student aan de Universiteit van Balkh, werd op 12 oktober gearresteerd omdat hij de koran en de islam zou hebben beschuldigd.
Hij was aangegeven door zijn medestudenten, die hem ervan beschuldigden godlasterende artikels uit te delen die “spotten met de koran en de islam”. Volgens een anonieme bron bij de veiligheidsdiensten zou die bewering gestaafd worden door boeken in zijn bezit en sms-berichten op zijn mobiele telefoon. Kambakhsh zou in lessen gediscussieerd hebben met professoren over de islam en zou ook een godslasterend artikel op het internet gepubliceerd hebben. Op 22 januari werd hij door een rechtbank in de provincie Balkh ter dood veroordeeld.
“We hebben heel wat documenten verzameld die de beschuldigingen staven”, zei het hoofd van de rechtbank Shamsurrahman. De rechtbank beroept zich op artikel 130 van de Afghaanse grondwet. Dat sltelt dat de orthodoxe soennitische rechtspraak gebruikt mag worden in zaken die niet onder de bestaande wetten vallen.
Sayed Yaqub Ibrahimi, de broer van de veroordeelde en zelf reporter van het Institute for War and Peace Reporting (IWPR) in Londen, noemt de veroordeling een poging om de persvrijheid te beknotten. “Het verdict van de rechtbank is onrechtvaardig en de manier waarop het proces gevoerd werd, is een aanfluiting van de mensenrechten. Mijn broer vertelde me dat er enkel drie rechters en een aanklager aanwezig waren. Alles was op voorhand beslist. Hij was enkel uitgenodigd om zijn straf te aanhoren en kreeg geen toestemming om zelf iets te zeggen.” Volgens Sayed Yaqub Ibrahimi is het bewuste internetartikel al jaren oud en is het door iemand anders geschreven. Hij vreest dat zijn broer moet boeten voor zijn eigen werk bij het IWPR. “Dit is een wraakactie die tegen mij gericht is. Het is een politiek proces.”
Protest
Verschillende mensenrechtenorganisaties en Afghaanse journalisten protesteren tegen het vonnis. Twee weken voor de start van het proces betoogden journalisten en leden van organisaties voor de mensenrechtencommissie in Balkh voor de vrijlating van Kambakhsh.
Abdul Qayum Babak, hoofdredacteur van de krant Jahan-e Now, veroordeelt de uitspraak als een aanval op de vrije meningsuiting. “De arrestatie van Parwiz (Kambakhsh, nvdr) is volkomen ongerechtvaardigd”, zegt hij. “De opsluiting in een cel met criminelen is tegen de wet en tegen internationale conventies in verband met journalistiek”. Volgens Babak is de zaak tekenend voor de moeilijkheden waarmee journalisten in Afghanistan geconfronteerd worden.
Het hoofd van de noordelijke afdeling van de Onafhankelijke Mensenrechtencommissie in Afghanistan, Qazi Sayed Mohammad Sami, heeft de overheid opgeroepen om de zaak te herzien. “Als iemand gearresteerd wordt, moeten internationale regels gevolgd worden en moeten de beschuldigingen duidelijk zijn. Ik dring er bij de verantwoordelijken op aan dat ze deze zaak zeer aandachtig overwegen.”
Ook de voorzitter van het Europees Parlement, Hans-Gert Pöttering, heeft het in een brief aan de Afghaanse president Hamid Karzai opgenomen voor de journalist. Hij drong er bij de president “in de meest sterke bewoordingen” op aan om af te zien van de executie.