Olieprijzen raken achilleshiel Chinese economie

Nieuws

Olieprijzen raken achilleshiel Chinese economie

Antoneta Bezlova

09 januari 2008

Ondanks een vrijwel onstilbare energiehonger is de snel groeiende Chinese economie lange tijd nagenoeg ongevoelig geweest voor de schommelingen in de olieprijzen. Maar nu een vat olie meer dan honderd dollar kost, is de ongerustheid bij de Chinese overheid tastbaar.

“Dat China nog nooit een energiecrisis heeft meegemaakt, maakt het nu net zo kwetsbaar,” zegt Zuo Xiaolei, hoofdeconoom bij Yinhe Securities. “De planning van noodvoorraden staat nog maar in de kinderschoenen en de olieprijzen kunnen in de toekomst een grote impact op het land hebben.” 
In 2003 haalde China Japan in als op één na grootste olieconsument ter wereld. Het land haalt de helft van zijn oliebehoefte uit import, en die behoeft stijgt met vijftien procent per jaar. Maar terwijl de Verenigde Staten en Japan al meer dan twintig jaar geleden oliereserves begonnen aan te leggen, is China er pas mee bezig. Het land heeft momenteel een reserve waarmee het amper een halve maand kan overbruggen. Dat is een druppel op de hete plaat voor de op hol geslagen economische groei in het land.

Inflatiespook

De stijging van de olieprijzen voorbij de magische grens van honderd dollar per vat is niet alleen slecht nieuws voor de  energievoorziening op lange termijn. De scherpe toename komt er op een moeilijk moment, net nu de Chinese overheid de binnenlandse consumptie wil aanzwengelen.
Ze wil dat doen om het handelsoverschot te verminderen en de spanningen met handelspartners als de VS en Europa weg te werken. De olieprijzen doorkruisen die plannen, want als de Chinese bevolking meer moet betalen voor energie, blijft er minder geld over voor andere uitgaven.
Wat de Chinese overheid nog meer zorgen baart, is de inflatie. China probeert al bijna een jaar de stijgende prijzen onder controle te houden. De overheid vreest sociale onrust als dat niet lukt. Eind de jaren tachtig was het precies die hoge inflatie die tot de sociale onrusten leidde die culmineerden in de manifestatie op het Tiananmenplein.

Sombere vooruitzichten

Economen zijn niet bijster optimistisch over de inflatie in 2008.
“De internationale olieprijzen zullen blijven stijgen en dat betekent meer inflatiedruk in China,” zei Tan Yaling, onderzoeker bij de Bank of China, deze week aan de Economic Observer. “Je mag niet vergeten dat de Chinese index voor 2007 geen rekening hield met de olieprijzen.”
De Chinese overheid blijft de brandstofprijzen op de thuismarkt controleren, maar kon door de internationale prijsstijging niet anders dan de prijs met ongeveer tien procent te laten stijgen.
De olieprijzen hebben een rechtstreekse invloed op de voedselprijzen. “Diesel is duurder geworden dit jaar en ik moet dus meer vragen om mijn fruit naar Peking te vervoeren”, zegt Deng Rui, een marktkramer die fruit en aardappels verkoopt. “Er is deze winter geen tekort aan voedsel, maar zowat alle producten zijn duurder geworden.”