Israël vernielt EU-gefinancierde humanitaire beschuttingen

Ondanks diplomatieke oproepen om de residentiële structuren in Jabal al-Baba niet af te breken, vernielde Israël woensdag drie van de achttien beschuttingen, vertelde een EU-ambtenaar aan AFP. Een Israëlische woordvoerder verklaarde in een statement dat ze ‘illegaal gemonteerd’ waren.

Enkele EU-ambtenaren getuigden op EurActiv dat het om een schending van het Internationale Humanitaire Recht gaat en de ‘gedwongen verplaatsing van Palestijnen onmiddellijk gestopt moet worden’.

Diplomaten ijveren voor schadevergoeding

De afgebroken structuren werden gefinancierd door DG ECHO, de humanitaire vleugel van de Europese Unie, en door het Franse ontwikkelingsagentschap Action Contre la Faim.

Een EU-diplomaat in Brussel opperde dat ‘we compensatie zouden moeten vragen telkens wanneer Israël EU-gefinancierde hulpprojecten vernielt’. Hij vertelde EurActiv dat heel wat lidstaten voor zo’n aanpak zijn, maar dat de definitieve beslissing nog genomen moet worden.

Tussen 2001 en 2011 vernielde Israël voor 49 miljoen euro aan ontwikkelingsprojecten, waarvan er iets meer dan 29 miljoen van de Europese Unie of individuele lidstaten kwam.

Afbraak niets nieuws

De afbraak van Palestijnse bouwstructuren in de regio is niets nieuws. Israëlische bulldozers sloopten een week eerder al vier huizen en drie veeboerderijen in Jabal al-Baba en op 12 maart vernielde Israël er een residentieel gebouw, een car wash en een winkel.

Volgens Israëlische ngo B’Tselem is dit Israëlische beleid erop gericht de Palestijnse bedoeïenengemeenschap te verplaatsen zodat de nabijgelegen Israëlische nederzetting Maale Adumim kan uitbreiden.

Israëls “E1-plan”

Jabal al-Baba is gelegen in zone E1, een strategisch belangrijk gebied dat 1200 hectare beslaat tussen Jeruzalem en Maale Adumim, een illegale nederzetting ten oosten van Jeruzalem. Israël riep het merendeel van deze zone in de jaren 90 uit tot staatland in een juridisch dubieuze procedure en kende het toe aan de jurisdictie van Maale Adumim. Al sinds het begin van de jaren 90 wil Israël in zone E1 bouwen om Maale Adumim via stedelijke bebouwing aan Jeruzalem te rijgen.

In 1999 keurde Israël het E1-plan goed dat voorziet in de aanleg van woningen, wegen, kerkhoven, toeristische attracties, handel en diensten. Omwille van sterke tegenkanting vanuit de Verenigde Staten en de Europese Unie werd het merendeel van de plannen tot op heden niet uitgevoerd. Enkel de bouw van Israëlische politiekantoren werd in 2008 gefinaliseerd.

De hoeveelheid infrastructuur die bij de bouw van de politiestations werd aangelegd (wegen, muren, rotondes, straatverlichting,…), wijst er echter op dat Israël haar plannen voor residentiële ontwikkeling in E1 niet heeft laten varen. Volgens B’Tselem voorziet het E1-plan in de bouw van minstens 4000 residentiële eenheden en tien hotels.

Gevolgen

De uitvoer van het E1-plan zal Maale Adumim met Jeruzalem verbinden, terwijl het de rest van de West Bank verder isoleert van Oost-Jeruzalem. Een toekomstige onafhankelijke Palestijnse staat met Oost-Jeruzalem als hoofdstad, zou hierdoor geografisch onmogelijk worden.

Ook de territoriale continuïteit tussen het noorden en zuiden van de West Bank staat op het spel. Ter hoogte van zone E1 is de West Bank slechts 28 kilometer breed. Israëlische constructie en annexatie in dit gebied zouden deze nauwe doorgang van noord naar zuid nog versmallen.

De belangrijkste verbindingsweg tussen het noorden en het zuiden van de West Bank loopt bovendien door E1, stelt Ir Amim, een Israelische vzw die focust op Jeruzalem. B’Tselem voorspelt dat deze weg bij uitvoer van het E1-plan enkel nog door kolonisten gebruikt zou mogen worden. Palestijnen zouden om zone E1 heen moeten rijden om van Ramallah naar Bethlehem te reizen of gebruik moeten maken van een tunnelsysteem om de nederzettingen te ontwijken. Hierdoor wordt de Palestijnse bewegingsvrijheid nog verder ingeperkt.

Ten slotte bevinden zich in zone E1 enkele enclaves van privaat Palestijns land. Bij uitvoer van het E1-plan zou de toegang van Palestijnse landeigenaars tot hun gronden (zo’n 78 hectare) zwaar beperkt of ontzegd worden.

Internationaal Humanitair Recht

Israël lapt met het E1-plan het Internationale Humanitaire Recht aan zijn laars. Dit verbiedt een bezetter immers om permanente veranderingen aan te brengen in bezet gebied, alsook om er zijn bevolking te huisvesten.

Ook de gedwongen verplaatsing van beschermde personen, in dit geval de Palestijnse bedoeïenengemeenschappen, is verboden onder het Internationale Humanitaire Recht.