Op 24 oktober staan in Istanboel zes journalisten terecht in een proces dat is gelinkt aan de gelekte e-mails van Berat Albayrak, de Turkse minister van Energie en de schoonzoon van Erdogan. Niets nieuws onder de Turkse zon, zo lijkt. Het proces, ook een internationaal minder mediatieke zaak, draagt echter een grote politieke stempel.
De Albayrak-leaks leidden onder meer naar de arrestatie van de Duitse journalist Deniz Yücel in februari dit jaar die ook over de gelekte e-mails had geschreven. Yücel, die intussen al bijna een jaar in eenzame opsluiting zit, was de eerste Duitse journalist die werd opgepakt. Sinds zijn arrestatie, gebaseerd op de leaks van RedHack werd echter nog geen officiële beschuldiging tegen hem ingesteld.
Link tussen Energieminister en PowerTrans?
Even een update. Op 23 september 2016 verkondigden de Turkse marxistische computerhackers van RedHack dat ze de e-mail accounts hadden gehackt van de Turkse minister van Energie en Natuurlijke Grondstoffen, Berat Albayrak. RedHack vroeg de onmiddellijke vrijlating van linkse activisten, waaronder schrijfster en mensenrechtenactiviste Asli Erdogan*, in ruil voor het tegenhouden van de verspreiding van Albayraks e-mails. Na het verstrijken van de deadline hield de actiegroep zijn belofte. RedHack verspreidde de privé-mails via een aparte Twittergroep waarin het journalisten ongevraagd had toegevoegd.
De mails refereerden onder meer naar vermeende banden tussen minister van Energie Albayrak en het olietransportbedrijf PowerTrans. Die mogelijke belangenvermenging had al veel eerder, in 2014 en 2015, de krantenkoppen gehaald nadat PowerTrans van de Turkse regering het monopolie kreeg op Turks olietransport, via de weg en het spoor, vanuit Iraaks Koerdistan. Turkse media beschuldigden Powertrans er toen overigens ook van dat het olie zou hebben gekocht van Islamitische Staat.
Beschuldigd van te links èn te conservatief
Tuna Ogreten, de voormalige uitgever van de oppositienieuwsportaalsite Diken, een van de zes beklaagden, was een van de vele journalisten die schreef over de Albayraks rol in PowerTrans. Hij wordt nu onder meer beschuldigd van banden met de extreemlinkse gewapende terreurgroep DHKP-C, waaraan ook RedHack gelinkt zou zijn. In één ruk wordt hij beschuldigd van banden met de Gülenbeweging, die in Turkije als een terreurorganisatie gebrandmerkt staat.
Voor waarnemers is deze dubbele beschuldiging best contradictorisch, vermits RedHack zich net bijzonder kritisch opstelde tegen de Gülenbeweging en ook meermaals de webpagina’s van de beweging hackte.
© Majka Czapski
De aanklager beroept zich echter op Ogretens voormalige tewerkstelling bij Taraf. Die regeringskritische krant werd in juli, daags na de couppoging, gesloten omwille van vermeende banden met de Gülenbeweging. Nog even ter info: de prominente Turkse schrijver Ahmet Altan, die met zijn broer Mehmet werd gearresteerd in september 2016 voor sympathieën met ‘diegenen die achter de mislukte staatsgreep zaten’, was een van de grondleggers van Taraf. Hij nam er echter in 2012 ontslag.
Tuna Ogreten zit sinds december vorig jaar in voorhechtenis, samen met Omer Celik, nieuwsredacteur van het pro-Koerdische nieuwsagentschap Dicle, en Mahir Kanaat, werknemer van Birgün, een linkse oppositiekrant. Pas in juli kwam de inbeschuldigingstelling. De openbare aanklager claimde dat de informatie in Albayraks persoonlijke e-mailaccounts beschouwd kon worden als ‘staatsgeheim, afhankelijk van de omstandigheden’, en dus was het vrijgeven ervan staatsgevaarlijk. De openbare aanklager beschuldigde de journalisten ook van manipulatie van de gelekte e-mails en van het bekladden van het Turks energiebeleid.
Bewijslast is puur zooitje
Ook Mahir Kanaat, journalist bij Birgün, staat dus terecht ‘omwille van banden met FETÖ’, de term waarmee Turkije de Gülenbeweging als terreurorganisatie bestempelt. De bewijslast tegen Kanaat is flinterdun, nog dunner dan tegenover de andere beklaagden. Bovendien is er het gegeven dat Birgün net bekend staat als een Gülenkritische krant.
‘In een cocktail van beschuldigingen worden alle journalisten voorgesteld als gelinkt met verschillende terreurbewegingen, binnen een wel zeer uiteenlopende ideologische waaier’
De beschuldiging tegen Kanaat, zo zeggen sympathisanten, is gebaseerd op twee Word-documenten, die werden teruggevonden op zijn telefoon. De datum van die documenten is volgens de openbare aanklager het bewijs dat Kanaat eerder toegang had tot regeringslasterlijke documenten die door de Gülenbeweging zouden zijn verspreid. De vroege datum op de twee bewuste documenten zou bijgevolg aantonen dat hij sterke banden had met de beweging. Maar, zo zegt Kanaats entourage, ‘Word-documenten blijven hun oorspronkelijke creatiedatum behouden, of ze nu gisteren, vandaag of morgen worden gedownload’.
Critici noemen de ganse bewijslast in dit proces een zooitje: gebaseerd op willekeurige conclusies van tweets door de beklaagden, en een mikmak van vermeende links met terreurorganisaties. ‘In een cocktail van beschuldigingen worden alle journalisten voorgesteld als gelinkt met verschillende terreurbewegingen, binnen een wel zeer brede ideologische waaier, gaande van de pro-islamitische Gülenbeweging tot de marxistische-leninistische MLKP’, zegt een anonieme bron.
In de aanklacht worden de zes journalisten ook beschuldigd van ‘het onderscheppen en verstoren van informatiesystemen, en het vernietigen en veranderen van data’. Maar nergens wordt aangetoond wat hiermee nu net bedoeld wordt, klinkt het.
Pleidooi zonder advocaat
De Turkse minister van Energie Berat Albayrak
© IAEA Imagebank
Op het moment van schrijven kwamen al een aantal beklaagden aan bod. Derya Okatan van het Turkse nieuwsagentschap Etkin, die als eerste gehoord werd, begon met te zeggen dat haar recht op verdediging geschonden was na de recente arrestatie van haar twee advocaten. Bovendien herhaalde ze wat al eerder voor alle beklaagden werd gezegd, namelijk dat de directe linken met RedHack onzin waren. ‘Redhack heeft immers onze namen toegevoegd zonder onze toestemming. Bovendien heeft geen enkel gesprek plaatsgevonden, noch over het lek noch over het Turkse energiebeleid.’
‘Ik ben een journalist op zoek naar nieuws’, zei Eray Sargin die als tweede getuigde, en terugkwam op de beschuldiging dat hij de mails van RedHack had gelezen. ‘Hoe onnatuurlijk zou het zijn dat ik als journalist niet nieuwsgierig was naar de inhoud van de betreffende mails. Met andere woorden, hier staat de journalistiek voor de rechtbank.’
‘In de cel realiseerde ik me nog meer dan erbuiten hoe iemands moedertaal centraal is binnen zijn identiteit’, aldus Omer Celik van het pro-Koerdische nieuwsagentschap Dicle (intussen ook gesloten wegens banden met de PKK/KCK). ‘Ik onderstreep evenwel dat mijn keuze om Koerdisch te spreken geen protest is tegen het gerecht, wel mijn persoonlijke voorkeur om mezelf uit te drukken.’
Celik besloot, verrassend, om niet in te gaan op de beschuldigingen omdat ze ‘op niets gebaseerd zijn’. In de plaats koos hij voor een algemene getuigenis, onder meer over de rechten van burgers en de rechtsgang, of het ontbreken ervan, in Turkije. Celik, meermaals onderbroken door de rechter omwille van ‘niet relevant uitweiden’, besloot met: ‘Ik leefde in Sur (district in Koerdische provincie Diyarbakr dat in 2016 grotendeels verwoest werd in het Turks-Koerdische conflict, td) in de jaren negentig, hou van dit land, studeerde in haar universiteiten, maar zie dat de waarheid de mensen niet bereikt en dat journalistiek gedwongen is om in dit kader te handelen.’
Op het moment van schrijven loopt het proces nog volop en is de uitspraak van deze eerste zitting nog niet bekend. Gehoopt wordt op de voorlopige vrijlating van de drie beklaagden in voorhechtenis. Deze drie maken tot vandaag deel uit van de meer dan 170 journalisten die in Turkije in de cel zitten.
*Asli Erdogan werd eerder dit jaar vrijgelaten.