Pan-Amerikaanse Vrijhandelszone is dood
Diego Cevallos
11 april 2005
De idee van een Vrijhandelszone van Alaska tot Vuurland is op sterven na dood. Dat geloven de tegenstanders van het project, en ook sommige academici. De meeste Latijns-Amerikaanse regeringen zijn voorzichtiger.
De onderhandelingen over de Pan-Amerikaanse Vrijhandelszone (FTAA) hadden in januari van dit jaar in een beslissende fase moeten komen, maar dit termijn verstreek zonder dat er iets gebeurde. Het lijkt onmogelijk dat de vrijhandelszone zoals afgesproken tegen eind jaar in werking zal treden.
Het is tijd om het requiem aan te heffen voor het project, oordeelt de Mexicaanse academicus en expert Latijns-Amerikaanse integratie Germán de la Reza. De la Reza noemt de onderneming een mislukking, en denkt dat de idee de komende 20 jaar zeker niet opnieuw zal opleven.
De plannen om de handelsbelemmeringen tussen alle landen van het westelijk halfrond weg te werken, kregen vorm in de Verenigde Staten. De grote lijnen van de Pan-Amerikaanse Vrijhandelszone (FTAA) werden in 1994 uitgetekend op een eerste Top van de Amerika’s, een vergadering van alle staatshoofden van de regio. Het onderhandelingsproces dat de 34 betrokken landen - Cuba werd als enige land uit de regio uitgesloten - daarop begonnen, liep begin 2004 vast. Veel vakbonden en niet-gouvernementele groepen hadden zich van bij het begin tegen het project gekant omdat het volgens hen enkel in de kaart van de grote bedrijven speelt. De linkse regeringen die de voorbije jaren aan de macht kwamen in Zuid-Amerika, namen dat verzet over. Zelfs de zogenaamde ‘light’-versie van het akkoord die in 2003 werd uitgewerkt en die landen de mogelijkheid gaf bepaalde onderdelen van het verdrag later in te voeren of er helemaal buiten te blijven, kon de onderhandelingen niet meer in beweging krijgen.
Wij willen de FTAA nog niet als begraven verklaren, maar het duidelijk dat het project dood is, zegt Héctor de la Cueva, de leider van de Alianza Social Continental, een samenwerkingsverband tussen andersglobalistische organisaties uit Latijns-Amerika en de Cariben.
De la Reza acht het niet ondenkbaar dat de betrokken regeringen eind dit jaar toch formeel de oprichtingsakte van een Pan-Amerikaanse Vrijhandelszone ondertekenen. Maar dat wordt volgens hem dan niets meer dan een document dat de bestaande handelsafspraken in de regio overneemt en enkel het voornemen bekrachtigt om verder te onderhandelen over nieuwe akkoorden.
Van de 34 landen die betrokken zijn bij het FTAA-proces, laat enkel Venezula openlijk horen dat het project geen levenskansen meer heeft. Andere regeringen blijven optimisme uitstralen. Het project is vastgelopen, maar het kan nieuw leven ingeblazen krijgen, vindt Luz María de la Mora, de Mexicaanse chef-onderhandelaar voor internationale handelsbesprekingen. Misschien krijgen we een minder ambitieuze FTAA, maar die zal daarom niet minder echt zijn.
De FTAA-onderhandelingen strandden door grote meningsverschillen tussen de VS en een groep van Zuid-Amerikaanse landen geleid door Brazilië en Argentinië. Struikelstenen waren onder meer de hoge subsidies waarmee de VS hun boeren helpen, de bescherming van intellectuele eigendomsrechten en de regels in verband met overheidsaankopen. Het Argentijnse ministerie van Buitenlandse Zaken stelde op 6 april dat de onderhandelingen verlamd zullen blijven tot de VS duidelijke signalen geven dat ze hun markten echt wil openen voor goederen uit de rest van het continent.
De VS hebben er intussen voor gekozen via bilaterale of regionale handelsakkoorden zoveel mogelijk landen uit de regio aan zich te binden. Begin 2004 ondertekenden de Amerikanen een vrijhandelsakkoord met Costa Rica, El Salvador, Guatemala, Honduras, Nicaragua en de Dominicaanse Republiek. Nu onderhandelt Washington met Ecuador, Colombia en Peru. (PD)