Nieuwe ‘openheid’ verbetert positie arbeiders niet
Antoaneta Bezlova
15 februari 2004
China wil de ‘fabriek van de wereld’ worden en lijkt op de goede weg. De economie groeit als kool, maar ondanks aangekondigde hervormingen steeg aantal arbeidsongevallen vorig jaar met 9 procent. En de jarenlange traditie van censuur wint het vooralsnog van de beloofde nieuwe openheid.
Op het Nationale Volkscongres van vorig jaar maart werden de coryfeeën van de Communistische Partij, Hu Jintao en Wen Jiabao, aangesteld als president en premier. ´Mannen van het volk´ wilden ze heten. Ze zouden een nieuwe stijl van leiderschap hanteren die het welzijn van de gewone mensen en de openheid van het beleid op de eerste plaats stelde. Maar die goede voornemens werden danig op de proef gesteld door een reeks rampen die voorkomen hadden kunnen worden door efficiënter beheer.
In december en januari werd het land opgeschrikt door drie rampen die het leven aan minstens 307 mensen kostten. Bij een gasexplosie in de zuidwestelijke stad Chongqing kwamen 243 mensen om het leven. Nog eens 26 mensen stierven bij een brand in een kolenmijn in de centrale provincie Hebei. Op 5 februari, aan het eind van de nieuwjaarsvieringen, werden 37 mensen vertrapt in het Mihong Park in Beijing, de thuisbasis van de leiders.
De jarenlange Chinese traditie van censuur in de berichtgeving bleek sterker dan de beloftes voor openheid. Onmiddellijk na de laatste ramp werden alle onafhankelijke berichten over de ramp verboden. Er mocht slechts één officiële versie van de feiten circuleren. In kranten verschenen stukken over de ´zorgende hand van de overheid`, vergezeld van beelden over reddingswerkzaamheden. Op internet klonk aanvankelijk kritiek, maar die werd snel verwijderd. Hoewel de laatste ramp niet het hoogste dodental eiste, zegt de aanpak ervan veel over de politieke prioriteiten van de Chinese leiders. Hoe dichter bij huis de ramp gebeurt, des te sterker de politieke verantwoordelijkheid wordt afgewezen.
Bij de gasramp nabij Chongqing werden de plaatselijke ambtenaren verplicht hun verantwoordelijkheid op te nemen. We hebben ons werk niet goed gedaan en willen onze verontschuldigingen aanbieden, zei Huang Zhendong, de plaatselijke secretaris van de Communistische Partij. Op de ramp in het Mihong Park Peking, het gevolg van laksheid op het gebied van veiligheidsvoorschriften, volgden echter geen verontschuldigingen. Xia Qiang, de betrokken partijsecretaris, weigerde de verantwoordelijkheid op zich te nemen of aan te geven dat de regering vergissingen gemaakt had. Er werden dus evenmin verontschuldigingen aangeboden aan de familieleden van de slachtoffers. We moeten de resultaten van het onderzoeksteam afwachten voor we de kwestie van wettelijke verantwoordelijkheid kunnen bekijken, aldus de officiële verklaring van Xia Qiang.
Deze houding staat haaks op het open beleid dat Hu en Wen zogezegd willen voeren. Beiden profileren zich graag als mensen van het volk en aarzelen niet om dat imago in de verf te zetten. Zo kon men premier Wen vorig jaar op tv in een mijnschacht zien afdalen en samen met mijnwerkers zien eten. Mijnwerkers hebben totnogtoe de hoogste prijs betaald voor het gebrek aan industriële veiligheidsmaatregelen. Vorig jaar stierven meer dan 2000 mijnwerkers tijdens hun werk, al menen buitenlandse experts dat het echte aantal dichter in de buurt van 10.000 ligt. In een ander staaltje van populisme zag de bevolking Wen op bezoek gaan bij aids-patiënten. Hu reisde naar het binnenland van Mongolië om handen te schudden met eenvoudige herders en boeren en bracht het oudejaar samen met gewone Chinezen door.
Hu en Wen pakten het voorbije jaar uit met enkele opmerkelijke maatregelen. Zo werd 13 miljoen euro extra uitgegeven voor plattelandsontwikkeling. Nadat een migrant in een politiecel overleed na mishandeling, werd de wet afgeschaft die de politie het recht geeft tot arbitraire aanhoudingen van migranten. Bovendien zou de regering overwegen om strengere normen op te leggen voor de toepassing van de doodstraf. Alle goede bedoelingen ten spijt, illustreren de herhaalde dodelijke incidenten een lakse toepassing van veiligheidswetten en het gebrek aan controle over plaatselijke autoriteiten. Ondanks veiligheidsinspecties in het hele land in 2003, lieten in datzelfde jaar bijna 15.000 mensen het leven bij arbeidsongelukken, een stijging van 9 procent in vergelijking met het jaar ervoor. Dat cijfer staat haaks op de officieel beleden ´mensen eerst´ politiek.
De regering is zich bewust van het probleem en belooft beterschap. China heeft belangrijke uitdagingen op vlak van industriële veiligheid maar in vergelijking met vorig jaar tekenen zich verbeteringen af, zei vice-premier Huang Ju in januari op de Nationale Conferentie over Industriële Veiligheid. De conferentie werd twee dagen na een nieuw incident gehouden. Door een lekkage bij een verlaten fabriek in de provincie Heilongjiang, liepen 130 mensen chloorvergiftiging op.
Antoaneta Bezlova