Ook Golflanden hebben alle baat bij schone energie

Dat oliestaten inzetten op hernieuwbare energie, lijkt niet vanzelfsprekend. Toch hebben ze er alle belang bij, blijkt uit een analyse van het Internationaal Agentschap voor Hernieuwbare Energie (Irena).

De Verenigde Arabische Emiraten bijvoorbeeld kunnen het brandstofverbruik in hun energie- en watersector met de helft verminderen, Saoedi-Arabië kan dat met 23 procent en Koeweit met 21 procent. De landen zouden zo ook 400 miljoen vaten olie uitsparen en de klimaatafdruk per capita met 8 procent doen dalen.

Water

Maar mogelijk nog belangrijker voor de regio waar water schaars is, is de impact op het waterverbruik. Een doorgedreven keuze voor schone energie kan het waterverbruik met 11.000 miljard liter verminderen – een daling met 16 procent tegenover het huidige verbruik.

Ontziltingsinstallaties op zonne-energie kunnen voor de hele regio een milieuvriendelijke en duurzame manier worden om tegemoet te komen aan de groeiende vraag naar water, stelt het rapport.

Tot slot heeft hernieuwbare energie een groot potentieel op het vlak van werkgelegenheid. Tegen 2030 kan de sector 210.000 nieuwe banen creëren in de energiesector. Uit onderzoek blijkt dat de hernieuwbare sector per eenheid energie en geïnvesteerde dollar meer banen creëert dan conventionele energie. De meeste banen komen op rekening van de zonnesector, met de Verenigde Arabische Emiraten en Saoedi-Arabië als belangrijkste werkgevers.

Wereldleider

De economische en sociale redenen om de energietransitie in de Golflanden te starten is nooit groter geweest, besluit Adnan Amin, directeur-generaal van Irena. Alleen zo kunnen de landen hun eigen economische en sociale welvaart verzekeren op lange termijn.

‘De Golfregio is al jaren een wereldleider op het vlak van energieproductie, en het kan die rol versterken door gebruik te maken van zijn enorme potentieel aan hernieuwbare energiebronnen’, zegt Amin. ‘Op die manier kan de regio niet alleen de uitstoot van CO2 verminderen, maar ook kostbaar water sparen, en op een duurzame manier tegemoetkomen aan de snelgroeiende energienoden in de landen.’