Iraanse klassieke muziek heeft de improvisatiekwaliteiten van Indiase muziek en de literaire gevoeligheid van Arabische muziek. De Iraans-Koerdische Kayhan Kalhor voegt met zijn viersnarige kemancheh een heel hedendaagse gevoeligheid toe aan die rijke traditie. Hij componeert en musiceert aan de zijde van westerse grootheden als Yo-Yo Ma en het Kronos Quartet, maar werkt ook samen met de peetvaders van de Iraanse muziek zoals Mohammad Reza Shajarian en Sharam Nazeri. Een stem uit Teheran die humanisme in diepe klanken omzet.
‘Men zegt wel eens dat er van iedereen op aarde een soort spiegelbeeld bestaat, iemand die innerlijk heel erg op je lijkt, je fundamentele zielsverwant. Ik denk dat je dat ook kunt zeggen van muziek. Ik lijk op de klank van de kemancheh, mijn genetische code heeft me gewoon voorbestemd om dit instrument te bespelen. Maar wat ik hoor, hoeft niet noodzakelijk hetzelfde te zijn als wat jij hoort. Iedereen interpreteert de klank op zijn of haar manier. Wat voor mij mysterieus is, kan voor jou melancholisch zijn.’
‘Er zijn zo veel woorden om muziek te beschrijven dat het onrechtvaardig zou zijn die verscheidenheid te beperken tot de interpretatie of bedoeling van de uitvoerder. De kemancheh is zowel mysterieus als melancholisch als uiterst warm. Het instrument produceert een klank die heel dicht aanleunt bij de menselijke stem, een klank die mijn innerlijke wezen bevredigt.’
‘Ik maak deel uit van de lange, historische traditie van Perzische klassieke muziek, met al haar rijke erfenissen en begrippen -en daar ben ik zeer dankbaar voor. Maar ik leef in 2006, niet in het jaar 900. Ik speel zowel in klassieke Perzische ensembles als met grote westerse orkesten of in dialoogduo’s met muzikanten uit andere culturen -bijvoorbeeld met de Indiase sitarvirtuoos Shujaat Hussain Khan of met de Turkse baglamameester Erdal Erzincan. Ik ben dus ook een zeer hedendaagse, Iraanse kunstenaar. Wat ik via mijn klassieke muziek zeg, zal dan ook heel anders zijn dan wat een kemancheh-speler tweehonderd jaar geleden bedoelde met zijn kemanchehspel.’
‘Onze muziek heeft een zeer oude en diepgaande relatie met poëzie en literatuur. Vandaag proberen we minder gebruik te maken van die klassieke poëzie en kiezen we vaker voor instrumentale muziek. Dat heeft niets te maken met een gebrek aan respect voor de oude dichters, we slaan gewoon een andere weg in, een weg die onze muziek toegankelijker maakt voor een internationaal publiek. Maar als je muziek speelt die geworteld is in een bepaalde cultuur en je hebt je muzikale scholing gekregen in die culturele omgeving, dan moet je er als muzikant ook voor zorgen dat je die context en die achtergrond overbrengt.’
‘Als mijn muziek niet meer herkenbaar zou zijn als Iraanse of Perzische muziek, dan zou ik mijn werk niet goed doen. Tegelijk ben ik niet beperkt tot mijn nationaliteit of tot de cultuur waarin ik geboren en opgeleid ben. Ik heb jaren in het Westen gewoond en muziek gestudeerd in Rome en Ottawa, ik heb heel veel verschillende soorten muziek leren kennen en ben beïnvloed door de meest diverse artistieke vormen. Als ik me in deze culturele windtunnel bevind, tellen nationaliteit en afkomst eigenlijk niet.’
‘Het is duidelijk dat muziek betekenis krijgt binnen een bepaalde culturele context. Dat betekent echter niet dat alleen luisteraars in Iran mijn muziek begrijpen, en dat het publiek in Vlaanderen geen toegang krijgt tot wat ik doe. De muziek die ik maak, wordt ter plekke, op het moment van de voorstelling gecreëerd. Elke improvisatie heeft haar eigen betekenis, haar eigen ontstaansgeschiedenis, haar eigen cultuur. Het heeft dus weinig zin om een optreden in Shiraz te vergelijken met een optreden in Gent. De mensen die tegenover mij zitten zijn verschillend, hebben andere referentiepunten en geschiedenissen, en dus is de muziek die ik voor hen maak verschillend en zal de betekenis van die muziek voor hen ook altijd anders en individueel zijn.’
‘Elke omgeving creëert haar eigen cultuur. Het publiek, de plek, de gebeurtenissen van die dag, mijn persoonlijke gevoel van welbehagen -heb ik honger, ben ik vermoeid, voel ik me eenzaam- , de geuren en kleuren, de reacties van andere muzikanten: het zijn allemaal elementen die voor een klassiek Perzisch concert van doorslaggevend belang zijn. Als het concert begint, ontstaat er muziek die ik voordien nog niet gehoord heb. Die schepping van altijd nieuwe muziek, cultuur en betekenis is wat me drijft om in binnen- en buitenland optredens te doen.’
Als muzikant heb ik altijd standpunten ingenomen, dat is duidelijk. Als je in Iran leeft, dan heeft alles wat je doet een politieke betekenis. Dat gaat overigens ook op voor wie in België of een ander Europees land leeft.’
‘Dat betekent niet dat je voortdurend de straat op moet om je mening uit te schreeuwen, maar je kan gewoon niet buiten de impact van het grotere systeem op je individuele creatie. Elk land, elk systeem brengt zijn eigen beperkingen mee. Het leven is nooit zoals je het zou willen. Er zijn altijd wel regels, wetten en verboden, grenzen en beperkingen, die snoeien in de ruimte voor je eigen dromen en plannen.’
‘Ik herken me helemaal niet in de regels die de Iraanse machthebbers voor ons formuleren en ons opleggen. Ik voel me niet verantwoordelijk voor het beleid zoals het nu in Iran gevoerd wordt en er zijn heel veel zaken die me niet bevallen, maar dat kan ik natuurlijk niet op mijn eentje veranderen. Ik kan ongelukkig zijn met de keuze voor kernenergie in mijn land, maar ik ben slechts één individu in een land van vijfenzeventig miljoen inwoners. Wat ik in die situatie wil doen, is gewoon blijven communiceren met de rest van de wereld.’
**‘**Vanuit de wetenschap wie wij zijn en wat wij te bieden hebben. Dat is soms best wel frustrerend, want wat telt in de wereld is niet schoonheid en waardigheid, maar macht: economische macht, militaire macht, ideologische macht. Wie geld heeft, krijgt spreekrecht, propaganda en publiciteit. Wie arm is, wordt niet gehoord.
Iran heeft in 1979 een islamitische revolutie voortgebracht, die bezig is onze cultuur te beïnvloeden en te wijzigen. We kunnen daar niet buiten, ook al zijn we daar niet gelukkig mee.’
‘De huidige machthebbers in Iran opereren vanuit hun visie op islam en politiek, maar deze Islamitische Republiek is nog maar 27 jaar oud. Wat betekent dat tegenover een geschiedenis van bijna 6000 jaar? Ik herken me niet in het huidige regime, maar dat wil niet zeggen dat ik de islam uit Iran wil halen. Je kan niet zomaar 1500 jaar culturele ontwikkeling uit de geschiedenis en actualiteit van een land snijden. Maar voor Iran mag je zeker niet de omgekeerde fout maken en de cultuur versmallen tot de invloed van islam tijdens de voorbije anderhalve eeuw of, erger nog, tot de politieke ideologie van de jongste kwarteeuw.’
‘In het Westen maakt men graag grote veralgemeningen om onze cultuur te benaderen. De ene heeft het over islamitische cultuur, de andere over Arabische cultuur, de volgende over Midden-Oosten cultuur. Geen enkele van die omschrijvingen klopt. De verschillen tussen Perzische, Egyptische, Assyrische, Syrische of Palestijnse tradities en culturen kan je niet wegvagen en vervangen door nietszeggende veralgemeningen -ook al lijkt het westerse publiek daar behoefte aan te hebben.’
‘Perzië heeft een schitterende artistieke geschiedenis met schrijvers als Ha’afez, Rumi, Khayyam, Ferdowsi, Sa’di. We hebben ook onvoorstelbare muzikanten gehad -alleen hebben we hun virtuositeit in het verleden niet kunnen opnemen en dus weten we over hen minder. Wie over een “cultuur” wil spreken, moet die historische breedte en diepgang kennen, in plaats van zich blind te staren op de actualiteit. ‘