De prijs van mijn vrijheid: May
Tine Symoens
11 oktober 2013
In het boek 'De prijs van mijn vrijheid' verzamelde Tine Symoens zeven pakkende migratieverhalen. Dit is het verhaal van May, een Filipijnse die er trots op is dat ze niet als internetbruid aan papieren geraakte, maar zelf stap voor stap op eigen benen leerde staan, duizenden kilometers van huis.
Lees ook het verhaal van Musa uit Afghanistan en van Emmanuel uit Rwanda.
‘Ik ben er fier op dat ik mijn leven hier helemaal op eigen krachten heb opgebouwd,’ zegt May. ‘Ach, ik zie soms wel dat lichtje branden in de ogen van Belgen die naar me kijken. Zo van: een jonge Filipijnse, die zal hier wel een man aan de haak geslagen hebben om papieren vast te krijgen. Ik niet, ik ben niet naar hier gekomen om te trouwen en zo een beter leven te krijgen. Ik heb er zelf voor gevochten en wat ik nu heb en ben, dat is mijn eigen verdienste.’
In de Filipijnen is studeren heel belangrijk, maar ook erg duur. May studeerde in 2006 af als Bachelor of Science in Nursing in Butuan en werkte een tijdje onbetaald in een ziekenhuis. ‘Dat komt omdat er zo veel jonge mensen afstuderen als verpleegkundigen, en er zijn maar weinig betaalde plaatsen. Je moet dus wachten tot er een plaats vrijkomt, en in afwachting werk je gratis. Maar ik moest dringend geld verdienen, want mijn broers studeerden nog’, vertelt May. ‘Mijn ouders verdienden niet genoeg om hun studies te betalen en ze hadden alle grond die ze bezaten, al verkocht.’
Au pair
‘Op een dag vertelde een nichtje me dat ze als au pair in Nederland gewerkt had. ‘Je moet alleen voor kinderen zorgen’, legde ze uit. ‘Verder niets.’ Ik was meteen enthousiast, gaf mijn baan op en vroeg een visum aan. Ik kwam terecht bij een heel vriendelijk gezin in Amsterdam. En ja, ik moest alleen voor de kinderen zorgen. Die mensen gingen heel professioneel met mij om. Ik besef nu dat ik heel veel geluk gehad heb. Ik had een contract van één jaar en stuurde bijna al mijn maandgeld op naar huis. Ik hield twintig euro per maand voor mezelf. Daarmee kocht ik bij Albert Heijn chocolade.’ May lacht. ‘Voor twintig cent had ik al een hoop chocolade. Wat kon ik nog meer verlangen?’
Daarna waagde May haar kans in België. Ze kwam terecht bij een gezin in Humbeek. De ouders waren allebei zelfstandigen en ze waren bijna nooit thuis.’ May wordt even stil. ‘Het waren heel lieve mensen, maar ik heb me in dat huis vaak droevig en alleen gevoeld. Ik leefde er ver van de andere huizen en van het dorp. Ik had nauwelijks contact met iemand buiten het gezin. Gelukkig schreef de Belgische wet voor dat ik Nederlands moest leren, dus stuurden mijn gastouders mij twee keer per week naar school. Dat vond ik erg leuk omdat ik weer mensen zag. En ik ontdekte dat de Nederlandse uitspraak voor ons Filipijnen eigenlijk niet zo moeilijk is. Ik ben daar heel trots op.’
Kort daarop hoorde May dat een rusthuis in Wijnegem een verpleegster zocht en ze solliciteerde voor de baan. Maar wat was een Filipijns diploma waard in Vlaanderen? Het zou moeten gelijkgesteld worden en hoewel Mays diploma op één blad stond, waren er heel veel papieren nodig voor de erkenning ervan. ‘Mijn nieuwe werkgever in Wijnegem vroeg mijn arbeidsvergunning aan. Ik had gedacht dat alles nu snel zou gaan, maar we moesten drie maanden op de vergunning wachten. Ondertussen was mijn visum bijna verlopen. Ik moest terug naar de Filipijnen om daar op mijn arbeidsvergunning te wachten. Ik was boos en droevig, maar ook bang omdat ik vreesde dat ik daar niet meer weg zou geraken. Mijn baas kocht een retourticket voor mij zodat ik snel terug kon komen.’
Het duurde maanden vooraleer alle documenten in Manila in orde gebracht waren. Toen was haar ticket vervallen. ‘Ik kon gelukkig geld voor een nieuw ticket lenen van mijn tante, en zo ben ik toch terug in België geraakt. Ik zag dat mijn bankrekening van mijn au pair baan nog altijd actief was. Er stond nog twintig euro op. Dat was mijn beginkapitaal. Ik was van plan heel zuinig te leven en nog veel te sparen voor mijn familie.’
Werken
‘Het werk van een verpleegkundige was voor mij een grote verrassing. In het begin vroeg ik me voortdurend af: ‘Moet ik dit wel doen? Werk ik hier wel als verpleegster? Of heeft mijn baas mij een andere job gegeven?’ Dat komt omdat een verpleegster in mijn land een sjieke madame is, met een sexy uniformpje’, legt May uit. ‘Ze maakt haar handen niet vuil en voert alleen de doktersvoorschriften uit, zoals medicatie geven en spuitjes zetten. In mijn land zorgt de familie voor de verzorging. En rusthuizen, dat kennen wij zelfs helemaal niet. Oudere mensen trekken in bij hun zoon of hun dochter. In het begin vond ik het vernederend dat ik als verpleegster zo’n werk moest doen. Maar ik zag dat al mijn collega’s dat werk ook deden. Ik durfde niets te zeggen en ik wende eraan.’
‘Het werk was ook emotioneel zwaar voor mij. Ik vond het tegennatuurlijk om je ouders in een rusthuis te stoppen, en ik vond het erg gevoelloos om hen daar aan hun lot over te laten. Sommigen kregen maar één keer per maand bezoek. Ik begreep ook niet waarom er soms niet meer werd ingegrepen. Op de Filipijnen wordt een patiënt altijd naar het ziekenhuis gebracht als het slecht met hem gaat, en er wordt altijd ingegrepen, om het even hoe.’
May werkt nu al een jaar als verpleegkundige in de operatiezaal van het ziekenhuis van Herentals. Niet meteen de gemakkelijkste afdeling. ‘Ik had er altijd van gedroomd, maar ik had nooit de kans gekregen om in een operatiezaal te werken. Tijdens mijn opleiding in Butuan had ik daar een aparte training voor gekregen, maar toch was de overgang heel moeilijk voor mij. Ik moest niet alleen wennen aan de nieuwe materialen die gebruikt werden, maar ook aan de nieuwe operatietechnieken. In mijn thuisland zijn alle operaties open ingrepen,’ legt ze uit. ‘Ik moest de namen van de producten en van de procedures leren. En dan was er ook het dialect van de streek. Maar ik kreeg veel hulp van mijn collega’s en van de dokters. Ze hebben veel geduld met mij gehad.’
En wonen
May woont nu samen met haar vriend in Herselt. ‘Ik woon er graag, het is er rustig en er is veel groen. Ik heb als kind ook in een dorp gewoond, en ik herken zoveel hier. Ik stuur nog altijd geld naar mijn ouders. Ze zijn nu allebei met pensioen en ik heb hun grond kunnen terugkopen. Daarop staan er kokosbomen waarvan ze een bescheiden inkomen hebben. Misschien bouw ik ooit nog een huis voor hen op het perceel ernaast, met zicht op zee. Ik heb voor mezelf ook een stuk grond gekocht daar. Ik vind het mijn plicht om te blijven sparen voor mijn ouders, zij hebben immers zo veel gedaan om mijn opvoeding en mijn studies mogelijk te maken.’
‘Ja, ik ben er fier op dat ik mijn eigen leven in België heb opgebouwd,’ herhaalt May. ‘Ik heb hier ook fijne mensen ontmoet die me geholpen hebben en daar ben ik hen heel dankbaar voor.’
Uit: De prijs van mijn vrijheid door Tine Symoens, ISBN 9789402108521