Afrika betaalt de rekening voor Europese klimaatobsessie

Nieuws

Afrika betaalt de rekening voor Europese klimaatobsessie

David Cronin

14 februari 2008

De Europese landen moeten vermijden dat ze Afrikaanse boeren opzadelen met de kosten van maatregelen om de klimaatverandering tegen te gaan. Radicaal nee zeggen tegen levensmiddelen die over lange afstanden getransporteerd worden, gaat bijvoorbeeld ten koste van Afrikaanse exporteurs. Ook de Europese keuze voor biobrandstoffen kan het zwarte continent pijn doen.

In Groot-Brittannië beginnen verscheidene supermarkten fruit en groenten die met het vliegtuig zijn aangevoerd van een speciale labels te voorzien. Consumenten die het milieu willen ontzien, kunnen dan voor andere producten kiezen, is de redenering. Vliegtuigen dragen immers in belangrijke mate bij tot het broeikaseffect. 
Maar alleen kijken naar de afstand die boontjes of bloemen afleggen voor ze in de winkel belanden, is fout, zegt Benito Müller van het Britse Oxford Instituut voor Energiestudies. Aardbeien in de winter aanvoeren vanuit Kenia, belast het milieu minder dan diezelfde vruchten hier in verwarmde serres kweken, stelt Müller.

Onfatsoenlijk

Müller vindt het bovendien onfatsoenlijk Afrikaanse boeren te doen lijden onder Europese inspanningen om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen. Europese landen stoten per inwoner immers tientallen keren meer schadelijke gassen uit dan Afrikaanse landen.
Afrika zal ook nog eens meer moeten investeren om de gevolgen van de klimaatverandering tegen te gaan. Afrikaanse landen moeten daar in de toekomst misschien wel 10 procent van hun bruto binnenlands product aan uitgeven, schat Ricardo Meléndez-Ortiz van het Internationaal Centrum voor Handel en Duurzame Ontwikkeling in Genève. Het VN-klimaatpanel schat dat de opbrengst van niet-geïrrigeerde landbouw in Afrika tegen 2020 kan halveren als gevolg van toenemende droogte.
Intussen kan ook het Europese voornemen om tegen 2020 10 procent biobrandstoffen te gaan gebruiken in het verkeer Afrika duur te staan komen. De landen van zwart Afrika leveren nu samen met de Caraïben en de kleine eilanden in de Stille Oceaan ongeveer 9 procent van de biobrandstoffen die internationaal verhandeld worden. Volgens experts kunnen Afrikaanse landen nog veel meer verdienen met de teelt van gewassen als jatropha, een oliehoudende struik die ook op heel droge grond kan groeien.
Maar niet iedereen wordt beter van biobrandstoffen. De teelt van gewassen waaruit ethanol of biodiesel wordt gehaald, dreigt ten koste te gaan van de productie van voedselgewassen. Daardoor gaan de prijzen van levensmiddelen stijgen en kan de honger uitbreiding nemen. Het lijkt ook weinig waarschijnlijk dat kleine boeren veel profijt zullen halen uit biobrandstofgewassen. En is het netto effect voor het klimaat wel zo positief? Om biobrandstofplantages op te zetten, worden immers vaak gebieden ontdaan van andere planten en bodemlagen waarin veel koolstof zat opgeslagen.
Wetenschappers pleiten eerder voor maatregelen die ontbossing en verwoestijning in arme landen tegengaan. Dergelijke initiatieven helpen de uitstoot van gigantische hoeveelheden broeikasgassen te vermijden, terwijl ze de voedselproductie in arme landen niet in het gedrang brengen en zelfs in de hand werken. Als ontwikkelingslanden voor die inspanningen gecompenseerd worden, kan dat ook een extra bron van inkomsten betekenen.